Wat de tekeningen van je kind je kunnen vertellen
Nieuwsgierig naar de betekenis van de tekeningen van je kind? Alle 3-jarigen tekenen ‘kopvoeters’, 5-jarigen laten lachende zonnetjes zien en meisjes van 8 tekenen verwoed elfjes en prinsessen. Dat is geen toeval. De tekenontwikkeling van je kind loopt namelijk synchroon aan zijn psychische groei.
Heb je je 8-jarige zoon ooit voorgesteld dat hij misschien eens iets gezelligers kon tekenen dan altijd maar die gevechten met monsters en ridders? Moet je vooral niet doen, zegt creatief therapeute Theresa Foks. Ze schreef het boek Kinderen geven tekens en geeft al jaren cursussen aan leerkrachten en therapeuten over de betekenis van kindertekeningen. Als kinderen vrij mogen tekenen, zonder opdrachten of commentaar, tekenen ze onbewust wat hen bezighoudt. Met een beetje kennis van de universele symboliek in kindertekeningen kun je via zijn creaties veel te weten komen over je kind.
Kindertekeningen leeftijd 4 tot 6 jaar
Met 4 jaar tekenen de meeste kinderen poppetjes met een lijf, benen, armen en een hoofd. Daarvóór tekenen ze de bekende koppoters: een cirkel met ogen en een mond en direct daaronder twee benen. Die figuurtjes tekenen ze vanaf 2-3 jaar, wanneer ze ontdekken dat ze een zelfstandig persoon zijn, los van mama en de wereld om hen heen. Deze bewustwording van een ‘zelf’ drukken ze uit in de vorm van een cirkel; die staat voor eenheid en een afgrenzing van ‘de anderen’.
Moet je je zorgen maken als je kind op zijn 4e nog steeds koppoters tekent? Nee hoor, zeggen ontwikkelingspsychologen en speltherapeuten, het ene kind is nu eenmaal wat verder in zijn ontwikkeling dan het andere. Het kan ook best dat je kind nog een tijdje koppoters blijft tekenen, terwijl hij ook al complete mensfiguurtjes tevoorschijn tovert.
Dat zie je waarschijnlijk terug in zijn gedrag; dan is hij bijvoorbeeld afwisselend wijs of kinderlijk. Als je 5-jarige ineens weer gaat krassen op papier, laat hem dan vooral lekker zijn gang gaan. Misschien verwerkt hij nu iets wat hij op 2-jarige leeftijd meemaakte. Bijvoorbeeld de geboorte van een broertje of zusje, waardoor hij zich even opzijgezet voelde. Zeg vooral niet: ‘Wat zit jij nou te krassen? Je bent toch geen baby meer?’. Zie iedere tekening als een uiting van gevoel, niet als iets wat gelukt is of niet. Alles wat je kind tekent, is goed.
Meer details in tekeningen
Tussen het vierde en zesde jaar worden kinderen schoolrijp. Ze kunnen hun emoties herkennen en benoemen. Hun zelfbewustzijn groeit, de persoonlijkheid wordt meer gelaagd. Dat zie je terug in de poppetjes die ze tekenen, die krijgen meer details. Ze krijgen oren, haren, vingers aan hun handen en schoenen aan hun voeten. Daarnaast komen er tekeningen met huizen, bomen en zonnen met stralen. De buitenwereld (school, vriendjes) wordt langzaamaan belangrijker dan de veilige thuiswereld. Kinderen worden zelfstandiger.
Zon symboliseert de buitenwereld
De zon die bijna alle kinderen nu vaak tekenen, symboliseert volgens de Jungiaanse theorie de buitenwereld. De zon geeft licht en warmte, voedt en stimuleert. Hij zet je aan om in actie te komen, de wereld te verkennen. Vaak is het de vader die voor een kind de buitenwereld vertegenwoordigt, en hem aanmoedigt eropuit te gaan. Frappant is dan ook dat speltherapeuten over de hele wereld zien dat wanneer een kind op deze leeftijd nooit een zon tekent, de vader inderdaad vaak buiten beeld is. Als een kind wel zonnetjes tekent terwijl er geen vader is, is er waarschijnlijk een alternatieve vaderfiguur in de buurt die hem activeert en aanmoedigt. Een betrokken leerkracht bijvoorbeeld, een oom of een buurman. Maar ook de moeder kan de vaderrol natuurlijk vertegenwoordigen. Overigens is er geen reden voor paniek als je kind eens een tekening zonder zon maakt.
