Slaan is slecht maar de praktijk is anders
'En nou laat je het!' Pats. Bijna de helft van alle ouders deelt wel eens een tik uit. Opvoedkundig is het waardeloos, zeggen deskundigen. Zal wel, zeggen ouders, een enkele keer kan het geen kwaad.
Mattenkloppers zijn allang taboe, net als de linialen. Een pak rammel wordt niet snel meer gegeven, een draai om de oren evenmin. De strafmaat is verschoven. Maar een ding blijft: de tik. Vraag op een schoolplein wie er wel eens één uitdeelt en het merendeel van de ouders knikt. Niet vaak, nuanceren ze meteen, en ook niet hard. Maar toch.
'Ik deel wel eens een tik uit,' bekent Aaf Glas (46 jaar), moeder van twee zonen van 8 en 6 jaar. 'Meestal aan de jongste, want die luistert minder goed. De oudste past zich sneller aan. Maar de jongste gaat soms maar door. Vooral als ze naar bed moeten. Dan moet je toch een beetje opschieten wil je het hele programma, van tanden poetsen tot en met voorlezen afwerken. Soms werkt hij totaal niet mee. Dan reageer ik ook 'pittiger', vooral als ik zelf weg moet. Op zulke momenten ben je sneller geïrriteerd. Eerst waarschuw ik: nog één keer en je krijgt een tik. En als dat niet werkt, geef ik er één. Maar er gaan ook maanden voorbij dat ik geen tik geef.'
'Soms kunnen ze echt jennen, dan gaan ze maar door. Net als er bezoek is bijvoorbeeld of als je 's avonds moe bent en even rustig wilt zitten,' beaamt Maryll Harsta (32), moeder van een zoon van 8 jaar en een dochter van 6 jaar. Toch geeft zij nooit meer een tik. 'Het hoeft op deze leeftijd niet meer. Vroeger wel, toen ze nog niet konden praten. Mijn dochter at soms plantenaarde. Dan waarschuwde ik drie keer en dan was het pats: een tik op de vingers. Of dat hielp? Eerst niet, maar toen ze het systeem eenmaal doorhad, wel.'
Ze zijn inmiddels oud genoeg om dingen te begrijpen, vindt Harsta. De meeste problemen lost ze op met een gesprek. 'Meestal lukt dat wel. En anders pak ik ze stevig vast en stuur ik ze naar boven.'
Een zwaktebod
Een tik geven of flink beetpakken, gemiddeld straft ongeveer de helft van de Nederlandse ouders de kinderen op deze manier.
Kleine kinderen worden vaker fysiek gestraft dan grotere.
Bijna 60 procent van de ouders geeft hun peuter wel eens een tik. Bij de kleuters daalt dat tot 45 procent en bij de basisschoolleerlingen zakt het nog verder tot 24 procent. Dit blijkt uit het rapport 'De leefsituatie van kinderen tot 12 jaar in Nederland'.
Niemand is er trots op. Iedereen zet een tik onderaan het lijstje van de meest gewenste straf. Eerst komt het standje, dan een correctie of overcorrectie, buitenspel plaatsen, iets niet geven en niet reageren. Dat constateren Aussens en Zwaan in hun boek 'Straffen in de opvoeding'. Als zij vervolgens aan kinderen vragen hoe ze worden gestraft, stijgt de tik met stip. Opruimen, een standje en een tik vormen de top 3, geen tv en naar je kamer scoren lager en geen snoep staan onderaan.
