Redactie
Redactie Mentale gezondheid 30 jan 2020
Leestijd: 7 minuten

Is jouw puber depressief? Zo krijg je grip op hun dip

Eén op de vijf kinderen is somber en één op de twintig is depressief. Als ouder doe je er verstandig aan snel in te grijpen als jouw kind hier last van heeft. ‘Wanneer je puber eenmaal flink depressief is, is de kans op een volgende depressie vijftig procent.’

‘Het begon met de ziekte van Pfeiffer,’ zegt Barbara de Raadt. ‘Sanne was altijd een goede leerling op het gymnasium. Maar na deze ziekte ging het leren niet meer zo makkelijk. Sanne kon zich niet meer concentreren en kreeg enorme paniekaanvallen vlak voor een proefwerk. Een paar maanden later werd ze ook somber, sliep ze steeds slecht – soms hele nachten niet – at beroerd en had vreselijke huil- en schreeuwbuien. “Ik wil weer diegene zijn die ik was,” riep ze dan. Eén keer raakte ze helemaal van de kaart en begon aan de zin van het leven te twijfelen. Toen hebben mijn man en ik hulp gezocht bij een jeugd-psychiater. Die constateerde een depressie en geeft haar nu therapie en medicijnen. Sindsdien gaat het thuis en op school gelukkig weer beter en kan ik met een gerust hart naar mijn werk’.

Symptomen van een puber die depressief is

Meer ouders kampen met deze problemen. Naar schatting is één op de vijf kinderen (8+) somber en krijgt één op de twintig een depressie van minimaal negen maanden. De ouders van Sanne grepen snel in. Maar vaak herkennen ouders niet op tijd dat hun puber depressief is. ‘Kinderen, vooral adolescenten [12-18 jaar, red], lopen niet met hun problemen te koop. Ze zoeken dikwijls als laatste hulp bij hun vader of moeder,’ aldus Pim Cuijpers, hoogleraar psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. En het is juist van belang er vlug bij te zijn. Als kinderen eenmaal een flinke depressie doormaken, is de kans op een volgende depressie vijftig procent. ‘Veel depressies komen voor het eerst voor in de adolescentie. Als je die weet te voorkomen, is er al een flinke stap gezet voor de rest van het leven,’ zegt Cuijpers.

Maar hoe is een depressie bij kinderen dan te herkennen? Cuijpers somt een lijstje met kenmerken op: het kind heeft geen plezier meer in de dingen waar het vroeger wel plezier in had, piekert veel en heeft zeer negatieve gevoelens. Daarnaast heeft het ook vaak slaap- en concentratieproblemen. ‘Eigenlijk gelden dezelfde kenmerken als voor een depressie bij volwassenen.’

Een verschil tussen jongens en meisjes is er niet, zegt hij. Ze zijn op dezelfde manier depressief. Wel raken meer meisjes dan jongens depressief, vanaf 12 jaar zelfs twee keer zoveel. Meestal is sprake van een genetische gevoeligheid. Maar die kwetsbaarheid komt pas tot uiting als zich stressvolle gebeurtenissen voordoen, zoals een ongeluk, een verlies, blijven zitten, gepest worden, een ziekte zoals Pfeiffer of een scheiding. ‘Ouders voelen zich vaak schuldig als hun kind depressief is. Ze denken dat het aan hen ligt. Dat klopt niet. Opvoedstijl is hooguit één van de oorzaken,’ zegt Cuijpers. ‘Ouders moeten zich daar absoluut niet door laten leiden.’

Snel hulp zoeken

Wat ouders wel moeten doen is professionele hulp inroepen. De stap naar de huisarts is de eerste. De stap naar een GGZ of verwante instelling een tweede. Professionele therapeuten bepalen dan welke hulp het beste past bij de situatie van het kind. Dat kan gedragstherapie zijn en, als het heel ernstig is, ook medicijnen (zie kader). ‘Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat cognitieve gedragstherapie effectief is,’ aldus Yvonne Stikkelbroek, klinisch psycholoog en onderzoeker bij de Universiteit Utrecht. ‘Wij gaan nu in een onderzoek – genaamd D(o)epressie – cognitieve gedragstherapie vergelijken met alle andere depressiebehandelingen die in Nederland worden toegepast. We willen weten welke behandeling voor wie het beste werkt.’

In het onderzoek krijgen depressieve jongeren tools aangereikt om de depressie te verminderen. Ze verbeteren hun sociale vaardigheden, leren hun negatieve visie op de werkelijkheid bij te stellen en een levensplan te maken, en ze moeten dagelijks activiteiten ondernemen. ‘Dit zijn een aantal hulpmiddelen die depressieve jongeren kunnen helpen, vertelt Stikkelbroek, tevens auteur van het boek Depressie bij kinderen – Als een kind prikkelbaar en somber is, dat onlangs uitkwam.