Huizen: gezin en innerlijk
Huizen staan symbool voor de gezinssituatie, maar ook voor het innerlijk van een kind. Uit wereldwijd onderzoek van psychologe en lerares Rhoda Kellogg (Analyzing Children’s art, 1967), blijkt dat alle kinderen – ook degenen die in een flat wonen of in een land waar nauwelijks huizen met puntdaken staan – huizen tekenen als een vierkant met een driehoek als dak. Het vierkant zou een symbool zijn voor bescherming, afgrenzing en stabiliteit, terwijl de driehoek staat voor de verhouding vader-moeder-kind. Anderen zien het dak als het bovenste deel van het hoofd; de hersenen, waarin gedachten, herinneringen en dromen huizen.
Door de ramen kun je van binnen naar buiten kijken en andersom. Als een kind nooit ramen tekent, kan dat betekenen dat hij weinig van zijn innerlijk laat zien, dat hij verlegen of gesloten is. Tralies voor een raam kunnen duiden op angst dat er ingebroken wordt in zijn gevoelswereld. Via de voordeur kun je naar binnen en naar buiten. Als er geen voordeur is, wordt contact moeilijk. Rook uit een schoorsteen betekent dat een kind zijn gevoelens kan uiten, dat hij thuis stoom kan afblazen. Onzekere kinderen tekenen geen streep onder het huis, ziet Theresa Foks in haar praktijk. Maar bedenk wel, zegt zij, dat een tekening een momentopname is. Een tekening van een regenbui kan letterlijk in een verdrietige bui getekend zijn. Pas als je kind dagenlang tekeningen vol regen aflevert, zou er meer aan de hand kunnen zijn.
Betekenis van de boom
De boom wordt door psychologen en therapeuten vaak gezien als de verbeelding van de levensloop. Het is frappant, merkt Theresa Foks op, dat als een 6-jarige halverwege de stam een tak, holte of bobbel tekent, hij niet zelden op zijn 3e iets heftigs heeft meegemaakt. Een verhuizing bijvoorbeeld, ziekte of een scheiding. Als een kind vruchten aan of vlakbij een boom tekent, duidt dat op een positieve ontwikkeling in zijn leven: er is iets wat vruchten afwerpt. Maar wat een boom natuurlijk vooral uitdrukt, is groei. Je kunt je er van alles bij afvragen: staat de boom scheef of groeit hij mooi recht omhoog? Heeft hij een dikke of een dunne stam? Bloeit hij uitbundig of zijn de takken kaal?
Kindertekeningen leeftijd 7 tot 10 jaar
Op deze leeftijd tekenen kinderen baby’s in buiken, meubels achter de muren van een huis en cadeautjes die zichtbaar zijn door de verpakking heen. Die röntgentekeningen verbeelden de interesse in wat er achter de dingen zit. In deze leergierige fase willen kinderen weten hoe de wereld in elkaar steekt: waar komt de regen vandaan, wat is elektriciteit? Het intellect gaat een grotere rol spelen, kinderen komen een beetje uit hun kinderlijke fantasieparadijs. Omdat ze zich een voorstelling kunnen maken van zaken die niet te zien zijn, tekenen ze wat ze weten in plaats van wat ze zien. Hun realiteit is intellectueel, niet visueel.
Hun grotere bewustzijn van de wereld is ook te zien aan het feit dat er plots heel veel gebeurt in hun tekeningen. De simpele taferelen van huis, zon, boom en poppetje maken plaats voor uitgebreide verhalen die verspreid over het papier in beeld worden gebracht in plaats van op één hoogte. Ze gaan experimenteren met perspectieven: verschillende standpunten van waaruit ze de wereld bekijken.
Vlinders en vijanden
Tussen 7 en 12 jaar trekken kinderen zich terug in hun eigen groep: jongens bij jongens, meisjes bij meisjes. Ze zijn bezig met hun identiteit; wie wil ik zijn, waar wil ik bij horen, hoe presenteer ik me aan de buitenwereld? Dat uit zich in typische jongens- en meisjesspelletjes, regels en gedrag. En in hun tekeningen. Meisjes tekenen bloemen, elfjes, vlinders. De wereld in en om het huis, harmonieus en vol kwetsbare wezens die verzorgd en beschermd moeten worden, als voorbereiding op hun moederrol.
