Tieners en uitgaan: laat thuiskomen en doorwaakte nachten
Tot hun veertiende houden ze zich meestal nog rustig, maar daarna breken ze los. Het grote uitgaan is begonnen en daarmee het onderhandelen, soebatten en schipperen: ‘Anderen mogen ook en ze mogen ook veel later thuiskomen.’ J/M Ouders hield een enquête onder ouders over hoe zij omgaan met uitgaan.
Je dochter wil tot één uur feesten, maar jij vindt half twaalf wel welletjes. Hoe ga je daar dan mee om? Er bestaat nou eenmaal geen standaard thuiskom-tijdentabel. En dat is lastig want stappen is een van de meest populaire bezigheden van tieners. Bij vijftien- tot negentienjarigen staat het zelfs op nummer 3 van de persoonlijke ‘interessen-top tien’, na films en popmuziek. Om een beetje houvast te bieden, hield J/M Ouders een mini-enquête onder 57 ouders. En wat blijkt? Zoveel zielen, zoveel zinnen, maar er zijn gelukkig wel wat algemene tendensen.
Schippermethode
Tot hun veertiende is het nog rustig op het stapfront. Jonge tieners gaan hooguit af en toe naar een school- of verjaardagsfeestje en laten zich dan netjes om een uur of twaalf door pa en ma ophalen. Vanaf hun vijftiende is het uit met de rust: dan lusten ze er wel pap van. Volgens het CBS gaat eenderde tot meer dan de helft van de vijftien- tot zeventienjarigen minstens één keer per maand naar een disco, nog afgezien van hun (wekelijkse) bezoekjes aan kroeg of vrienden.
Hoe laat ze thuis moeten komen varieert, maar uit de J/M Ouders-enquête komt per leeftijdsgroep wel een grote gemene deler naar voren. Zo is één uur voor de meeste veertien- en vijftienjarigen een heel acceptabele tijd en gaan oudere tieners minstens tot twee á drie uur uit (zie tabel). Die tijd wordt doorgaans (47 procent) in overleg met het kind vastgesteld volgens de ‘schippermethode’: onderhandelen en een beetje water bij de wijn doen. Sommige ouders zijn wat dat betreft door schade en schande wijs geworden. ‘In het begin hadden wij onze zoon vastgepind op een eindtijd. Dat leverde veel strijd op. Nu geven we hem meer vrijheid.’ Vaak wordt het langzaam opgebouwd: per jaar komt er een half uur of een uurtje bij.
Opgedrongen
Ouders voelen zich lang niet altijd gelukkig met de afgesproken tijd. ‘Het gaat niet van een leien dakje. Ze komen vaak met tegenargumenten om de tijd te rekken.’ ‘Anderen mogen ook!’ is een populaire opmerking, soms nog subtiel afgemaakt met ‘anders moet ik alleen naar huis’; voor de meeste ouders een waar schrikbeeld. Omdat ze vaak niet weten wat normaal is, zijn ze gevoelig voor dit soort redeneringen.
Bij checken vallen die anderen overigens nogal eens door de mand: ‘Ik kreeg een keer argwaan en belde die ouders. Bleek dat hun kinderen precies hetzelfde hadden gezegd! Nu kijkt mijn dochter wel beter uit. Als ik alleen al dreig die of die te bellen, bindt ze in!’ Bij anderen hoeven ze er niet eens mee aan te komen: ‘Ik laat me niet chanteren,’ zegt een van hen. ‘Want a. het is niet waar en b. nou en?’ Sommigen storen zich ronduit aan slappelingen die veel te makkelijk ‘ja’ tegen hun kind zeggen: ‘Als wij als ouders ons aan de regels houden met betrekking tot uitgaan en drank (grens tot 18 jaar), dan voorkomt dat een hoop problemen.’
Eigen verantwoordelijkheid
Het feit dat disco’s steeds later opengaan én sluiten en dat feesten pas na twaalven leuk worden, is velen een doorn in het oog. Als de jeugd pas om elf uur uitgaat, kun je niet met goed fatsoen eisen dat ze al om één uur weer terug zijn. Ook het openbaar vervoer kan ertoe leiden dat ouders het gevoel hebben dat het thuiskomtijdstip ze eigenlijk is opgedrongen: ‘Ik vind drie uur te laat, maar ja, de nachttrein rijdt niet eerder.’
Vanaf een jaar of 16 mogen steeds meer pubers zelf bepalen hoe laat ze de terugreis aanvaarden. ‘Zo wordt het háár verantwoordelijkheid. Hoe meer ze die aankan, hoe meer vrijheid ze krijgt.’ De meeste kinderen beschamen dit vertrouwen niet: ‘Ze komt soms zelfs voor enen thuis!’ Bovendien leren ze zo ‘dat een extreem stapweekend niet handig is als je een toetsweek voor de boeg hebt. Als je alles maar voorkauwt, gaat dat er minder snel in.’
