Peters dochter veranderde van school: ‘Ik herken mijn dochter niet meer terug’
Wanneer Peter (44) een nieuwe baan krijgt aangeboden, verhuist het hele gezin naar een andere stad. Peters dochter gaat daardoor naar een andere school. Al snel blijkt dat niet alleen de school verandert, ook lijkt de hele persoonlijkheid van Peters dochter te veranderen.
“Vlak nadat onze dochter geboren werd, zijn we verhuisd naar een klein dorpje in Midden-Limburg. Hier kwamen mijn ouders ook vandaan en voor mijn partner en mij, voelde dit plekje meteen als thuis. We konden in die tijd een mooie investering doen en kregen de kans om een groot stuk grond te kopen.
Veel sociale controle
Er waren speeltuintjes in de buurt en de kinderen konden zelfstandig naar de basisschool lopen. Het was een rustige buurt, waar veel sociale controle was. Ik kan me bijvoorbeeld nog goed herinneren dat er een keer een dakloze man op het bankje in één van de speeltuintjes zat. Dit was de eerste keer dat we dit meemaakte in elf jaar tijd. Alle kinderen waren overstuur en bang door de dakloze man, want ze hadden dit nog nooit gezien. Dat zegt iets over de veiligheid en sfeer in onze buurt.
Ook liet bijna iedereen in de buurt hun achterdeur open en niemand deed hun fiets op slot. Zo kon ook mijn dochter uren op straat spelen, zonder dat we ons zorgen maakten. Zo’n zes kilometer verderop lag een middelbare school, waar het merendeel van de kinderen uit het dorp heen ging. Ze verzamelden dan ’s ochtends op een grote rotonde en fietsten dan in een grote groep naar school.
Natuurlijk zag ik ook dat mijn dochter langzaam begon te puberen. Ze was bijvoorbeeld vaker chagrijnig en ik zag haar soms worstelen met lichamelijke veranderingen. Mijn partner opperde bijvoorbeeld om een bh te kopen, maar daar moest ze niets van weten. Ze vond het maar irritant en koos uiteindelijk voor sporttops.
Opeens liep ze in push-up bh’s
Er was binnen ons gezin niets waar wij ons zorgen over hoefden te maken. Tot twee jaar geleden. Ik verloor mijn baan, wat resulteerde in een stressvolle sfeer in huis. Na lang zoeken vond ik een fantastische nieuwe baan. De functie was nog beter dan bij mijn vorige werkgever en ook financieel ging ik er op vooruit. Het enige nadeel: het kantoor lag in de randstad.
Na lang wikken en wegen besloten we te verhuizen. We vonden een mooi plekje binnen de ring van Amsterdam. Dicht bij kantoor met genoeg scholen in de buurt voor mijn dochter. Aanvankelijk was ik bang dat mijn dochter het niet leuk ging vinden en ik verwachtte dat ze moeilijk zou wennen, maar dat bleek geen probleem te zijn.
Het ‘probleem’ was juist dat ze zich té goed aanpaste. Na één week op haar nieuwe school kwam ze thuis met een nieuw kort shirtje en navelpiercing. ‘Heb ik in de pauze laten doen’, zei ze alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Ook werd ze super brutaal naar ons toe en heel laks met haar huiswerk. Opeens liep ze in push-up bh’s, plamuurde ze haar gezicht vol met make-up en had ze een hele rij oorbellen in beide oren.
Veel harder en gemener
Ik weet dat kinderen in de stad wellicht iets mondiger kunnen zijn dan kids uit haar oude dorp. Ook besef ik dat de puberteit haar nieuwe karakter vormt, maar ik herken mijn dochter nu gewoon niet meer terug. Ze is veel harder en gemener geworden en lijkt zich helemaal niet meer om anderen te bekommeren.
We liepen laatst samen naar de supermarkt. Voor de ingang van de winkel lagen twee daklozen onder een slaapzak. Voor we naar binnen gaan, zei ik dat we wat fruit moesten meenemen om aan hen te geven. Keihard zei ze dat ze daar geen energie in ging steken: ‘In Nederland hoeft niemand dakloos te zijn, ook zij kunnen gaan werken voor hun centen.’
Ik kreeg midden in de Albert Heijn tranen in mijn ogen en kreeg het gevoel dat ik mijn dochter kwijt was. Ik kon niet geloven dat ze dit zei. Meteen ging ik twijfelen aan mijn eigen beslissingen. Ik heb deze baan genomen, om ons gezin financieel te redden, maar ik had wellicht beter moeten nadenken over de consequenties van die keuzes. Ik heb nu een baan, een huis en een mooie toekomst, maar als ik ‘s avonds aan een volle eettafel zit, herken ik mijn bloedeigen dochter niet eens terug.”