Zo stimuleer je de taalontwikkeling van je kind
Taalontwikkeling heeft een belangrijke plek in de opvoeding. Als ouder heb je namelijk veel invloed op de taal- en spraakontwikkeling van je kind. Door praten en voorlezen stimuleer je taal. Ook als je kind zelf al kan lezen, is voorlezen belangrijk. Maar waar let je op en wat is belangrijk? Wij zetten 7 taal- en leestips op een rij, met de feiten en cijfers.
Het leren van taal is een natuurlijk proces, maar dit betekent niet dat het vanzelf gaat. Hoe jonger, hoe makkelijker kinderen de taal leren. Deze periode waarin je kind makkelijk een taal leert, duurt tot hij of zij zeven jaar oud is. Wordt een kind in deze periode niet voldoende gestimuleerd qua taal, dan zal hij nooit goed leren spreken. Daarom zijn juist die eerste jaren zo belangrijk.
Hoe begeleid je de taalontwikkeling?
Door je kind rustig te laten praten en door zelf de tijd te nemen om te luisteren en te antwoorden, stimuleer je de taalontwikkeling. Luister naar je kind en reageer op wat hij zegt, niet zozeer op hoe hij het zegt. Vertel ook wat je aan het doen bent of gaat doen als jullie samen thuis of op pad zijn.
Kromme zinnen van je kind kun je overigens het beste op een goede manier herhalen. Zo leer je hem hoe het moet, zonder het gevoel te geven dat wat hij zei fout was. Daardoor blijft het voor je kind leuk om te praten. Ook (voor)lezen, samen spelletjes doen, liedjes zingen en vragen stellen zorgt voor een goede ontwikkeling van de taal. Dat gaat bijna vanzelf in alledaagse situaties.
Voorlezen helpt enorm
Je wist het waarschijnlijk al, maar voorlezen is enorm belangrijk voor de taalontwikkeling van je kind. Je kunt niet vroeg genoeg beginnen. Is het met een baby nog plaatjes kijken, zodra je kind wat ouder wordt, kunnen de echte voorleesverhalen uit de kast. Bij het voorlezen kan het goed zijn om moeilijke woorden te omzeilen en saaie passages over te slaan. Een kleuter hoeft niet alles te begrijpen, maar het moet wel interessant zijn en hem het liefst aan het lachen maken. Zo leert je kind dat lezen leuk is en wordt hij gemotiveerd het zelf te leren. Dit leert hij rond de leeftijd van zes jaar, maar ook dan blijft voorlezen een fijne en goede bezigheid.
7 Taal- en leestips
- Gebruik het (voor)lezen als een rustmoment, bijvoorbeeld voor het slapen gaan. Televisie uit, speelgoed weg en gezellig samen zitten en aandacht voor elkaar. Praten over een boek heeft ook een positief effect op de leesmotivatie.
- Ook hierbij geldt: goed doen, doet goed volgen. Lees in het bijzijn van je kind de krant, een boek of tijdschrift. Zo leert je kind dat lezen een vanzelfsprekende tijdsbesteding is.
- Voer gesprekken met je kind. Dat kan altijd en overal: tijdens het eten, tijdens het naar school lopen en bij het naar bed gaan.
- Vertelt je kind een verhaal? Neem dan de tijd om er rustig naar te luisteren. Laat het helemaal uitpraten voordat je reageert. Help je kind zo nodig verder vertellen door iets te herhalen wat het heeft gezegd of door een vraag te stellen.
- Samen rijmen en zingen is goed voor de taalontwikkeling.
- Kinderen die zelf kunnen lezen, blijven het ook fijn vinden om voorgelezen te worden.
- Ook luisterboeken en digitale voorleesboeken zijn goed voor de taalontwikkeling en zeer geschikt voor onderweg en op vakantie.
Feiten en cijfers
- 39 procent van de ouders leest nooit voor.
- Van ouders met belangstelling voor lezen, blijkt de moeder in 65 procent en de vader in 8 procent, van de gevallen degene te zijn die dit het vaakste doet. 17 procent van de ouders leest ongeveer even vaak voor.
- Kinderen van ouders die betrokken zijn bij lezen, vinden lezen leuker, lezen vaker en komen vaker in de bibliotheek.
- Lezen in de vrije tijd is goed voor de taalontwikkeling van een kind en bevordert onderwijssucces.
- De kans dat een kind uitgroeit tot lezer wordt vijf keer zo groot als ouders een actieve leesopvoeding voeren. Ter vergelijking: de invloed van een leerkracht maakt die kans slechts 1,5 keer zo groot.
Astrid Roest werkte mee aan dit artikel. Ze is teamleider logopedie bij GGD Zaanstreek-Waterland en lid van de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF). Bron: Stichting Lezen