8 verschillende typen leerkrachten en hoe je met ze communiceert
Een nieuw schooljaar betekent vaak een nieuwe juf of meester. Dit is even wennen voor je kind en voor jou. Wij zetten acht typen juffen en meesters op een rij. Met een handleiding hoe je het beste met zo’n leerkracht om kunt gaan.
De ene juf is heel streng, de andere meester heel onzeker. Iedere juf of meester is anders en dat zal een ander effect hebben om je kind en zijn ervaringen op school. Deze typen kunnen we onderscheiden.
Typen leerkrachten
Welke juf of meester heeft jouw kind?
1. De leidende leerkracht
Dit is een zelfverzekerde, enthousiaste leerkracht die de klas in de hand heeft. Zij (of hij natuurlijk) ziet wat er gebeurt en wat de leerlingen nodig hebben als het om leren gaat (persoonlijke problemen herkent ze minder goed). Improvisatie en inspraak van de kinderen voorkomt ze door de touwtjes stevig in handen te houden. Leerlingen die zich niet aan de regels houden, tikt ze op de vingers. Er hangt echter geen onvriendelijke sfeer in de klas. De leerlingen vinden het fijn dat ze weten waar ze aan toe zijn.
Hoe communiceer je ermee?
In een gesprek met ouders neemt zij het voortouw. Ze is goed voorbereid, vertelt duidelijk en heeft verstand van zaken. Haar kracht – de leiding nemen – is echter ook haar valkuil: ze luistert niet altijd goed en vergeet vaak vragen te stellen. Dat kan je het ‘doktersgesprek’-gevoel bezorgen: je knikt ja en nee, en beseft buiten dat je niets wijzer bent. De oplossing: bereid je goed voor. Maak een vragenlijstje. Bedenk wat jij met het gesprek wilt bereiken, welke doelen de leerkracht kan hebben, hoe je daarop kunt anticiperen en wat er achter haar emoties kan schuilen. Onzekerheid wellicht? Ook deze zelfverzekerde leerkracht kan gesprekken met ouders spannend vinden. Een ding moet je in ieder geval niet doen: zelf een leidende rol aannemen. Dan beland je in een machtsstrijd en gaat het niet langer over de inhoud. Tip: vraag aan het begin van het gesprek: ‘Zou het een idee zijn als we eerst allebei even onze punten noemen?’ Zo bepaal je samen de inhoud van het gesprek zonder dat je haar leiderschap betwist.
2. De helpende leerkracht
Deze leerkracht vindt een prettige sfeer in de klas heel belangrijk. Ze interesseert zich voor de kinderen, is zorgzaam, probeert zich voor iedereen redelijk en vriendelijk op te stellen. Ook helpt ze de kinderen uit eigen initiatief, brengt ze op ideeën, treft voorzieningen en stelt gerust. Ze vertelt enthousiast, de leerlingen luisteren geboeid en ze hoeft zelden naar regels te verwijzen. Er is ruimte voor een grapje. Ze is betrokken bij de leerlingen en wil dat ze haar vertrouwen en met haar kunnen praten.
Hoe communiceer je ermee?
Zij is enorm invoelend en deelt haar eigen ervaringen met je, zegt dingen als ‘Mijn dochter had dat ook en toen deden we zus en zo’ waardoor je je in eerste instantie gehoord en begrepen voelt. Uiteindelijk lost dit echter niets op voor jouw kind omdat ze voorbijgaat aan het feit dat haar kind nooit exact hetzelfde ervaren kan hebben als het jouwe. Zij luistert niet open en jij gaat met je probleem terug naar huis. Gelukkig kun je met deze leerkracht goed en op gelijk niveau praten en kan ze tegen kritiek. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik begrijp dat jij dit ook hebt meegemaakt, maar wilde het toch eigenlijk graag nog even over mijn eigen kind hebben.’ Of: ‘Ik heb het idee dat het toch nog niet helemaal duidelijk is wat er speelt en wat we daaraan kunnen doen.’ Zet vooraf of nadien de kwestie op papier of in de mail zodat deze leerkracht er nog eens in alle rust over kan nadenken.
3. De begripvolle leerkracht
Deze leerkracht heeft een goed oog voor persoonlijke relaties en groepsprocessen. Zij probeert de leerlingen te begrijpen, leeft mee, toont waardering. Over onenigheden wil ze praten, zonder ruzie. Als kinderen om uitleg vragen, krijgen ze die altijd. Ze is bereid naar de leerlingen te luisteren en compromissen te sluiten. Heeft weinig ordeproblemen. Leerlingen werken aan hun taken omdat ze het plezierig vinden in de les.