Online diptherapie

Voor veel jongeren is een face-to-face-therapie echter een grote barrière. Ze schamen zich en willen liever niet dat anderen weten dat ze een probleem hebben. Daarom hebben de GGZ-instellingen en het Trimbos-instituut de website www.gripopjedip.nl ontwikkeld. Daar kunnen kinderen anoniem hulp krijgen. Ze kunnen mailen met een ‘dipdeskundige’, een diptest doen en een online cursus volgen van zes sessies. Ze loggen dan één keer per week in met een nickname en krijgen samen met anderen stapsgewijs informatie en methoden aangeboden om hun depressie te lijf te gaan. Een dipdeskundige van een GGZ-instelling leidt de chatsessies.

‘Deze methode werkt goed. Jongeren komen hierdoor sneller uit hun dip. Veel mensen denken dat je niets tegen depressie kunt doen, behalve medicijnen slikken. Dat is dus niet zo. Depressie is te genezen door gedrag en denken te veranderen,’ aldus onderzoeksleider Rianne van der Zanden, die de effectiviteit van de online therapie heeft onderzocht. De anonimiteit is de grootste meerwaarde, maar ook het feit dat de kinderen thuis aan de slag kunnen. ‘Daarmee bereik je meer kinderen.’

Steun je kind

Als ouder kun je een puber die depressief is niet zelf behandelen, maar wel ondersteunen. Bijvoorbeeld door het dagelijkse leven eenvoudiger te maken. Zorg dat hij op tijd opstaat, dat er thuis orde is en regelmaat. Maar ook: zit hem niet te veel op de huid. Houd afstand en ga niet telkens de confrontatie aan als hij niet wil opstaan of op de bank hangt. ‘Dat voelt onnatuurlijk aan, maar is toch het beste,’ weet de Amsterdamse hoogleraar Cuijpers. ‘Je kind is zich aan het losmaken van zijn ouders. Die ontwikkeling moet gewoon doorgaan. Anders krijg je continu conflicten.’ Aan de andere kant moet je wel blijven opletten of het goed gaat, zegt Cuijpers. ‘Blijf communiceren, op een ongedwongen manier. Bijvoorbeeld tijdens de afwas of de autorit naar de voetbalclub.’

Veel ouders zijn bang dat een puber die depressief is zichzelf uit wanhoop iets aandoet en zelfmoord pleegt. Ook daarover kun je praten met je puber. Cuijpers: ‘Uit onderzoek is gebleken dat praten over suïcide niet aanzet tot een zelfmoordpoging. En je weet meteen hoe je kind in het leven staat.’ Over het algemeen geldt: hoe concreter de plannen, hoe groter de kans dat het kind ook daadwerkelijk een zelfmoordpoging doet. ‘Als die plannen echt concreet zijn, moeten ouders onmiddellijk contact opnemen met hun huisarts. Verder niet meer twijfelen,’ bezweert Cuijpers. De kans op suïcide is sowieso echter zeer klein.

Ook als ouder hulp zoeken

Omgaan met een depressief kind is slopend. Door de conflicten en natuurlijk door de angsten die je als ouder doorstaat. ‘Ouders moeten voorkomen dat ze er zelf aan onderdoor gaan door regelmatig te ontspannen, goed te eten en te slapen,’ raadt Cuijpers aan. Volgens de moeder van Sanne is dat nou net het moeilijkste wat er is. Hoe kun je in dit soort omstandigheden nog ontspannen en goed slapen? ‘Ik heb op een gegeven moment maar zelf professionele hulp gezocht. Dat heeft me enorm geholpen. Bij de psycholoog kon ik overleggen hoe ik “op afstand dichtbij kon blijven”. Dat zou ik iedere ouder aanraden.’

*De namen van Barbara de Raadt en haar dochter Sanne zijn gefingeerd.

Medicijnen

Er is veel discussie over de veiligheid van medicatie als een puber depressief is. Sommige middelen zouden de seksuele ontwikkeling remmen, pubers agressiever maken en de kans op suïcide vergroten. Het Nederlands College ter Beoordeling van Geneesmiddelen ontraadt daarom het gebruik van -antidepressiva bij de behandeling van kinderen onder de 18 jaar. Als gebruik toch absoluut noodzakelijk is – bij een ernstige depressie – moet een deskundige het kind zorgvuldig controleren op suïcidesymptomen en medicatie begeleiden met intensieve cognitieve therapie

Signalen

  • Eetproblemen: heel veel of juist heel weinig eten
  • Slaapproblemen
  • Vermoeidheid, verlies van energie of interesse
  • Concentratieproblemen: een vertraagde manier van denken en besluiteloosheid
  • Riskant gedrag
  • Terugkerende gedachten aan de dood en zelfdoding
  • Het ontbreken van gevoel, apathisch zijn

Online hulp

Er zijn diverse sites die online hulp bieden zoals www.gripopjedip.nl van het Trimbos-instituut en GGZ-instellingen of www.pratenonline.nl van Jeugdriagg Noord Holland Zuid.

Wie zeker wil weten of een site betrouwbaar is en de hulpverleners deskundig, kan dit checken in de databank van het Nederlands Jeugd Instituut bij ‘effectieve jeugdinterventies’.

Lees ook:

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Ieder weekend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je weekend goed met de mooiste verhalen van J/M Ouders.