Petra: ‘Mijn kind gedraagt zich als een volwassene’
“Mijn dochter is nu 10 jaar en eigenlijk is ze altijd al vroegwijs geweest. Toen ze een peuter was en nog maar net kon praten, begon ze al met vragen stellen en bijdehante opmerkingen maken. Toen vond ik dat nog niet opvallend, want het hoorde bij de leeftijd, dacht ik. Maar het heeft zich steeds verder ontwikkeld en nu is het net alsof ik met een volwassene zit te praten soms.
Kan mijn kind wel genoeg kind zijn?
Mijn ex en ik hadden graag meer kinderen gewild, maar het is er niet van gekomen. De eerste zwangerschap was al niet makkelijk tot stand gekomen, dus ik wilde niet te lang wachten met het proberen voor een tweede kind. Alleen verliep dat proces ook niet soepel: ik kreeg drie miskramen. Waar het aan lag, weten we niet. We hebben het nooit laten onderzoeken. Misschien speelden de spanningen tussen ons ook wel een rol.
Praten met anderen
Hoe dan ook, toen mijn ex en ik uit elkaar gingen, was mijn dochter zes jaar oud. Enig kind en – omdat mijn ex in een burn-out terechtkwam – vooral aangewezen op mij. Ik ben iemand die veel praat, over alles wat me bezighoudt. En ik vind het ook niet erg als zij dat meekrijgt, want zij leert ervan dat het belangrijk is om met anderen te praten.
Ze heeft dus menig gesprek van mij met mijn zus of met vriendinnen aangehoord. Over mijn werk, over dingen die me bezighouden. Ook over de scheiding soms, al heb ik er wel altijd op gelet om respectvol over mijn ex te praten, want is echt schadelijk voor de kinderen als exen elkaar zwartmaken waar zij bij zijn.
Meeluisteren
Ik merkte al op jonge leeftijd dat ze het heel interessant vond om al die gesprekken te volgen. Dan zat ze gewoon te kleuren aan tafel of met de Lego te spelen terwijl ik aan het praten was en dan hoorde ik ineens: ‘O, dat is echt niet leuk’ of iets anders waaruit duidelijk werd dat ze meeluisterde.
Ook kwam ze op willekeurige momenten ineens terug op dat wat ze had gehoord. Een keer had ik met mijn zus bijvoorbeeld uitgebreid zitten praten over haar zoektocht naar werk nadat het bedrijf waar zij werkte failliet was gegaan. En als we dan later samen zaten te eten, zei zij ineens: ‘Ik denk dat het voor tante Rianne echt moeilijk is dat ze geen werk heeft.’
Vastgeklampt
Het heeft denk ik ook een rol gespeeld dat we meestal met z’n tweeën waren. Ik voelde me die eerste jaren na de scheiding erg op mezelf teruggeworpen en ik denk dat ik me nogal aan haar vastklampte. Dat had ik toen niet in de gaten, maar inmiddels realiseer ik me dat wel.
Dat heeft ervoor gezorgd dat ik veel gesprekken met haar voerde over dagelijkse dingen waarbij ik haar beschouwde als iemand die volledig mocht meebeslissen. Ik overlegde met haar over wat we zouden eten, wanneer ik naar de winkel zou gaan, hoe laat ik de visite zou uitnodigen. Alles legde ik aan haar voor.
Overdreven
Ik ben er echt wel voor om in gesprek te zijn met je kinderen, maar ik denk dat ik het in die tijd nogal overdreven heb. Ik durfde mijn eigen beslissingen niet te nemen en ik ging mijn kind inzetten om mij daarbij te helpen. Dat is wel wat anders dan wanneer je je kind alleen vraagt wat voor kleur schoenen het wil kopen.
Ik was me daar toen echt amper van bewust. Maar in de loop van de jaren ben ik steeds meer gaan inzien dat ik haar te weinig als kind en te veel als volwassene heb behandeld. Inmiddels gedraagt ze zich mede daardoor ook als volwassene.
Eigen verantwoordelijkheid
Soms is dat fijn: ze neemt haar eigen verantwoordelijkheid en denkt rustig na voordat ze ergens op reageert. Het is ook praktisch voor mij als ouder: ik kan het gerust aan haar overlaten om iets te regelen of een klus te doen. Ze bedenkt zelf hoe ze dat gaat aanpakken en ze stippelt voor zichzelf een soort planning uit om het voor elkaar te krijgen. Ik hoef ook niet bang te zijn voor een hysterische woedeaanval. Ze wordt uiteraard weleens boos op mij, maar ze komt altijd met argumenten en meestal volgt er een redelijk gesprek.
Het is ook weleens ongemakkelijk. Als ik bijvoorbeeld op een verjaardagsfeestje zit en zij mengt zich ineens in het gesprek, zie ik mensen regelmatig hun wenkbrauwen optrekken: ‘Waar bemoeit dat kind zich mee?’ En: ‘Waarom gaat ze niet lekker spelen?’ Ik snap dat wel als ik het vanuit hun perspectief bekijk, want ze is nog maar 10 jaar.
Pijnlijk
Ik vind het regelmatig ook pijnlijk om te zien. Want hoe goed georganiseerd, verantwoordelijk en weldenkend ze ook overkomt, ze is en blijft een kind. Alleen bloeit dit kind op als het met volwassenen aan tafel zit.
Ik realiseer me dat het ook met haar karakter te maken heeft. En misschien was ze ook wel vroeg volwassen geworden als ze niet enig kind was geweest en als ze niet vooral alleen met mij samengeleefd had en voortdurend bij alle volwassen conversaties gezeten zou hebben. Maar dan nog, ik denk wel dat ik haar een deel van haar kind-zijn ontnomen heb. Onbekommerd spelen met klasgenootjes, kinderachtig krijsen bij een woedeaanval, dreinen als ze haar zin niet kreeg – dat soort gedrag had ik ook graag mee willen maken.”