Hoe communiceer je ermee?
‘Je kunt altijd bij me langskomen’ is haar credo. Dit lijkt dan ook de ideale leerkracht. Zij stelt zich geduldig, soepel en open op en luistert goed. Een valkuil kan echter zijn dat ze te veel van de ouders verwacht en zelf weinig initiatief neemt om aan de bel te trekken bij problemen. Ze is zo soepel dat het ten koste van de duidelijkheid kan gaan en je je na afloop kunt afvragen of je nu afspraken hebt gemaakt of dat jullie gewoon een prettig gesprek hebben gevoerd. Zorg er daarom altijd voor dat je een vervolgafspraak met haar maakt en dat zij de datum en de doelen van dat gesprek vastlegt. Bevestig zelf na afloop per mail wat jullie afgesproken hebben voor wanneer.
4. De tolerante leerkracht
Leerlingen krijgen veel ruimte en vrijheid van deze leerkracht. Ze hebben een vrij grote inbreng en krijgen snel hun zin. De leerkracht ziet geregeld iets door de vingers. Dat zorgt voor een wat rommelige, maar vriendelijke sfeer in de klas. De leerkracht stoort zich daar niet aan. Zij vindt het al snel goed. Ze geeft de klas veel verantwoordelijkheid en houdt tegelijk rekening met individuele verschillen in tempo en capaciteiten van de leerlingen. De kinderen zijn door die betrokkenheid heel gemotiveerd.
Hoe communiceer je ermee?
Voor ouders is het echter hard werken in een gesprek met deze leerkracht. Zij is namelijk zo meegaand dat ze alles aan de ouders overlaat. Ze zegt dingen als ‘Wat had u zelf gedacht?’ of ‘Wat zou u graag willen?’ Trek haar weer in een actieve houding door op haar vragen te antwoorden met ‘Wij willen zus en zo, maar wij kunnen wel zoveel willen. De vraag is: kunt ú dat voor ons doen?’ Voorkom dat zij onvoorbereid het gesprek in stapt, mail haar van tevoren waar je over wilt praten. Check of je probleem of vraag is overgekomen door haar te laten samenvatten wat er besproken is, of op zijn minst wat er is afgesproken. Een oplettende leerkracht schrijft tijdens het gesprek dingen op. Zelf na afloop een samenvatting mailen is ook hier een aanrader.
5. De ontevreden leerkracht
Dit is het type dat demonstratief zwijgend wacht tot het stil is. Zij wantrouwt de leerlingen. Denkt dat ze allemaal spieken of haar belachelijk maken. Ze mokt, levert kritiek, dreigt voortdurend met straf zonder daar consequenties aan te verbinden. De leerlingen presteren hierdoor weinig. Ze stellen zich agressief op, net als de leerkracht, die al haar energie steekt in pogingen de onruststokers uit te schakelen waarbij ze vaak de verkeerde leerlingen straft. De leerstof is in de klas van deze leerkracht naar de laatste plaats verdreven.
Hoe communiceer je ermee?
Het kost je als ouder moeite om tot haar door te dringen. In werkelijkheid wil deze leerkracht het namelijk juist allemaal heel erg goed doen en vreest ze voor verwijten die het tegendeel staven. Door deze angst legt ze de oorzaken voor problemen bij anderen neer. Bereid je voor op deze emoties. Benoem haar gevoelens: ‘Ik merk dat u er van schrikt als ik dit zeg. Klopt dat? Hoe komt dat?’ Kies je woorden zorgvuldig. Gebruik ik-boodschappen. Vermijd het woord ‘waarom’, dat heeft een verwijtende lading. Voorkom dat je boven de leerkracht komt te staan. Blijf de verbinding zoeken. Het kan daarbij ook helpen om je eigen emoties te benoemen.
Ga zeker niet verwijtend praten. Dan gaat deze leerkracht hard in de verdediging en kom je nergens meer. Begin met positieve opmerkingen, benoem wat er goed gaat. Stel rustige stap voor stap-vragen: ‘Wat gebeurt er precies in de klas wanneer het probleem met onze dochter zich voordoet? Hoe reageert u op dat moment? Hoe reageert ons kind?’ Bespreek slechts één probleem tijdens het gesprek.