Dat klinkt ouderwets en weinig feministisch, maar dat is nu eenmaal onze evolutionaire erfenis, zegt Theresa Foks. Meisjes bleven van oudsher thuis bij hun moeder waar ze hielpen met huiselijke klusjes, de kippen en geiten verzorgden en op broertjes en zusjes pasten. Jongens tekenen hele oorlogsavonturen – ook al hebben ze nog nooit een oorlog meegemaakt – en monsters die door groepjes soldaten of ridders verslagen moeten worden.
Jongens voelen onbewust dat ze uit huis moeten, weg van hun moeder. Zij moesten er in de oertijd op deze leeftijd opuit. Op jacht, de buitenwereld in. En het is best eng daar. Er zijn roofdieren en andere vijanden, je kunt er de weg kwijtraken of verwondingen oplopen. Je moet er dapper voor zijn, dingen durven. Je bent op jezelf aangewezen, behalve wanneer je samenwerkt, in een groep, met andere (aanstaande) mannen. Niet voor niets zijn alle jongens van deze leeftijd wereldwijd gek op verhalen over monsters, spelen ze oorlogje tegen denkbeeldige vijanden, lezen ze graag avonturenboeken, testen ze elkaar op fysieke kracht en hebben ze geheime clubs waar je gevaarlijke proeven voor moet doen om erbij te mogen horen. Alles om te leren een man te worden.
Laat je kind vertellen en vraag niet door
Geen reden voor paniek dus als je 8-jarige zoon bij voorkeur bloederige slachtpartijen tekent of als je dochter met niets anders komt dan puppy’s en kuikentjes. Het is normaal. Wees pas alert als je merkt dat je zoon steeds een eenling tekent die de strijd aangaat met een vijand. Of wanneer je dochter steeds één dier in een hoekje van de tekening plaatst of in een kader.
Dat kan een teken zijn dat je kind geen aansluiting vindt in de groep. En als je het gevoel hebt dat er wellicht toch boosheid of verdriet schuilgaat achter de tekeningen van je kind, probeer dan eens een gesprekje over zijn tekening. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik zie iemand in je tekening die er behoorlijk slecht aan toe is’. Of: ‘Het lijkt een heel gevaarlijke situatie’. Ga niet doorvragen of dingen suggereren. Het is aan je kind om wel of niet te vertellen wat zijn tekening betekent.
Kindertekeningen leeftijd 10 tot 15 jaar
In de puberteit gaan veel kinderen minder tekenen. Ze tekenen niet meer spontaan maar willen mooi tekenen en raken gefrustreerd als dat niet lukt. Ze vergelijken zichzelf voortdurend met leeftijdgenoten en concluderen dan dat zij minder getalenteerd zijn, om vervolgens maar helemaal op te houden met tekenen. Jammer, want juist voor pubers kan tekenen een enorme uitlaatklep zijn. Eenzaamheid en somberheid zijn onderwerpen in adolescententekeningen. Een typische pubertekening is een huilende wolf onder de maan: ‘Ik ben alleen op de wereld en niemand begrijpt mij.’ Ze tekenen ook graag zonder kleur. Ze houden van zwart-wittekeningen, wat hun vaak wat ongenuanceerde ‘goed-fout’denken verbeeldt.
Het zoeken naar de eigen weg en het voornemen alles anders en beter aan te pakken dan de ouders, komt terug in hun voorliefde voor sciencefictionverhalen; ze tekenen graag buitenaardse wezens en onbekende planeten. Leerkrachten zouden er volgens Theresa Foks goed aan doen hun leerlingen tekenopdrachten te geven waarin het onmogelijke mogelijk is: Escherachtige gebouwen bijvoorbeeld, met trappen die onder en boven beklommen kunnen worden. Of utopieën, hun eigen perfecte wereld waarin oplossingen bedacht worden die niemand eerder verzon.
Dit vrije associëren, waar ze vaak even toe aangezet moeten worden, helpt pubers om in het dagelijks leven oplossingen te verzinnen voor moeilijke vraagstukken. En daar heeft de gemiddelde puber er nogal wat van. Van het kiezen van een school, een studie en een beroep tot en met de beste liefde. Om te kunnen geloven dat je dit kunt, en dat je bovendien ooit de wereld gaat veranderen, heb je alle moed en durf nodig die je je maar kunt verbeelden. Dus laat ze vooral het onmogelijke tekenen.
Meer lezen?