Positief stimuleren: zo doe je dat!
Je kind positief stimuleren klinkt logisch, maar vaak gebeurt het te weinig of op een verkeerde manier. Hoe zorg je dat je kind zonder mopperen doet wat je vraagt en de motivatie uit zichzelf haalt om z’n best te doen? 15 gouden tips van orthopedagoog Mariëlle Beckers.
1. Geef onvoorwaardelijke steun en liefde
Zorg dat je kind niet het gevoel heeft dat hij je liefde moeten verdienen. Dus blijven knuffelen en liefhebben, ook al heb je het gevoel dat hij het op dat moment niet ‘verdient’.
2. Ook bij tegenvallende prestaties
In aanvulling op bovenstaande, dit geldt ook voor geleverde prestaties. Als je alleen blij kunt zijn als je kind gewonnen heeft met voetbal of bij een rapport met alleen maar de allerhoogste cijfers, zal je kind minder zin hebben zich een volgende keer in te zetten. Of hij zet zich alleen nog in om teleurstelling bij jou te voorkomen in plaats van dat hij zelf gemotiveerd is om z’n best te doen.
3. Beloon de weg er naartoe
Geef complimenten over de weg die je kind heeft afgelegd om iets te bereiken, in plaats van over de uitkomst. Kinderen die alleen maar horen hoe geweldig ze hebben gepresteerd, zullen uiteindelijk minder gemotiveerd zijn aan iets nieuws te beginnen (want stel je voor dat het dit keer niet goed gaat).
4. Stel reële verwachtingen
Niets is zo frustrerend voor kinderen als verwachtingen die te hoog zijn en die ze niet waar kunnen maken. Kijk daarom goed naar wat je kind kan en durft en vergelijk hem niet met broertjes of zusjes. Sommige kinderen durven en kunnen nu eenmaal meer dan andere kinderen.
5. Gebruik humor
Heeft je kind geen zin om iets te doen en kijkt hij boos of loopt hij te mopperen; een goed moment voor de kieteldood of een grapje! Je zult zien dat de bui dan zo weer is overgewaaid en je kind alsnog doet wat hij moest doen. Maar dan een stuk vrolijker.
6. Zorg voor quality time
Leg je telefoon weg en maak bewust tijd om samen met je kind iets leuks te doen, zoals een spelletje of uitje. Kies iets waar je kind echt blij van wordt.
7. Verveling is goed
Leun letterlijk eens achterover als je kind zich verveelt en laat hem het zelf oplossen. Verveling stimuleert het creatieve denken en de motivatie.
8. Beperk het aanbod van activiteiten en speelgoed
Als kinderen teveel speelgoed of keuzes hebben, vinden ze het vaak lastig om zichzelf te vermaken. Verwissel daarom af en toe het speelgoed en beperk de hoeveelheid. Bied ook niet teveel activiteiten tegelijk aan.
9. Geef het goede voorbeeld
Als kinderen zien dat bepaalde dingen horen bij de normen en waarden van het gezin, zullen ze eerder geneigd zijn om hier zonder morren aan mee te werken. De tafel dekken bijvoorbeeld omdat er altijd gezellig aan tafel wordt gegeten.
10. Teamwork
Maak van klusjes waar je kind minder zin in heeft een gezamenlijk activiteit. Als je je kind even helpt met het opruimen van de tafel en dit gaat in een gezellige sfeer, zal je kind dit volgende keer sneller zelf even doen.
11. Erken emoties
Vang teleurstellingen van je kind op door het rotgevoel te erkennen en te benoemen: ‘Ik weet dat dit niet leuk is om te doen.’ Geef het vervolgens een positieve draai: ‘Maar als je ermee klaar bent, heb je weer fijn de ruimte om te tekenen.’
12. Verplaats je in je kind
Soms lijkt het of – met name jonge – kinderen geen zin hebben om iets te doen, maar vinden ze het eigenlijk eng. Zo kunnen peuters en kleuters bang zijn om alleen naar boven te gaan omdat het een beetje donker in de gang is. Ga dus niet te snel uit van ‘geen zin hebben’, maar probeer te achterhalen of er iets anders speelt. Zo ja, zoek hier samen een oplossing voor.
13. Geef je kind keuzes
Of in elk geval het idee dat hij een keuze heeft. Als je kind het gevoel heeft zelf controle over iets te hebben, zal hij dit sneller doen. Zeg dus niet; ‘Je moet je kamer opruimen’ maar liever; ‘Als je nu je kamer opruimt, kan je daarna lekker buitenspelen.’
14. Fouten maken moet
Geef je kind de ruimte om zelf dingen te ontdekken en vooral om hier fouten bij te maken. Als altijd alles voor je wordt gedaan, leer je nooit hoe je het zelf moet doen. Niets voor niets is het gezegde; van fouten moet je leren.
15. Luister naar je kind
Wees je bewust van de momenten dat je kind om aandacht vraagt en geef die dan ook. Zo geef je je kind het signaal dat je hem serieus neemt en dat vertaalt zich in het gevoel dat je wat voor hem doet. Je kind zal hierdoor eerder geneigd zijn ook iets voor jou te doen.
Mariëlle Beckers (40) is orthopedagoog. Ze is samen met psycholoog Sonja Borgsteede eigenaar van Buro Bloei en heeft 4 dochters en 3 zonen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. Ze schrijft voor JMOuders.nl over onderwerpen die ze tegenkomt in haar adviespraktijk voor kinderen.