Kirsten (34): ‘Door mijn rijangst, ben ik afhankelijk van anderen’
Rijangst krijg je niet zomaar, dat ontwikkel je door een trauma bijvoorbeeld. Of omdat je het vertrouwen in jezelf of anderen mist. Kirsten heeft al jaren haar rijbewijs, maar rijdt nooit en is daardoor afhankelijk van anderen. Daar baalt ze wel eens van, vooral nu ze kinderen heeft: “Ook hen beperk ik in sommige dingen, omdat ik niet in de auto durf te stappen.”
Kirsten (34): “Zo’n 15 jaar geleden nam ik rijlessen. Ik was toen net 18. Heel leuk vond ik het niet, maar het rijden ging me goed af. Ook het theorie-examen haalde ik met gemak. Toen ik nog maar een paar lessen van mijn praktijkexamen verwijderd was, werden mijn rij-instructeur en ik in de auto aangereden terwijl ik reed.
Dat knarsende geluid van metaal op metaal hoor ik nog steeds
Ik zie het nog steeds voor me: ik reed het kruispunt op, had heel goed gekeken en ik reed op een voorrangsweg. Van rechts kwam een bestelbusje aanrijden, hij reed zo’n 50km per uur. Ik reed denk ik 30 tot 40km per uur. Hij reed ons vol aan van de zijkant, aan de kant waar mijn rij-instructeur zat. Die probeerde mijn stuur nog naar links te gooien, maar het ging te snel. Nog steeds hoor ik het gekraak van het metaal. Dat knarsende nare geluid, van metaal op metaal dat in elkaar deukt. En toen stonden we stil. Op de spierpijn na, hadden we beide niets. Ook de bestuurder van het busje niet, gelukkig.
Ik weet niet meer hoe dat verder afgehandeld is, want ik werd opgehaald door iemand van de rijschool en thuisgebracht. De schrik zat er goed in. Mijn rij-instructeur dwong me bijna om toch weer de auto in de stappen en een paar weken later haalde ik mijn praktijkexamen voor de eerste keer. Helaas ben ik daarna nooit meer de auto in gestapt en ontwikkelde ik een enorme rijangst.
Nu, 15 jaar later, is mijn rijangst zo groot dat ik niet eens aan autorijden wil denken. Naast iemand zitten vind ik prima, maar zelf rijden dat durf ik niet. Na dat ongeluk ben ik bij nog twee auto-ongelukken betrokken geweest. Wel als bijrijder en beide keren was de andere partij de ‘schuldige’. En juist dat maakt mij het meest bang: andere mensen in het verkeer. Als ik naast mijn man in de auto zit, zie ik ook zo veel gebeuren onderweg. Mensen zijn met van alles bezig, behalve met autorijden. Dan heb je dus zelf niet de controle en dat vind ik doodeng.
Ik baal dat ik door mijn rijangst afhankelijk ben van anderen
Wat ik nu wel begin te merken is dat het me beperkt in mijn bewegingsvrijheid. Voorheen deed ik alles met het openbaar vervoer en dat vond ik heerlijk. Kon ik een boek lezen en koffiedrinken, terwijl ik ergens naartoe gereden werd. Maar nu ben ik drie kinderen verder en dan pak je niet zo even de trein of de tram. Soms staat de auto voor de deur en dan denk ik: nu zou ik met ze naar Artis kunnen rijden. Of naar opa en oma. Maar dat doe ik niet.
Ook op vakantie gaan is een ding. We willen wel met de auto op vakantie en mijn man vindt het niet erg om lange stukken te rijden. Maar het zou makkelijker en voor iedereen fijner zijn, als de mogelijkheid er is dat ik ook kan rijden. Of wat als ik alleen thuis ben met de kinderen en er gebeurt iets ernstigs. En ik durf op dat moment niet in de auto te stappen…
Ik ben dus afhankelijk van anderen, vooral van mij man, als ik ergens naartoe wil. En daar baal ik wel van. Steeds vaker denk ik erover om die rijangst te overwinnen. Om rijlessen te nemen, speciale lessen voor als je rijangst hebt. En dat op zich, dat ik daar over nadenk, is al een hele stap voor mij. De rest komt nog wel, ooit.”
Stress bij tienermeisjes leidt vaker tot angststoornissen. Hoe help je je dochter hierbij?