Samen naar huis
Van de ouders uit de mini-enquête is 86 procent blij met hun uitgaansregeling. Vooral degenen die hun kind nog ophalen: een betere garantie is er niet. Vanaf een jaar of 15 is die mogelijkheid echter wel verkeken. Toch houden ook oudere kinderen zich doorgaans prima aan hun tijd, al is het vaak met een kwartiertje ‘opslag’. Slimme ouders calculeren dat in door een marge aan te houden of een eerdere tijd mee te geven. En slimme kinderen kennen het trucje van ‘Even bellen of sms’en als je te laat bent’ – een regel die veel ouders stellen en dat vaak dat hoognodige half uurtje respijt biedt.
Het stappen is aan meer regels gebonden, waarvan ‘Altijd met anderen samen naar huis’ wel de bekendste is: ‘Mijn dochter (16) weet dat wij het belangrijker vinden dat zij veilig thuiskomt, dan dat ze precies op tijd is. Dus moet ze van tevoren afspreken hoe ze naar huis gaat: samen fietsen met vriendinnen, ergens blijven slapen of zich op laten halen.’
Haar is ook op het hart gedrukt te bellen als zij zich ergens niet prettig voelt. ‘Desnoods ga ik mijn bed uit.’ Mobieltje mee (én aan!), reserve-taxigeld, doorgeven waar je bent, melden bij thuiskomst, niet stomdronken thuiskomen, je tijdens het stappen niet te veel met eventueel onrecht bemoeien; het zijn allemaal afspraken die ouders met hun stappers maken. Sommige zijn heel stoer: ‘Hoe laat kinderen of ouders ook thuis waren, zondagmorgen wordt altijd om negen uur gezamenlijk ontbeten.’ En: ’s Avonds een vent, ’s morgens een vent: een chagrijnig hoofd pik ik niet!’
Smoezen
Het is niet altijd zo soepel verlopen, bekent een aantal ouders eerlijk. De meeste kinderen zijn echt wel eens over de schreef gegaan. ‘Op zijn veertiende heeft mijn zoon een keer midden in de nacht eieren naar een huis gegooid. Hij is toen op het politiebureau verhoord en moest vervolgens naar bureau Halt. De eerstvolgende keren dat hij daarna uitging, was dat steevast met de toevoeging: “Veel plezier enne… geen eieren gooien, hè?” We kunnen er nu hartelijk om lachen.’ Een enkeling maakte het helemaal bont: ‘Mijn dochter kwam keurig op tijd thuis. Maar ze ging daarna net zo hard weer weg. Pas veel later kwam ik erachter!’
Anderen bleven wel eens een nacht weg, kwamen stomdronken thuis of waarschuwden niet dat het later werd. En dan de smoezen! De een nog beter dan de ander. Een greep: de nachtbus viel uit, er stond zo’n lange rij bij de garderobe, ze drongen allemaal voor, de trein was zó druk dat we hem maar voorbij hebben laten gaan, mijn band was lek, ik moest mijn dronken vriendinnetje thuisbrengen, mijn licht deed het niet dus ik ben dat hele eind maar gaan lopen. De meeste ouders trappen er na een keer of drie niet meer in. Hun kinderen kunnen rekenen op een weekend huisarrest of eerder thuiskomen, al lukte het niet iedereen die sanctie vol te houden: ‘Dan werd ik het volgende weekend toch weer door hem verleid.’
Zorgen maken doorgewinterde ouders zich niet meer zo. Hun kind heeft inmiddels bewezen niet in zeven sloten tegelijk te lopen. Hoe anders was dat in het begin van diens stapcarrière! Ze lagen wakker, ontwaakten stipt op het afgesproken tijdstip en hingen direct aan de telefoon als het later was. Of ze lieten hun man opblijven. Die schijnen daar in het algemeen wat beter tegen te kunnen en de moeders ‘slapen dan veel rustiger!’
Ontstaan thuiskomtijd
In overleg met kind (en partner) 47%
Zelf besloten 19%
In overleg met partner 9%
Anders 5%
In overleg met anderen 2%
Onbekend 2%
Niet van toepassing (geen tijd afgesproken, kind gaat niet uit) 16%
Bron: mini-enquête J/M Ouders, % op aantal ouders (57)
Oordoppen in en slapen
Bernadette de Bruyn, moeder van Quirijn (18) en Carlijn (15): ‘Ik doe nu oordoppen in en ga slapen.’
‘Waar ik me vooral zorgen om maak, is dat Quirijn zoveel drinkt tijdens het uitgaan. Komt-ie me de volgende ochtend trots vertellen hoeveel flügels hij wel niet op heeft! Ik heb hem ook een keer ’s nachts op de grond aangetroffen met zijn neus in de keukenkastjes. Hij wist niet hoe hij was thuisgekomen en hij was ook allemaal paaltjes tegengekomen op plekken waar normaal geen paaltjes staan!
