5x de meest voorkomende valkuilen bij het corrigeren van je kind
Je doet het waarschijnlijk niet bewust, maar toch zal je regelmatig je kind corrigeren in wat hij of zij doet of zegt. Dat doe je uiteraard met de beste bedoelingen. Maar juist omdat je dit doet voordat je er erg in hebt, liggen er een aantal valkuilen op de loer voor het corrigeren van je kind.
Het corrigeren van je kind kan namelijk een negatief effect hebben op het zelfvertrouwen van je kind.
Corrigeren van je kind: de valkuilen
Hoe kun je reageren op je kind wanneer hij of zij ongewenst gedrag vertoont? Wat werkt er niet alleen op korte termijn het best, maar ook op de lange termijn? En: wanneer kun je je kind het best streng toespreken? Dat zijn vragen waar iedere ouder af en toe mee worstelt. Een eenduidig antwoord is er niet, want ieder kind is anders en zo ook iedere ouder. Misschien hecht je waarde aan een opvoedstijl als gentle parenting. Misschien vind je zo’n dergelijke opvoedstijl juist nonsens.
Wat je wellicht dichterbij het antwoord kan brengen, is je bewust worden van de valkuilen die bij het corrigeren van je kind op de loer liggen. Dit zijn de meest voorkomende valkuilen bij het corrigeren van je kind.
1. Dreigen
“Als jij je bord nu niet leeg eet, mag je morgen de hele dag niet op de tablet.” Oei, dat is een stevig dreigement. En waarschijnlijk ook een loos dreigement waar je je helemaal niet aan kunt houden. Dat weet je kind ook. Want pas op, kinderen weten heel goed wanneer je dreigt zonder de consequenties van die dreiging uit te voeren. Zorg daarom voor een duidelijke, haalbare waarschuwing waarbij je ook daadwerkelijk doet wat je zegt. Laat het menens zijn; dan begrijpt je kind de ernst van de situatie.
2. Geen grenzen stellen
Dat brengt ons bij het volgende punt. Wil je je kind aanspreken op zijn of haar gedrag, dan vereist dat duidelijke en heldere communicatie. Hoe duidelijker de regels en grenzen, hoe veilig je kind zich voelt. Je kind weet dan precies waar het aan toe is. Stel duidelijke grenzen en wees consequent.
3. Vergelijken
“Je broertje heeft zijn bord al op.” Vergelijken, zeker met meer kinderen in het gezin, gebeurt voordat je er erg in hebt. Maar echt positief is het niet (want even: wanneer ben jij blij geworden toen je jezelf met een ander vergeleek?). Wanneer je je kind met anderen vergelijkt, kan dit je kind onzeker maken. Eigenlijk zeg je dat iemand anders beter is dan je kind en wijs je je kind persoonlijk af.
4. Schreeuwen
Ook ons geduld is niet eindig en dus kan het zomaar gebeuren dat je staat te schreeuwen naar je kind. In de meeste gevallen werkt dit averechts en wordt de ellende alleen maar groter. Je kind schreeuwt terug, want schreeuwen mag blijkbaar. Of je kind schrikt van jouw reactie en raakt overstuur, verdrietig of boos. Het helpt in ieder geval allemaal niet bij het overbrengen van je boodschap.
Loop daarom even weg, tel tot tien en zorg ervoor dat je je eigen woede en frustratie onder controle hebt. Ben je bedaard? Dan kun je terug naar de situatie lopen en je kind corrigeren.
5. Omkopen
“Als je nu je bord leeg eet, mag je straks nog even op de tablet.” Dit is iets wat iedere ouder wel eens doet, je ontkomt er bijna niet aan. Toch werkt dit ongewenst gedrag in de hand, want je wilt dat je kind iets doet omdat het juist is. Niet omdat er een beloning tegenover staat.
Hoe het dan wel kan? Je leest hier 4 positieve manieren om je kind te corrigeren op vervelend gedrag.