Pushen we te veel?
Ouders fokken hun kinderen en elkaar voortdurend op met hun nadruk op schoolprestaties met groep 7-stress, Cito-angst, brugklaszenuwen als gevolg. Stop daarmee, waarschuwen deskundigen. ‘Ga eens een paar dagen naast je puber op de bank liggen. Verdiep je in zijn beweegredenen.’
Een ouderavond op een basisschool in het midden van Nederland. Het thema is onzekerheid bij het opvoeden en de zaal is goed gevuld. Als de voorzitter de mogelijkheid geeft om vragen te stellen, staat een grote, blonde vrouw op. Rode blossen op haar wangen. 'Tot en met groep 6 is dit een heel leuke school…' Ze laat bewust een stilte vallen. 'Maar vanaf groep 7 schiet iedereen in de stress,' vervolgt ze. 'Leraren en vooral de ouders. Alles draait om schooladvies. Er moet goed gescoord worden, want anders komt de favoriete school niet in aanmerking. En dat is dan een enorme ramp. Zo fokken we elkaar voortdurend op en zetten we de kinderen onder druk.'
Aanklacht onderwijssysteem
Ook de aula van een school voor atheneum en gymnasium is tot de nok bezet. De Amerikaanse documentaire A race to nowhere wordt vertoond voor ouders en betrokken professionals. De film vertelt een dramatisch, waar gebeurd verhaal: de 13-jarige modelleerling Devon was populair in de klas, goed in sport en haalde altijd negens en tienen. Totdat ze voor wiskunde een zware onvoldoende kreeg. Een dag later pleegde ze zelfmoord. Het was voor Vicky Abeles, filmmaakster en moeder van één van Devons klasgenoten, de aanleiding om de film te maken. Het is één grote aanklacht tegen het Amerikaanse onderwijssysteem dat te zeer prestatiegericht is. Kinderen zitten uren aan hun huiswerk om de hoogste cijfers te halen, want alleen dan worden ze toegelaten tot de beste universiteit. Dat leidt tot depressies, eetproblemen en uiteindelijk dus ook zelfmoord, zegt Abeles.
'Wij gaan in Nederland ook die kant op,' meent een vader tijdens de discussie na afloop. 'Regelmatig besteedt mijn dochter meer dan twee uur per dag aan huiswerk. Dat vind ik toch wel heel veel. Tegelijk verdwijnen de creatieve vakken en daarmee de lol in het leren. Ik vind dat een zorgwekkende ontwikkeling.'
Pushen we te hard?
In hoeverre volgt Nederland de Amerikaanse ontwikkelingen? Pushen we kinderen nu al te hard? Of zijn we juist te soft en moeten we meer prestatiegericht opvoeden, zoals de Chinese en Japanse tigermothers dat doen? (Zie kader: Of pushen we te weinig?) De discussie hierover wordt in alle hevigheid gevoerd. Ouders, leraren en deskundigen hebben verschillende visies.
'We mogen best wat meer echte prestaties van kinderen verwachten,' reageert de rector tijdens de filmavond. 'We mogen best meer ambitie van leerlingen vragen. Zonder door te slaan natuurlijk; we moeten niet naar een Amerikaans onderwijssysteem.'
Maar zijn we nu al aan het doorslaan? Alles wijst er in ieder geval op dat ook in Nederland de prestatiedruk op kinderen de laatste tijd flink is toegenomen. Een blik op de onderwijscijfers is veelzeggend. Zo ging sinds jaar en dag 60 procent van de basisschoolleerlingen naar het vmbo of vergelijkbaar onderwijs. Vijf jaar geleden begon het aantal leerlingen dat naar havo en vwo ging echter te stijgen en volgens de laatste cijfers gaat inmiddels de helft van de leerlingen naar deze twee hoogste vormen van voortgezet onderwijs. En dat is niet omdat de Cito-toetsen opeens veel beter gemaakt worden. Nee, veel ouders proberen uit alle macht de gang naar het vmbo te voorkomen, zelfs als de Cito-score daar wel op duidt.
Vwo-advies
De ouders van kinderen met een vwo-advies gaan op hun beurt op zoek naar extra uitdagingen. Ze zoeken een school met een extra taal als Spaans, Italiaans of zelfs Chinees. Kiezen voor tweetalig onderwijs, versterkt Engels en het liefst voor een gymnasium. Met name categorale gymnasia kunnen de stroom aanmeldingen niet aan. Waarbij het maar de vraag is of al deze kinderen voor dit klassieke onderwijs geschikt zijn. Sommige gymnasia kennen na twee jaar een afvalpercentage van maar liefst 25 procent.
Ook de sterke groei van het aantal huiswerkbegeleidingsinstituten in de afgelopen tien jaar spreekt boekdelen. Al op de basisschool kunnen kinderen daar voorbereid worden op de Cito-eindtoets. Vervolgens is een jaartje blijven zitten in het middelbaar onderwijs voor veel ouders een schrikbeeld. En dus wordt er grif vierhonderd euro in de maand betaald om kinderen door alle klassen heen te loodsen.