'Natuurlijk ziet geen enkele ouder de tik als ideaal. Iedereen probeert het met praten en overreden. Slaan is slecht, is de norm. Maar de praktijk is anders,' zegt Jeannette Doornenbal als pedagoge verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Zij heeft onderzoek gedaan naar opvoeden in de jaren negentig en stond versteld hoeveel mensen toegeven dat ze wel eens een tik uitdelen. Ze hoort er zelf overigens ook bij. 'Ik heb drie kinderen van 7, 10 en 12 jaar, dus weet ik hoe ze het bloed onder je nagels vandaan kunnen halen.' Dat zij ook wel eens uithaalt, vindt Doornenbal vervelend. 'Het is toch een zwaktebod. Opvoeden is het goede voorbeeld geven. En als jij vindt dat je problemen niet met geweld moet oplossen, moet je dat ook niet doen. Anders geef je dat toch door.'
In theorie weet Doornenbal het precies: consequent zijn. 'Wat niet betekent dat je altijd hetzelfde moet doen in een bepaalde situatie. De ene keer mogen de kinderen wel opblijven en de andere keer niet. Als het niet mag moet je dat uitleggen, maar wel voet bij stuk houden. Nee is nee.'
Haar kinderen vragen soms om strenge aanpak, vertelt Doornenbal. 'Ze vinden me dan te aardig. Ik denk dat ze duidelijkheid en rechtvaardigheid willen: afspraak is afspraak.'
In de praktijk komt dat er niet altijd van, weet de pedagoge. 'Als je altijd fit zou zijn, was het niet zo moeilijk. Maar het is vaak stressen; even dit, even dat, snel het huis uit. Dat leidt tot gedrag waarvan we allemaal weten dat het niet zo hoort. Het zou beter zijn als we minder gehaast zouden leven, ook minder impulsief zouden reageren. Maar mensen zijn niet altijd rationeel bezig. Dat is niet erg. Als je je daar maar bewust van bent en 's avonds in bed denkt: goh, had dat nou niet anders gekund?'
Gewoon onredelijk
Spijt. Ouders hebben daar soms last van. Aaf Glas bijvoorbeeld, van die ene tik tegen de wang van haar oudste zoon. 'We hadden net boodschappen gedaan en hij sprong steeds met z'n schoenen in een plas. Ik waarschuwde: doe dat nou niet. Maar hij deed het toch weer. En nou is het afgelopen, riep ik en gaf 'm een tik op z'n wang. Vreselijk. Ik vind dat je nooit in het gezicht mag slaan; alleen op de billen. Thuis heb ik m'n excuses aangeboden.'
Maryll Harsta herkent dat gevoel. 'Als je je schuldig voelt, is het geen corrigeren, maar afreageren. Soms kun je heel boos worden omdat je zelf een rotdag hebt gehad. Je bent dan gewoon onredelijk. Zo'n straf heeft ook geen enkel pedagogisch effect. Het gebeurt alleen omdat je zelf labiel of chagrijnig bent.'
Excuses biedt Harsta niet aan. Maar voor de kinderen naar bed gaan, bespreekt ze het wel. 'Mama was wel erg chagrijnig vandaag hè, zeg ik dan. Zo leren ze dat dat ook menselijk is.'
Verbod op slaan
Opvoeders zijn ook maar mensen. Dat begrijpt zelfs de felste tegenstander van 'de tik', prof. dr H. Baartman, hoogleraar preventie en hulpverlening inzake kindermishandeling aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij wil dat er een verbod van fysiek geweld in de opvoeding wordt opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. In de Scandinavische landen en Oostenrijk is het al verboden. Nederland moet volgen, vindt hij. Al was het alleen al om een discussie op gang te brengen. 'Om mensen ervan te doordringen dat het gebruik van geweld minder vanzelfsprekend wordt.' Voor alle duidelijkheid: hij heeft het niet over die pets voor kinderen die over een balkon klimmen, de weg oprennen of hun vingers in het stopcontact steken. In die situaties, heeft hij geen enkele moeite met de tik. Maar als opvoedingsmaatregel verafschuwt hij geweld.
Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat 98 procent van alle driejarige kinderen wel eens geslagen is, variërend van een tik met een pantoffel of kleerhanger tot een pak rammel. En dat geweld moet je meteen de kop indrukken, betoogt Baartman.