Quirijn’s stapcarrière begon op zijn zestiende. Eerst even naar iemand thuis en dan om een uur of half twaalf de stad in, naar een pool- of rockcafé of de disco. Aanvankelijk moest hij om één uur thuiskomen, maar dat heeft hij al snel om weten te draaien naar later. Moest-ie dan in zijn eentje de hele stad door fietsen? Ik was daar wel gevoelig voor. Mijn man is meer van de strenge. Die vindt: regels zijn regels. We hebben daar wel veel ruzie over gehad. Uiteindelijk “won” ik en had Quirijn het voor elkaar dat hij toch een uurtje langer mocht blijven.
Op zijn zeventiende kwam-ie om half vier thuis en nu soms pas om half zes. Hij mocht van ons maar één keer per week uit. Helaas hadden we dat “uit”’ niet goed omschreven. Voor hem was dat naar de stad gaan: naar feestjes bij mensen thuis hoorde daar toch niet bij? Zo kwam hij ieder weekend toch wel aan zijn trekken.
Nu is hij 18 en moet ik hem loslaten. Dus doe ik oordoppen in en ga slapen. Anders lig ik toch maar te luisteren of-ie er al is. Hij heeft genoeg onder zijn pet meegekregen van ons: daar moet hij het mee doen. Tja, dat klinkt wijzer dan ik me af en toe voel, hoor!’
Steeds later
Ingrid Prinsen, moeder van Iris (16) en Julian (14): ‘Nietsvermoedend geef je steeds meer toe.’
‘Iris is een echt uitgaansbeest. Het begon heel onschuldig op haar veertiende. Ze ging toen één keer per maand tot elf uur naar de tienerdisco. Als ouders heb je dan nog niet door dat je langzaam maar zeker het schip in gaat. Want zo’n tienerdisco is een opwarmertje om ze lekker te maken voor het echte stappen. Iris smachtte naar haar zestiende verjaardag: dan mocht ze legitiem uit in de echte disco! En die begínnen pas om elf, twaalf uur! Nietsvermoedend geef je steeds meer toe. Totdat je denkt: “Ho, stop!” Maar dan ben je al te laat.
Ze heeft heel wat trucjes uit de kast gehaald om uit te kunnen. Zo ging ze al op haar vijftiende naar de volwassenendisco. Met een vervalste identiteitskaart. Voor het veel te laat thuiskomen had ze altijd een aannemelijke smoes: mobiel zoek, fietssleutels of jas kwijt. In het begin geloofden we haar, tot het ons opviel dat het wel érg vaak gebeurde. Nu hebben we afgesproken dat ze ons opbelt en dat wij haar dan komen helpen zoeken. Sindsdien zijn er nog maar zelden dingen zoek!
Ze gaat nu elke vrijdag en zaterdag uit tot een uur of twee. En elk weekend wil ze weer over die eindtijd onderhandelen. Meestal houden we voet bij stuk. Met als gevolg dat ze met slaande deuren naar haar stapavondje vertrekt. Maar ja, ze heeft er alle ellende graag voor over. Soms denk ik wel eens dat uitgaan vooral een populariteitstest is. Iedereen kent Iris en zij kent iedereen. Al had ik liever dat ze hen van de scoutingclub kende!’
Geen vaste tijd
Ummühan Cretier, moeder van Berfin (15): ‘Een vast tijdstip meegeven heeft geen zin’
‘Wij hebben nooit afspraken. Het enige wat wij willen, is weten waar ze is, met wie, hoe ze thuiskomt et cetera. Een vast tijdstip meegeven heeft geen zin. Als het gezellig is, willen ze langer blijven. Is het saai, dan willen ze eerder naar huis. Onze dochter Berfin komt vaak eerder thuis dan wij verwachten. De vrijheid die we haar geven, heeft geresulteerd in een verstandige puber die niet drinkt, alles bespreekt en veel verantwoordelijkheid draagt.
Ik verbaas me over ouders die hun kind heel lang strak houden en ze dan in één keer laten gaan. Zoals een vriendinnetje van Berfin dat tot haar vijftiende niet uit mocht. Die ging dingen stiekem doen. Kinderen van tegenwoordig zijn veel wijzer dan wij vroeger: die weten in het algemeen wat goed voor hen is en wat niet. Je moet dat als ouders respecteren en ze als volwaardig behandelen. Regels maak je samen! Het lijkt wel of sommige ouders zijn vergeten dat ze zelf puber zijn geweest. Als je kinderen van begin af aan steeds meer verantwoordelijkheid geeft, zullen ze altijd het juiste kiezen. Daar ben ik van overtuigd.’
Lees ook:
- Drugsgebruik bespreken met je puber: zo pak je dat aan
- Praten met pubers: 17 tips voor een (echt) goed gesprek
- Dit kun je doen als je puberkinderen ineens privacy willen