Prestatiedruk
Waarom voeren ouders de prestatiedruk zo op? Hoogleraar Trudy Dehue van de Universiteit Groningen heeft er wel een verklaring voor. 'Ouders krijgen ontzettend veel verantwoordelijkheid toegeschoven. Succes en falen lijken ons niet meer te overkomen, maar zijn een keuze. Dat geldt ook voor onze kinderen. Er bestaat nu bijna het idee dat een kind volledig maakbaar is door opvoeding en biomedische technologie. Wat vroeger nu eenmaal de aard van het beestje was, moet steeds meer met coaching en medicatie worden aangepakt.'
Er bestaat maatschappelijke druk om voortdurend maar het beste uit een kind te halen. 'Het grote punt is dat ouders zogeheten tekortkomingen van hun kinderen niet meer mogen accepteren,' meent de Groningse psychologe. 'Als we succes als een keuze zien, dan geldt dat voor mislukking ook. Dat brengt mensen in een moeilijke positie, zeker als het om hun kinderen gaat. Een diagnose als ADHD of leesblindheid kan dan een enorme opluchting zijn. Want dat betekent dat je als opvoeder niets aan de oorzaak kan doen. Je hebt in dat opzicht dus niet gefaald.'
Maatschappelijke tendens
'Ouders reageren op verschillende maatschappelijke tendensen,' is de ervaring van Bart van der Velpen van FC De Krachtpatsers, een trainerscollectief dat trainingen verzorgt voor middelbare scholieren, en dat samen met onderwijsbegeleidingsinstituut ABC de film A race to nowhere naar Nederland haalde. 'Het imago van het vmbo is achteruitgehold,' geeft Van der Velpen als voorbeeld. 'Ouders doen er dus alles aan om hun kind daar niet te laten belanden. Daarnaast gaan universiteiten aan de poort selecteren, worden hoge cijfers steeds belangrijker om toegelaten te worden tot vervolgopleidingen en mogen studenten nog maar kort studeren. Een zo goed mogelijke middelbare school bereidt kinderen het best voor op deze ratrace, redeneren ouders. Vandaar die run op categoriale gymnasia.'
Dat veel kinderen onder de ouderlijke druk lijden, staat voor hem vast. Tijdens aparte leerlingenvoorstellingen van A race to nowhere werd aan de scholieren gevraagd wie regelmatig lichamelijke stressklachten had. Van der Velpen: 'Driekwart bleek dit te hebben. Hoofd- en maagpijn kwamen heel veel voor.'
Natuurlijk, relativeert Dehue, is het in de VS een stuk erger. 'Daar ligt het gebruik van psychopharmica bij kinderen een stuk hoger. En in Japan, daar heb je het fenomeen van de hirikomori – jongeren die zich opsluiten in hun kamer en helemaal niets meer willen omdat ze tenondergaan aan de hoge verwachtingen.' Zo erg is het bij ons niet, stelt ze. 'Maar ook hier denken we de economie te dienen door mensen alsmaar verder op te zwepen tot prestaties. Maar als de economische vooruitgang het levensgeluk niet meer dient, wat is de waarde ervan dan nog? Het is toch juist de onbevangenheid van zich spontaan ontwikkelende kinderen die ons en hen geluk bezorgt?'
Leerproces
Ouders moeten kinderen minder opdrijven, vinden zowel Van der Velpen als Dehue. 'Ik adviseer ouders altijd hun rust te bewaren,' stelt Van der Velpen, 'laten ze de boel eens een tijdje aankijken. Elk kind heeft zijn eigen tempo. Een leerproces kent verschillende fases en het ene kind gaat daar sneller doorheen dan het andere. Als je een leerling met veel moeite en bijles door zo'n fase sleurt, dan komt hij zichzelf in de volgende tegen. Dan wordt het echt een race to nowhere.'
Opvoeders gaan zich steeds meer als sportcoaches gedragen, weet Dehue. 'Ze roepen voortdurend: “Je kan het!” Daarmee vergroten ze misschien het zelfvertrouwen, maar brengen tegelijk de boodschap dat er meer verwacht wordt. En wat gebeurt er als je het aanmoedigen verwijdert uit het model van de sportcoach? De militaire commandant! Kunnen we doen, maar het lijkt me dat we dan een gehoorzaam leger krijgen en niet de creativiteit en innovatie waar de overheid van droomt.'
Verborgen krachten van je kind
'Wat betekent succes voor jou?' 'Dat mijn ouders tevreden zijn.' Het is een van de uitspraken die na de leerlingenvoorstelling van A race to nowhere op de flip-overs terecht zijn gekomen. Ouders bieden te weinig echte ondersteuning, vinden de leerlingen. Maar hoe moeten ze het dan wel doen? Bart van der Velpen lacht. 'Ga eens een paar dagen naast je puber op de bank liggen. Verdiep je in zijn wereld, in zijn beweegredenen. In onze trainingen voor pubers stellen we drie vragen centraal: wie ben je, wat kun je en waar droom je van? Als ouder kun je dit ook doen. Ga op zoek naar de verborgen kracht van je kind. Ik had op een training een heel timide, verlegen meisje. Uiteindelijk bleek het haar droom te zijn om fotograaf te worden. Ze wilde niet ín de schijnwerpers staan, maar erachter.'
'Doe niet mee aan de prestatiedruk,' adviseert Trude Dehue. 'Er zijn veel ouders en trouwens ook leerkrachten en hulpverleners, die kinderen op een plezierige manier stimuleren. Zij begeleiden kinderen zodanig dat hun talenten tot bloei komen, in het tempo en de mate die past bij elk bijzonder kind.'