Straf maakt geen indruk
Effectief straffen is niet makkelijk en vaak voelen we ons als ouders ook niet echt prettig bij het straffen van onze kinderen.
Een paar redenen waarom dit zo is:
- Straffen voelt als macht uitoefenen en misschien is dit helemaal niet zoals jij graag wil opvoeden.
- Aan de andere kant straffen we vaak uit machteloosheid, we (dreigen met) straffen omdat we niet goed weten hoe we een situatie anders moeten oplossen.
- Straffen werkt alleen als je het heel consequent toepast en dat is in de praktijk heel moeilijk. Vaak straf je namelijk vanuit je emotie, je boosheid, je onmacht. Dat maakt dat je soms achteraf bedenkt dat je in die emotie veel te groot hebt gestraft, of je hebt gedreigd met een straf die helemaal niet uitvoerbaar is, of je kind gaat de strijd met je aan en je geeft uiteindelijk toch maar toe omdat je anders nooit die winkel meer uitkomt.
- We voelen ons vaak rot over straffen omdat kinderen er verdrietig van worden of heel boos.
- We merken dat het voor de korte termijn wel even kan werken, maar situaties blijven vaak toch weer terugkomen en voor je het weet moet je steeds meer straffen voor ditzelfde effect.
- Met straffen willen we dat bepaald gedrag niet meer voorkomt. Uit onderzoek blijkt dat dit alleen werkt als straf wordt gegeven:
– op het juiste moment
– en in de juiste dosis
Dit is voor ons als ouders bijna niet te doen op een manier waarop het werkt.
Ik werk daarom tegenwoordig eigenlijk niet meer met straffen. Ik geloof erin dat we kinderen op andere manieren kunnen leren wat gewenst en ongewenst gedrag is, dan via time-outs op stoeltjes of het ontzeggen van bepaalde dingen. Wanneer je wil dat je kinderen opgroeien tot blije, zelfverzekerde en eerlijke mensen dan werkt het in mijn ogen beter om op te voeden zonder straffen.
Kinderen die vaak straf krijgen, kunnen stiekem worden of gaan liegen omdat ze bang zijn voor de straf en/of om de straf te ontlopen. En we willen toch veel liever dat kinderen iets leren van hun fouten of van de onhandige dingen die ze doen dan dat ze gaan liegen? Dat ze zich leuk en gezellig gedragen omdat dat fijn is en niet omdat ze anders straf krijgen of stout gevonden worden?
Geen kind doet voor zijn lol vervelend, stout of gemeen. Daar zit altijd wat achter!
Wat kun je doen als je ziet dat je kind op de auto van de buurman zit:
- Beschrijf wat je ziet: ‘Jan, je zit boven op de motorkap van de auto van de buurman.’
- Vraag je kind naar de reden. ‘Wat doe je daar boven op die auto? Zo kunnen er deuken in komen!’
Soms zijn er heel onverwachte redenen voor een actie van je kind, tenzij er onmiddellijk gevaar is of een andere reden waarom hij er direct moet afkomen, helpt het om hier naar te vragen. Je kunt dan ingaan op de reden van de actie en er is veel minder weerstand van je kind.
Misschien:
– zeiden andere kinderen dat hij het niet durfde
– ging hij een bal pakken
– zat er een poesje in nood op - Geef aan wat je afkeurt. ‘Dit is de auto van de buurman en als je op de motorkap van auto’s zit, kunnen er deuken in komen of krassen op komen’.
- Geef met een ik-boodschap aan wat je wel wil:
‘Ik wil dat je nu van de auto af komt. Als je wil klimmen dan doen we dat ergens anders.’ - Laat je kind eventuele gevolgen zien: ‘We gaan eerst samen kijken of de auto nog helemaal heel is. Kijk, hier zit een krasje. Het kan zijn dat dat door jou gekomen is.’
- Zorg eventueel voor een logische consequentie waar je kind iets van kan leren:
‘We gaan samen naar de buurman om te vertellen wat er gebeurd is en om je excuses aan te bieden. We zullen hem ook vragen of de kras er al op zat. Het kan zijn dat er betaald moet worden voor de kras die op de auto gekomen is.’
Wat oudere kinderen kun je zelf laten nadenken over een oplossing of een manier om iets goed te maken. Zo zet je ze aan het denken. Mocht er schade zijn dan kun je kinderen (al is het maar met heel weinig) ook laten mee betalen. Zo leren ze een consequentie. In het geval van geld wegnemen (zoals jouw voorbeeld van de juf) betekent dit dat je zoon dit (samen met jou) terug gaat brengen bij de juf. - Maak een duidelijke afspraak voor de toekomst: ‘Jan, wat kunnen we afspreken zodat dit niet meer gebeurt? En begrijp je waarom dat is?’
Naast dit alles moeten we als ouders accepteren dat jonge kinderen (en zeker ondernemende kinderen zoals jullie zoon) regelmatig dingen (weer) doen die wij niet goed, leuk of aardig vinden. Het is een leerproces en dat proces gaat steeds maar door op andere gebieden! Ze zijn op ontdekkingsreis en moeten van ons leren wat wel en niet kan, en vooral waarom dat zo is. Als peuter, kleuter en straks als puber.
Als jij steeds duidelijk ingrijpt, vraagt naar de beweegredenen, verwoordt en afkeurt wat niet kan en vooral de reden daarvan goed aangeeft en je kind goed consequenties laat ervaren waar hij wat van leert, hou je dit stoute gedrag binnen de perken.