Seks: Ze doen meer dan wij denken
Een ruime 7 prijkt op ons Rapport Seksuele Opvoeding. Toch blijkt bij nadere beschouwing dat we niet álles weten. En dat onze goed bedoelde woorden niet altijd helemaal overkomen. Want zij doen meer – en wij minder – dan we denken.
O, o, wat zijn wij ouders op sommige punten toch naïef. Weliswaar vinden we in grote meerderheid (76 procent) dat kinderen tegenwoordig veel te jong met seks bezig zijn, maar dat gaat mooi niet op voor onze eigen mini-me’s. We onderschatten vaak hoe actief die al zijn. Een voorbeeld: als we ouders mogen geloven, is tweederde van de 12- tot 13-jarigen zeker of waarschijnlijk verliefd geweest en heeft de helft verkering gehad.
Vraag je het de 12- en 13-jarige pubers zelf, zoals Rutgers WPF en Soa Aids Nederland hebben gedaan in hun recente onderzoek Seks onder je 25e, dan blijken bijna negen op de tien tieners wel eens verliefd te zijn geweest (87 procent) en bijna tweederde (64 procent) al eens een vriendje of vriendinnetje te hebben gehad. Echt leuk zullen ouders dat misschien niet vinden: 14 jaar is voor hen de beste leeftijd voor een eerste amourette.
Hoe ouder – en seksueel actiever – het kind, hoe troebeler de ouderlijke blik. Slechts 16 procent weet of vermoedt dat zijn 16-jarige al eens met iemand naar bed is geweest. Ze zouden dat ook veel te vroeg vinden: laat ze maar wachten tot hun 17e! Toch hebben ruim vier op de tien 16-jarigen (43 procent) dat naar eigen zeggen op die leeftijd al minstens één keer gedaan. Met 17 jaar heeft de helft ervaring. En als ze in hun eentje naar bed gaan? Dan gaan ze gewoon slapen, denkt een kwart van de ouders. Want aan masturberen doen ze (zeker of waarschijnlijk) niet. Ter vergelijking: 88 procent van de 16-jarige jongens en 40 procent van de meisjes zegt daar wel degelijk aan te doen. Jongens beginnen daar zo’n acht maanden na hun 13e verjaardag mee, meisjes met 14½.
Seks is privé
In het algemeen gaan ouders de mist in als het gaat om seksuele gedragingen waar kinderen op een bepaalde leeftijd theoretisch best aan toe zouden kunnen zijn. Vandaar waarschijnlijk dat de discrepantie tussen wat ouders denken en wat hun kind in werkelijkheid doet, groter wordt naarmate kinderen ouder zijn. Overigens neemt dan ook het percentage ouders toe dat toegeeft geen flauw idee te hebben wat ze allemaal uitspoken. Zijn pa en ma behoorlijk accuraat in hun inschattingen van de expliciet seksuele capriolen van hun 12- en 13-jarigen (masturberen, seks), ze miskennen de exploratiedrang van hun jonge tieners op gebieden die niet ongewoon zijn voor die leeftijd: verliefdheden, verkering en tongzoenen.
Vooral dat laatste zou in menig huishouden een schok teweeg kunnen brengen: kinderen zeggen dat zo’n drie keer vaker te doen (32 procent) dan ouders denken (13 procent). De wens zou hier wel eens de vader van de gedachte kunnen zijn: ouders vinden dat ze hier pas tegen hun 15e aan zouden moeten beginnen.
Zelf waren ze trouwens ruim 15 ½ toen ze hun eerste ‘tongcontact’ maakten. Overigens onderschatten ook ouders van 16-jarigen de tongzoenactiviteiten van hun kind: 83 procent van de kinderen doet dat, slechts 53 procent van de ouders denkt of vermoedt dat.
‘Dat verschil tussen de inschatting van ouders en de werkelijkheid van kinderen zien we in meer onderzoeken,’ zegt onderzoeker Hanneke de Graaf van Rutgers WPF. ‘Dit is een periode waarin kinderen zich losmaken. Ze krijgen steeds meer behoefte aan privacy. Seks is privé. Daarom weten ouders niet zoveel. En als een zoen in de ogen van je puber niet zo heel veel voorstelde, waarom zou hij dat dan vertellen?’ Dat ouders het wel bij het rechte eind hebben bij jongere kinderen, komt doodeenvoudig omdat die het inderdaad gewoon nog niet doen.