'Het gebeurt onder het motto dat je kleine kinderen niet alles kunt uitleggen. En wie niet horen wil, moet maar voelen. Maar driekwart van de ouders met pubers blijkt ook geweld acceptabel te vinden, terwijl je tieners wel degelijk iets kan bijbrengen.'
Baartman wil af van het idee dat fysieke straf 'gewoon' is. Hij verwijst naar volwassenen die absoluut geen tik van elkaar accepteren en vindt dat kinderen recht hebben op dezelfde bejegening.
Lijfstraf & school
In het onderwijs is de tik al taboe. Ineke van Schooten (42) staat al zeventien jaar voor de klas en heeft nog nooit uitgehaald.
Haar zoons van 5 en 8 jaar geeft ze wel eens een tik of ze pakt hen stevig bij de arm en stuurt ze naar boven, maar haar leerlingen nooit. Ze heeft wel aan kinderen gevraagd wat zij zouden doen als ze juf of meester waren. 'Dan komen ze met harde maatregelen: lijfstraffen, een pak voor de billen, flink strafwerk maken. Heel frappant, want die straffen hanteer je nooit.'
Van Schooten probeert zoveel mogelijk op te lossen met praten. Soms in een onderonsje, soms in een kringgesprek waarna de betrokken leerling weer een nieuwe start kan maken. Als de sfeer in de klas goed is, hoef je niet vaak op te treden, is haar ervaring. Kinderen corrigeren elkaar ook onderling. En als ze het echt te bont maken, zet ze een leerling apart aan een tafeltje of op de gang. Slaan, komt niet meer voor in het onderwijs, denkt ze.
De onderwijsinspectie bevestigt dit. Er is de afgelopen jaren één klacht binnen gekomen. Plus 'de affaire' op de Amsterdamse Platoschool, waar lijfstraffen tot in de jaren tachtig voorkwamen. Vreemd genoeg vragen ouders soms zelf om maatregelen. 'Pak ze maar aan hoor,' krijgt de juf dan te horen.
Alternatieven
Moet de tik, net als in de klas, thuis taboe worden? Niet iedereen is voor een verbod. 'De helft van de ouders doet het en dat zijn heus niet allemaal gewelddadige, verknipte mensen,' vindt J. Hermanns, hoogleraar pedagogische wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Hij wil niet de massa veroordelen, maar hun gedrag veranderen. Want daarover zijn alle deskundigen het eens: we moeten af van de tik. Het levert niks goeds op. Kinderen die geregeld een tik krijgen, zijn agressiever, blijkt uit diverse onderzoeken. Afgezien daarvan steken ze er niks van op, alleen dat geweld is geoorloofd als je de baas bent. Grote kans dat ze dat voorbeeld later volgen.
Het is ook niet nodig, want er zijn volgens Baartman en Hermanns zat alternatieven:
- Voorkomen
De taart iets hoger zetten, zodat ze de slagroom er niet af kunnen snoepen. - Praten
Zoveel mogelijk tekst en uitleg geven. Maar niet tot in het oneindige. Baartman: 'Zeg gerust: “En nu gebeurt het omdat ik dat wil. Punt uit.”' - Anders straffen
'Eerder naar bed, geen tv kijken, apart zetten; je kunt van alles verzinnen, waarbij het belangrijk is dat de straf verband houdt met de 'overtreding'. Iets kapot gemaakt? Nieuw kopen en geen zakgeld. Iets gestolen? Terugbrengen en excuses aanbieden. Je moet een beetje creatief zijn,' vindt Hermanns.
Dus nooit meer een tik? De meeste ouders zullen vinden dat je er niet dramatisch over moet doen. Incidenteel een klap uit te delen lijkt beter dan de hele dag blijven vitten, want dat is fnuikend, waarschuwt de aloude dokter Spock. Met nadruk op het woord incidenteel, beamen de deskundigen. 'Als het maar uitzondering is, in plaats van regel.'