Hoe weet ik of mijn kind verlatingsangst heeft?
Verlatingsangst is normaal bij kinderen tot vier jaar. Als dit na deze leeftijd niet overgaat en erg heftig is, kan er sprake zijn van verlatingsangst.
De meeste kinderen die deze angststoornis hebben zijn tussen de zeven en negen jaar.
Heeft mijn kind verlatingsangst?
Als je kind na zijn vierde jaar niet zonder veel problemen alleen of bij anderen worden gelaten, dan kan er sprake zijn van een separatieangststoornis, ook wel verlatingsangst.
Kinderen met deze stoornis hebben een extreme angst wanneer zij niet bij hun ouders of opvoeders zijn. Vaak hebben ze last van heimwee en maken ze zich grote zorgen over de veiligheid en gezondheid van hun ouders. Of over wat hen zelf kan overkomen.
Kinderen met deze stoornis ontwijken daarom situaties waarin zij van hun ouders gescheiden zijn. Ze gaan liever niet naar school of op schoolkamp en houden niet van logeerpartijtjes. Hierdoor kan het kind weigeren naar school te gaan. Of er kunnen slaapproblemen ontstaan wanneer er geen ouder in de buurt is.
Symptomen verlatingsangst
Als je kind bang is om alleen te zijn, merk je dat aan het volgende:
- Je kind is steeds bang om je te kwijt te raken en durft nergens alleen naartoe. Het durft niet bij vriendjes te spelen of te logeren.
- Je kind is bang dat er iets ergs gebeurt wanneer jij niet in de buurt bent. Het is bijvoorbeeld bang dat er brand komt of dat er ingebroken wordt.
- Je kind wordt verdrietig, stil of boos als het toch ergens alleen naartoe moet of als jij weggaat.
- Je kind heeft moeite om op school de aandacht erbij te houden.
- Je kind heeft nachtmerries.
- Je kind kan last krijgen van hoofdpijn, buikpijn en misselijk zijn.
Verlatingsangst doorbreken
Als je kind bang is om zonder jou te zijn, kun je je kind helpen om het te doorbreken. Denk hierbij aan het volgende:
- Neem de angst van je kind serieus.
- Praat erover en laat weten dat je wilt helpen.
- Probeer rustig te blijven als je kind bang is.
- Laat merken dat je veel vertrouwen hebt in je kind, zonder dat je dat steeds zegt.
- Vertel op school over de angst van je kind, dan kunnen ze je kind ook daar helpen.
- Wil je kind niet met jou over de angst praten? Laat je kind dan met iemand anders praten. Of maak een afspraak met de huisarts.
Oefeningen tegen verlatingsangst
Ook is het goed om oefeningen tegen verlatingsangst te doen met je kind, zoals deze:
- Bedenk samen dingen die je kind kan doen in spannende situaties. Bijvoorbeeld aan iets anders denken of rustig ademhalen.
- Dwing je kind niet om iets te doen.
- Geef je kind een compliment als het iets doet wat het spannend vindt.
- Doe positief gedrag voor. Laat zien dat jij ook dingen doet die je spannend vindt en dat je daarvan leert.
- Help je kind om de angst te overwinnen met kleine stapjes. Durft je kind bijvoorbeeld niet zonder jou thuis te zijn? Spreek dan af dat een oppas de eerste keer tien minuten komt en maak dit steeds langer. Bespreek waar jij naartoe gaat. Eerst blijf je in de buurt, later kun je verder weg.
Daarbij is het belangrijk om te zorgen dat je goed contact hebt met je kind en je kind met andere kinderen. Dat doe je zo:
- Zorg voor een goede sfeer in huis met aandacht voor elkaar.
- Zorg voor duidelijke regels en maak afspraken met elkaar.
- Doe leuke dingen met elkaar.
- Zorg dat je kind genoeg contact heeft met kinderen die ongeveer even oud zijn.
Gezond leven
Tot slot is het belangrijk dat je kind gezond leeft. Daaronder verstaan we het volgende:
- Zorg dat je kind gezond eet, genoeg ontspant en genoeg slaapt.
- Laat je kind fietsen, buiten spelen en sporten.
- Laat je kind muziek maken, dansen of toneel spelen.
- Let erop dat je kind geen alcohol of drugs gebruikt.