11x tips om het voorlezen aan je kind nóg leuker te maken
Voorlezen versterkt de band met je kind en heeft veel voordelen voor zijn ontwikkeling. Het is daarom goed om het regelmatig te doen. Merk je echter dat je kind (of jijzelf) er soms wat minder zin in heeft? Gebruik dan deze elf tips om het voorlezen nóg leuker te maken.
Voorlezen is goed voor kinderen. Het stimuleert de taalontwikkeling van je kind en bovendien is het ook een gezellig momentje om te investeren in de ouder-kind band. Met deze tips wordt het bovendien een waar feestje.
Voorlezen nog leuker maken
Nog eentje dan?
1. Goed beginnen
Bekijk samen de kaft. Lees de titel van het boek voor. Praat met je kind over het omslag: waar zou het verhaal over gaan? Wat gaat er gebeuren? Maak je kind nieuwsgierig.
2. Neem de tijd
Lees minstens 15 minuten voor aan je kind. Vaak zijn ouders geneigd om dit korter te doen, namelijk maar vijf of tien minuten. Neem er dus gerust meer tijd voor.
3. Niet alleen op de bedrand
Voorlezen kan overal. Lekker op de bank na school of op andere momenten dat je kind moe of overprikkeld is en behoefte heeft aan rust (in plaats van de tv). Op een zondagmiddag met de hele familie bij de open haard. In de auto of de trein, in de wachtkamer van de tandarts, bij de kapper. Als je kind in bad zit. Wees creatief.
4. Lees ook oudere kinderen voor
Veel ouders stoppen met voorlezen zodra hun kind zelf begint te lezen. Terwijl het juist dan zo belangrijk is om voor te blijven lezen. Eerste leesboekjes zijn door hun eenvoudige taal en verhaal vaak niet al te boeiend. Kinderen zijn in deze fase bovendien zo bezig met het decoderen van de woorden, dat ze zich nauwelijks bewust zijn van de verhaallijn. Fijne voorleesboeken kunnen de afstand overbruggen tussen wat een kind (technisch) aankan en wat het graag zou willen lezen.
5. Maak er een traditie van
Kinderboekenschrijver Jacques Vriens hield tot ver in de puberteit van zijn twee zoons de traditie aan om tijdens vakanties voor te lezen. Zelfs als er een vriend of vriendin van de jongens mee was. ‘De laatste keer dat we samen weggingen, waren ze 16 en 18. De oudste had zijn vriendin mee. Ik had bedacht om deze keer maar geen boek voor te lezen, omdat hij dat waarschijnlijk kinderachtig zou vinden tegenover zijn vriendin.
De eerste avond in ons vakantiehuisje in Noord-Frankrijk zei onze oudste zoon: “Wat lees je dit jaar voor?” Ik was helemaal verbaasd. Bleek dat hij zijn vriendin al had voorbereid op het voorlezen en dat zij zich er heel erg op verheugde. Het werd dat jaar ‘De meester van de zwarte molen’ had ik meegenomen om zelf nog eens te herlezen.’
6. Schaamte is onnodig
Denk niet: ik kan niet voorlezen. Kinderen merken het niet eens als je een wat minder begaafde voor-lezer bent. Als je maar voorleest. Het gaat je kind om het moment van samenzijn, één-op-één-aandacht, de intimiteit en de troost die daar van uitgaan.
7. Verwonder je samen
Stel je op als meelezer in plaats van dat je de leiding neemt. Stel niet direct vragen maar reageer alsof jij het verhaal ook voor het eerst hoort: je schrikt, verheugt je of verbaast je – net als je kind. Zeg bijvoorbeeld alleen op medelijdende toon ‘ach’; of ‘o jee’. Of kijk verbaasd naar je kind, met opgetrokken wenkbrauwen en laat even een stilte vallen. Een vraag is sturend, reageer je als meelezer dan geef je je kind ruimte om op zijn eigen manier erop in te gaan. Ook trek je hem nog meer het verhaal in. Over een vraag moet je kind nadenken, wat hem uit het verhaal en het moment haalt. Bovendien leert je kind van jouw manier van reageren welke emotionele reacties mogelijk zijn op gebeurtenissen.
8. Gebruik stemmetjes met mate
‘Stemmetjes zijn leuk,’ zegt Jacques Vriens, geoefend voorlezer als kinderboekenschrijver, vader van twee zoons, opa van een kleindochter en voormalig schoolmeester. ‘Maar je hoeft het niet te overdrijven. Het is een boek, geen hoorspel. De heks uit Hans en Grietje mag best een beetje eng klinken en als iemand het echt leuk vindt om stemmetjes te maken, moet hij het zeker niet laten. Maar de kans bestaat dat het te veel wordt, en je zelf in de war raakt van al die stemmen.’
9. Geloof wat je leest
Wel of geen stemmetjes, gebaren of andere trucs doen er eigenlijk niet toe, zegt ook acteur en verteller Hakim Traïdia. Zelf vindt hij het raar om, als er een heks binnenkomt in het verhaal, met zijn eigen zware stem te zeggen: ‘Zal ik jou eens meenemen op reis.’ Maar het belangrijkste is: als jij erin gelooft, gelooft je kind het ook. Als jij er met je hoofd niet bij bent, valt de aandacht van je kind geheid ook weg.
10. Voorlezen én praten
Hoe meer ouders met een kind praten over een boek, hoe meer betekenissen van woorden, namen en klanken van letters een kind kent. Een kind dat meer woorden kent en al vroeg meer van verhalen begrijpt, leert op de basisschool sneller technisch lezen en is in het middelbaar onderwijs beter in staat teksten te begrijpen.
11. Blijf de tekst trouw
Houd je aan de tekst van het boek dat je voorleest, stelt pedagoge Suzanne Mol. Versimpel zinnen of woorden niet uit angst dat je kind het niet begrijpt. ‘Het voorlezen is een unieke kans om woorden te leren die je in het dagelijks taalgebruik niet tegenkomt.’ Ook al staan er soms moeilijke woorden in boeken, kinderen pikken de betekenis vaak wel op door de context van het verhaal. Of je legt ze simpelweg even uit.
Lees ook:
Waarom het juist goed is om kinderen te blijven voorlezen (ook als ze ouder worden)