5 tips voor omgaan met broertjes en zusjes die ruziemaken met elkaar
Het hele gezin elke dag thuis vergt nogal wat aanpassingsvermogen van iedereen. Ook tussen de kids, want die kunnen af en toe flink ruziemaken met elkaar. Dit is vermoeiend voor iedereen en waarschijnlijk heb je helemaal geen zin om hier steeds tussen te moeten gaan zitten.
Ruziemaken hoort erbij, maar toch…
Toch horen die ruzies erbij. Het mooie van broertjes en zusjes is, dat het altijd wel weer goedkomt, want ze houden onvoorwaardelijk van elkaar. Hoe ga je het beste om met die ruzies en kan je ze voorkomen?
1. Behandel al je kinderen hetzelfde
Klinkt logisch misschien, maar vaak gebeurt dit toch (onbewust) niet. Zo wijs je sneller een ouder kind op zijn gedrag tegenover een jonger broertje of zusje, dan andersom. Zeg dan dus ook tegen het jongere kindje dat hij geen speelgoed af maken pakken van zijn oudere broer of zus (ook al is hij nog te jong om dit daadwerkelijk te begrijpen), dit zorgt ervoor dat het oudere kind zich net zo gewaardeerd voelt.
2. Geef ze een eigen plek/tijd voor speelgoed
Een kind moet leren om samen te delen, maar hij mag ook best wat speelgoed hebben dat helemaal van hem alleen is. Geef elk kind daarom bijvoorbeeld ieder een eigen la in een kast, waar ze eigen speelgoed in op mogen ruimen waar verder niemand aan mag zitten. Oudere kinderen kan je een plek aanbieden, aan tafel of op hun kamer, waar ze in alle rust zelf kunnen spelen.
Televisiekijken met meerdere kinderen kan ook ruzies veroorzaken, bijvoorbeeld omdat de een iets anders wil zien dan de ander. Geef elk kind dan bijvoorbeeld een tijdsblok om zelf televisie (of iPad) te kunnen kijken.
3. Leer kids positief met elkaar omgaan, ook tijdens een ruzie
Leg ze uit dat ruziemaken mag, maar slaan niet. Leer je kinderen hoe ze met woorden een ruzie oplossen en laat ze zelf oplossingen bedenken. Wijs zelf nooit een schuldige aan, dat doet er op dat moment niet toe. Laat beide kids hun verhaal doen en laat ze dan met jouw hulp tot een oplossing komen.
Gaat de ruzie te ver? Slaan de kinderen elkaar bijvoorbeeld? Zet ze dan beide even op een andere plek in de kamer, zodat ze tot bedaren kunnen komen. Daarna kunnen ze samen bedenken hoe ze weer verder kunnen spelen. Beloon je kinderen ook met een compliment als ze zelf een ruzie oplossen, zonder jouw hulp.
Praat ook zelf op een positieve manier met ze, ook als je iets duidelijk wilt maken. Bijvoorbeeld: ‘Zorg dat jullie aardig tegen elkaar zijn’ of ‘Houden jullie je handen en voeten bij je?’.
4. Maak schema’s
Net als met het televisiekijken, kan je ook een schema maken voor andere dingen in huis. Vooral met oudere kinderen kan dit heel fijn zijn. Bijvoorbeeld tijdsblokken voor de badkamer en afspraken over de tafel afruimen en het vuilnis buitenzetten.
5. Laat je kinderen iets liefs zeggen over elkaar
Dit kan je bijvoorbeeld elke avond tijdens het avondeten doen, als iedereen bij elkaar is. Laat elk kind iets liefs zeggen over zijn broertjes en zusjes, maar ook over jullie als ouders. En doe dit zelf ook. Door deze waardering dagelijks naar elkaar uit te spreken, versterk je jullie band.
Lees ook:
- Kind wordt gepest door broer of zus: dit is de psychologie erachter
- Deze lessen leren broertjes en zusjes die een kamer delen
- 5 tips om je kids een kamer te laten delen, zonder dat de hel losbreekt