Oudercoach Kimberley Galenkamp: ‘Er bestaan geen moeilijke kinderen’
De emoties en het gedrag aanvoelen van je kind kan erg lastig zijn, want zijn ze nou gewoon vervelend of schuilt er meer achter? Kimberley Galenkamp (oprichter Blijkind) is oudercoach voor kinderen tot 6 jaar en geeft tips.
Veel aanstaande ouders worden compleet in beslag genomen door de zwangerschap en babytijd, maar de tijd die daarna komt vergeten ze nog wel eens. Juist als je kind ouder wordt, en er al veel op je af komt als ouder, krijg je soms met driftbuien en andere heftige emoties te maken.
Zo krijg je inzicht in het gedrag van je kind
Heb je weleens te maken met driftuien of andere heftige emoties van je kind? Galenkamp heeft hiervoor een aantal handige inzichten:
1. Achter elke emotie schuilt een behoefte
“Als er een baby huilt, weten we dat er iets is. Ze hebben bijvoorbeeld honger, een poepbroek of zijn overprikkelt. Als je kind rond de drie jaar is en al wel kan praten, betekent dat nog niet dat hij ook zijn behoeftes kan uiten door er woorden aan te geven. Ze weten wel wat ze willen, maar niet hoe ze dat kunnen aangeven. Om dat dan toch duidelijk te maken, gaan ze aandacht trekken. Vaak als ze iets vervelends doen, krijgen ze aandacht en kunnen ze duidelijk maken wat ze willen.
Als je als ouder niet weet dat er meer schuilgaat achter het gedrag van je kind, dan denk je dat hij vervelend is of je wil pesten, maar je kind heeft eigenlijk hulp nodig. Het is daarom belangrijk om niet gelijk over de rooie te gaan als je kind schopt of slaat, maar ook de vertaalslag te maken naar de behoefte die erachter schuilt. Natuurlijk is het goed om je kind uit te leggen dat iets niet mag, maar je kunt je dus tegelijkertijd afvragen: wat bedoelt mijn kind hiermee?
2. Communicatie is belangrijk
Zelfs als ze nog maar baby’s zijn, kan communicatie erg goed werken. Ze zijn al in de ontwikkeling en daarom is het goed om woorden aan handelingen te geven. Zo kun je bijvoorbeeld zeggen: ‘Mama of papa tilt je nu op,’ als je het kind optilt. Het is fijn als ze het niet alleen zien en voelen, maar ook horen. Zo werken alle zintuigen samen en leren ze sneller wat je precies doet.
Als ze iets ouder zijn, blijft de communicatie belangrijk. Wanneer een kind iets doet wat niet mag, zeggen veel ouders ‘niet doen’ of ‘dat mag niet.’ Door dit op deze manier te zeggen, is het niet duidelijk wát er niet mag. Kinderen zoeken de grenzen op en hoe duidelijker die worden aangegeven door de ouder, hoe makkelijker het voor het kind is om zich te ontwikkelen. Grenzen kun je alleen stellen als je ook expliciet uitlegt wat er dan niet mag.
3. Voorspelbaarheid
Voor jonge kinderen en baby’s is het fijn om te weten wat er gaat gebeuren. Als wij wakker worden, hebben we meteen een to-do lijstje in ons hoofd. We verwachten dat onze kinderen dat ook weten: wakker worden, ontbijten en de deur uit. Voor een kind is dat laatste moment heel abrupt. Als je dit voorspelbaar maakt, kun je minder weerstand in het gedrag van je kind verwachten als je bijvoorbeeld ergens heen gaat.
Hoe maak je de deur uitgaan voorspelbaar? Door dit goed te communiceren. ‘We gaan over een kwartier weg’, zegt een kind niks. Veel effectiever is daarom om te zeggen: ‘Je mag het spelletje afmaken’ of ‘Je mag de aflevering afkijken en dan gaan we weg.’ Op deze manier maak je het logischer voor je kind en begrijpt hij het.
4. Moeilijke kinderen
Moeilijke kinderen bestaan niet. Wat moeilijk is, is om een kind te zijn in een wereld waarin mensen druk, moe en gehaast zijn. Kinderen zijn vaak net spiegels. Je kunt ze nog zoveel zeggen, maar datgene wat je als ouder doet, is het belangrijkste. Kinderen kijken en leren hiervan.
Als ouders zelf emotioneel afwezig zijn, dan gaan kinderen aandacht vragen door vervelend gedrag te vertonenen. Als dit bij jouw kind gebeurt, is het goed om als ouder naar jezelf te kijken. Ben jij vandaag moe of zit je niet lekker in je vel? Dan heeft dat vaak invloed op hoe je kind zich gedraagt.”
Dit kun je allemaal doen om brutaal gedrag van je kind de kiem in te smoren