Lorianne (62): ‘Mijn zoon (16) kwam tijdens een epileptische aanval verkeerd terecht en overleed’
Op het moment dat Frank, de zoon van Lorianne, zes jaar oud was, kreeg hij zijn eerste epileptische aanval. Vanaf dat moment kreeg hij ze steeds vaker. Tijdens zijn laatste aanval kwam hij verkeerd terecht en overleed. “Ik kan het mezelf nog niet vergeven, dat ik precies op dat moment niet thuis was.”
“De eerste epileptische aanval herinner ik mij als de dag van gisteren. Frank was zes jaar en we waren samen met vrienden in een speeltuin. Ik zag dat Frank in de verte op de grond lag. Ik dacht dat hij was gevallen en rende er direct op af. Eenmaal daar was hij aan het schokken met zijn armen en benen. Ik belde direct 112. Op het moment dat de ambulance aan kwam werd Frank rustiger. Zij vertelde mij dat hij een epileptische aanval had gehad.
Naar de huisarts
Eenmaal bekomen van de epileptische aanval, maakte ik een afspraak bij de dokter. Hij vertelde hetzelfde wat ik ook op internet had gelezen. Er kon niets worden gedaan tot er nog een tweede, of meerdere, aanvallen plaats zouden vinden. Het was dus afwachten tot er een nieuwe aanval zou komen. Zes maanden lang had hij nergens last van, tot hij opeens in één week twee aanvallen had. Toen kregen we een doorverwijzing naar het ziekenhuis.
In het ziekenhuis
Terwijl we in het ziekenhuis aan het wachten waren, kreeg Frank een epileptische aanval. Ergens fijn dat het in het ziekenhuis gebeurde, want nu kon de arts direct zien hoe de vorige drie aanvallen verlopen waren. De arts vertelde dat mijn zoon medicatie kon krijgen, maar stelde eerst voor om het zonder te proberen. Hij raadde aan om Frank goed te laten slapen, geen stress te laten hebben en geen films te kijken met veel flitsen. Dit waren namelijk triggers voor een aanval.
Medicatie voor aanvallen
Thuis deden we er alles aan om een epileptische aanval te voorkomen. In de jaren daarna had Frank een aantal keer per jaar een aanval. Tijdens de puberteit werden dit er meer. Zoveel meer, dat we besloten dat Frank maar medicijnen moest krijgen. De medicijnen zorgden er misschien dan niet voor dat de aanvallen helemaal verdwenen, wel werd de frequentie een stuk minder.
Stukje rust
Vanaf het moment dat Frank medicijnen kreeg, voelde ik me een stuk rustiger. Het deed wat het moest doen en gemiddeld had hij ‘nog’ maar één epileptische aanval per maand. Gek genoeg waren die altijd in het weekend, na een drukke schoolweek. Het was nog nooit voor gekomen dat ik niet in de buurt was. Sowieso was ik door zijn aanvallen liever thuis, dan ergens anders.
Verkeerd terecht gekomen
Negentien jaar geleden, op dat moment was Frank zestien, ging ik een middag naar mijn zus. Zij zat met een gebroken voet thuis, dus kon wel wat hulp gebruiken. Mijn man was aan het werk en mijn oudste dochter was ook weg. Frank zei nog, dat ik mij geen zorgen moest maken. Hij zou lekker een boek gaan lezen op de bank. Ik beloofde hem dat ik snel weer thuis zou zijn. Drie uur later deed ik de voordeur open, eenmaal in de woonkamer zag ik Frank naast de salontafel liggen. Hij had bloed op de zijkant van zijn gezicht en reageerde niet.
Ik kan het mezelf niet vergeven
Niet veel later kwamen de ambulancebroeders en mijn man binnenrennen. Al snel zeiden ze wat ik al dacht: Frank was overleden. Hoogstwaarschijnlijk heeft hij terwijl hij opstond om wat te drinken te pakken of naar het toilet te gaan, een epileptische aanval gekregen en is tijdens de aanval met zijn slaap tegen de salontafel aangekomen. Al negentien jaar lang hebben we veel verdriet. Ik kan het mezelf na al die jaren nog niet vergeven dat ik precies op dat moment niet thuis was. Het enige wat ik hoop is dat hij geen pijn heeft gehad. Wat doet het toch veel pijn om een kind te verliezen.”