Zeg geen ‘doe voorzichtig!’ maar laat je kind zelf de situatie inschatten
Hoe vaak roepen we op een dag niet tegen ons kind ‘doe voorzichtig’, ‘pas op’, ‘kijk uit’, ‘hou je vast’, ‘kijk voor je’… Vaak hè? En dat is logisch hoor, je wilt niet dat je kind iets overkomt, dus behoed je het voor gevaar. Maar, wat als je hiermee probeert te stoppen en je kind helpt om een (gevaarlijke) situatie in te schatten? Daarvan krijg je kind zelfvertrouwen en leert hij de wereld om zich heen goed kennen. En beter nog: hij leert te vertrouwen op zijn eigen gevoel, op zijn instinct.
Zelf de situatie inschatten
De grote wereld zit vol gevaren en een kind is zich daar (gelukkig) nog maar weinig bewust van. Jij daarentegen ziet overal gevaar in met je kind dat de wereld om zich heen aan het ontdekken is. Zonder erbij na te denken roep je dan ook de hele dag dag je kind moet oppassen of voorzichtig moet doen. Dit kan je kind angstig maken, omdat hij zonder dat jij erbij bent, niet meer weet waar hij wel of niet voor moet oppassen en wanneer hij wel of niet voorzichtig moet doen. Op een gegeven moment gaat je kind namelijk alleen die wijde wereld in en dan ben jij er niet voor hem om te roepen wanneer gevaar dreigt.
Het is dan ook belangrijk om je kind het zelfvertrouwen te geven om zelf te kunnen reageren op gevaarlijke situaties en daar zelf mee om te kunnen gaan. Ook als jij niet in de buurt bent.
Hoe leer je je kind de situatie zelf inschatten?
Met het roepen van kreten als ‘pas op’ en ‘kijk uit’ focus je op het gevaar dat dreigt, maar je wilt juist dat je kind gevaar zelf herkent en de risico’s zelf kan inschatten. Dat hij kan vertrouwen op zijn eigen instinct. En dat leer je door fouten te maken, door te vallen en weer op te staan. Dat is lastig voor jou, dat snappen we. Want je wilt niet dat je kind zich bezeerd. Daarom geven we een paar tips om je kind op een veilige manier te leren hoe hij kan gaan vertrouwen op zijn eigen kunnen.
- Laat je kind nieuwe dingen proberen waar je bij bent en ondersteun hem hierin. Houd je dus in en probeer niet te roepen dat hij op moet passen. Geef hem juist vertrouwen in zichzelf door dingen te zeggen als: kijk voor je als je fietst en houd je vast als je de trap af loopt.
- Moedig je aan kind bij de dingen die hij doet en laat hem geen dingen vermijden omdat het misschien gevaarlijk is. Op een klimrek kan je bijvoorbeeld vragen of het goed voor hem voelt om nog een trede hoger te gaan. Vraag of de zijn voet stevig op de trede staat, zodat hij de stap kan nemen. Zo leer je hem te vertrouwen op zijn eigen gevoel.
- Stuur je kind aan, bijvoorbeeld in het zwembad: voel je dat de stenen glad zijn waarop je loopt? Loop rustig over de gladde stenen.
Op deze manier praat je je kind geen angst aan, maar leer je hem gevaren herkennen en risico’s inschatten en dat geeft hem het zelfvertrouwen om later dingen zelf te proberen en ervaren, omdat hij weet dat hij op zijn eigen gevoel af kan gaan.
Luistert je kind niet naar ‘doe voorzichtig!’ of ‘kijk uit!’? Daar heeft hij zo zijn redenen voor