6. De onzekere leerkracht
Ze doet erg haar best om het lawaai te overstemmen en iedereen te helpen, maar dat lukt dit type niet al te best. Er zit weinig orde en structuur in haar lessen. De kinderen vinden haar wel aardig, maar plagen haar ook omdat ze voelen dat ze niet weet hoe ze het moet aanpakken. Een klein groepje vooraan volgt de les, de rest is met iets anders bezig. Ze probeert van alles, maar ziet de chaos groeien.
Hoe communiceer je ermee?
Ze komt je paniekerig en chaotisch tegemoet, deze leerkracht. Ze ziet namelijk vreselijk op tegen gesprekken met ouders. Zeker als die goedgebekt zijn. Door de zenuwen is ze de gegevens van je kind kwijt of heeft ze het dossier van een ander kind voor zich. De kunst is: houd haar bij de les. Zet van tevoren je lijn uit. Benoem bij deze leerkracht liever geen emoties. Als je te maken hebt met een beginnende leerkracht, kun je vragen of er nog iemand bij het gesprek aanwezig kan zijn. Zeg bijvoorbeeld: ‘U bent nog niet zo lang hier op school, zou het misschien prettig zijn als we er een collega bij halen die bekend is met de gang van zaken?’ Gaat het om een disfunctionerende leerkracht, houd het dan zakelijk: ‘Ik zou het prettig vinden als er een intern begeleider bij het gesprek aanwezig is.’ Dan is de toon meteen gezet, maar dat was-ie toch al hoogstwaarschijnlijk. Is het gewoon een zeer onzekere leerkracht, benadruk dan eerst wat leuk gaat en zeg dan iets als: ‘Ik merk dat het lastig voor u is om met Martijn om te gaan. Wat heeft u voor ideeën om dat beter te laten verlopen?’
7. De corrigerende leerkracht
Dit is een kwaaie. Je moet haar niet boos maken, maar helaas is dat snel gebeurd. Wie in de fout gaat, kan direct straf of een sarcastische opmerking verwachten. Deze leerkracht wil dat de leerlingen goed weten wat verboden is en heeft dan ook geregeld ruzie met ze.
Hoe communiceer je ermee?
Deze leerkracht vat alles wat je zegt als een verwijt op. Voorkom dat door vragenderwijs met haar te communiceren: ‘Hoe beleeft u Marie in de klas?’ ‘Kunt u daar voorbeelden van geven?’ ‘Heeft u zelf al eens met haar gesproken?’ ‘Wat ziet u als een oplossing?’ ‘Denkt u dat dat werkt?’ ‘Hoe denkt u dat zij school beleeft?’ ‘Herkent u onze observatie dat zij met tegenzin naar school gaat?’ ‘Is het uw bedoeling dat zij bang voor u is?’ Zo kun je er voor proberen te zorgen dat ze het probleem door de ogen van je kind gaat bekijken. Zij verwacht namelijk dat alle initiatief vanuit de leerling komt. Het doel van een gesprek met dit type leerkracht is haar zich te laten afvragen: ‘Wat kan ík doen voor deze leerling?’
8. De strenge leerkracht
Orde en stilte in de klas, dat vindt zij zeer belangrijk. Ze stelt hoge eisen aan de leerlingen, geeft moeilijke proefwerken en is daarbij niet gul met beoordelen. Kinderen die achterlopen of door hun gedrag afkeuring oproepen, zijn vaak bang voor deze leerkracht die houdt van normen en regels, controleren en beoordelen.
Hoe communiceer je ermee?
Deze dominante leerkracht is van mening dat ‘ouders zich er niet mee moeten bemoeien’. Als een kind niet werkt, krijgt hij een onvoldoende, punt. Houd het gesprek daarom heel zakelijk. Haal feiten aan. Softe argumenten werken bij haar als een lap op een rode stier. Als de strenge leerkracht oreert dat je zoon of dochter slecht presteert omdat hij thuis te weinig oefent, kun je informeren naar haar definitie van ‘thuis oefenen’, vraag wat zij daarvan verwacht en wat er in de klas gedaan wordt om te leren hoe je thuis oefent. Laat zien dat je als ouder weet waarover je praat maar laat haar als deskundige in haar waarde. Zeg bijvoorbeeld: ‘Wij zien dat hij thuis zo en zo oefent. Hoe komt het, denkt u, dat die methode niet werkt? Kunt u ons advies geven over een betere methode?’ Of: ‘Wij hebben met onze zoon gepraat en merkten dat hij in de klas vooral bezig is met opletten of u hem straf gaat geven in plaats van met werken. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Herkent u dit? Wat zouden we daaraan kunnen doen?’
Lees ook:
Er bestaan 7 type opa’s: welke is jouw (schoon)vader?