Zitten blijven (basisschool)
Basisscholen bepalen zelf de regels voor overgang naar een volgende groep. De overheid vindt dat zittenblijven zoveel mogelijk vermeden moet worden, omdat de problemen die kinderen hebben, vaak blijven bestaan of ze nu wel of niet blijven zitten.
In de praktijk echter komt zittenblijven slechts op 10 procent van de scholen helemaal niet voor. Op 70 procent van de scholen doubleert 1-3 procent en op 20 procent van de scholen blijft meer dan 3 procent een keer zitten.
De meeste zittenblijvers zitten in groep 3 en 4. Sommige scholen staan zittenblijven alleen in bepaalde groepen toe, bijvoorbeeld in groep 3 en 8.
Elke school hanteert eigen normen en regels, die vermeld staan in de scholengids. Ook biedt de website van de Onderwijsinspectie per school informatie over de kwaliteit, sfeer, sterke en zwakke punten.
1 oktoberregeling
Vroeger bepaalde de 1 oktoberregeling of een kind van groep 2 naar groep 3 overging. Veel scholen gebruiken deze datum nog steeds, maar het is geen verplichting.
Welke argumenten spelen een rol?
- te timide, schuchter, weinig weerbaar, aanhankelijk
- privé-omstandigheden
- géén reden: slechte cijfers of een lage cito-uitslag
Hoe vertel je een kind dat het blijft zitten?
Vrijwel altijd gaat deze beslissing in nauw overleg met de ouders. Zij zijn dan ook degenen die het aan hun kind vertellen. De dag erna bespreekt de leerkracht het met het kind en daarna pas wordt de hele klas ingelicht.
Websites:
www.onderwijsinspectie.nl
www.ocw.nl – bij ‘ouders en verzorgers’ staat de onderwijsgids voor primair onderwijs
www.scholenlijst.nl – overzicht van alle basisscholen met een eigen website
Lees verder over
Rapporten, testen en leerlingvolgsysteem
Relatie ouder – leerkracht en school
Zitten blijven op het voortgezet onderwijs