Op1 roert mensen tot tranen met uitzending over kinderen met kanker: ‘Zou mijn leven voor hem geven’
Zieke kinderen raken bij iedereen een snaar, maar dan ook nog eens kinderen met kanker? Daar is zonder tranen moeilijk naar te kijken. Gisteravond zond Op1 een speciale uitzending uit vanuit het Prinses Máxima Centrum, waar alle kinderen met kanker in ons land worden behandeld. Experts en behandelaren kwamen aan het woord, maar ook kinderen die kanker hebben (gehad) en hun familieleden.
Kinderen met kanker zijn de laatste tijd vaker op tv te zien, zo ook in Paul de Leeuws Niet Klein Te Krijgen. Daarin volgde hij vier kinderen met kanker, die kijkers diep wisten te raken.
Op1-uitzending over kinderen met kanker
Bij Op1 zagen we Amélie, die stamcellen doneerde aan haar 11-jarige broertje Quinten. Zo’n stamceldonatie is geen makkelijke behandeling, dus Amélie zelf moest ook het één en ander ondergaan. Maar twijfelen? Dat deed ze geen moment. In de studio van Op1 is ze stellig: „Ik zou mijn leven geven voor hem. En dat zou ik elke dag doen. Vanaf het begin zei ik dat ik het zou doen, echt 100 procent, geen twijfel mogelijk. Heel mooi dat ik dat uiteindelijk ook heb kunnen doen.” Op1-presentatrice Carrie Ten Napel: „Ondanks dat het ook risico’s voor jezelf meebracht?”
Volgens Amélie zeiden de doktoren dat ze er ‘best wel makkelijk’ vanaf zou komen, maar dat ze bijvoorbeeld verminderde conditie en last van haar rug zou hebben. „Maar”, vertelt de dappere grote zus, „we hadden het allemaal wel een beetje onderschat. Ik heb nu nog steeds wel last van mijn rug. Het is een zwakke plek en m’n conditie is nog wat minder. Maar ja, alles doet minder pijn met de gedachte dat ik het voor Quinten deed.”
Amélie doneerde stamcellen aan haar 11-jarige broertje Quinten. “Ik zou mijn leven geven voor Quinten. Geen twijfel mogelijk.” #Op1 #MAX pic.twitter.com/mbR2xR8UqH
— Op1 (@op1npo) June 14, 2023
Na kanker toch geslaagd voor de middelbare school
Gelukkig eindigen lang niet alle verhalen van kinderen met kanker in tranen. Een deel geneest ook en pakt het leven daarna weer op, bewijst ook Alina, die op haar 16de de diagnose leukemie kreeg. Lange tijd had zij het gevoel dat ze achterliep op haar leeftijdsgenoten, ook ná genezing nog. Toch kreeg ze gisteren te horen dat ze was geslaagd voor de middelbare school, en daar is ze, terecht, heel trots op. „Ik dacht altijd dat er een beer op de weg stond, kanker, en die loopt weg en dan kun je weer door. Alleen, op de weg van de anderen stond die beer niet. Dus iedereen is al mijlenver voor jou en jij loopt heel erg achter”, vertelt ze over haar gevoel.
Zo liep ze, zegt ze zelf, ‘letterlijk achter’ omdat al haar vrienden al aan het studeren waren, en zij nog 5-vwo moest doen. Maar aan de Op1-tafel kan ze melden dat ook zij is geslaagd. Alina: „Het is een beetje zwaar, maar het is voor het eerst dat ik een toekomst zie.” Op1-presentator Charles Groenhuijsen laat een verbaasde ‘wow’ horen en Alina zelf schiet vol. „Ik heb de afgelopen drie jaar altijd geleefd naar wat anderen zeiden dat ik moest doen, met zo’n behandeling, en daarna is het klaar en denk je ‘nu kan ik weer’, maar dan heb je geen energie. Ik kon amper lopen, want alles was opgegeten en al m’n spieren waren weg. En dan moet je weer naar school, maar ik wilde eigenlijk niet, want al m’n vrienden waren weg…” Groenhuijsen weet het op een positieve manier af te ronden: „Maar kijk je nou staan met die vlag, dat is toch fantastisch.”
Prinses Maxima Centrum
In Nederland krijgen elk jaar zo’n zeshonderd kinderen te horen dat ze kanker hebben. Zij komen allemaal terecht in het Prinses Máxima Centrum en daar wordt hard gewerkt om te zorgen dat dat de beste plek is waar de kinderen kunnen zijn. In de Op1-studio is ook medeoprichter van het centrum Rob Pieters aanwezig, die onder meer vertelt waarom het centrum is opgezet. „Hiervoor hadden we zeven kinderkankercentra in Nederland. Kanker is de meest voorkomende doodsoorzaak bij kinderen, maar alle vormen van kinderkanker zijn op zich zeldzaam. Op een gegeven moment hebben we gezegd: ‘We moeten met z’n allen bij elkaar zitten’, want het is niet acceptabel dat je kind het op één na beste centrum of het op twee na beste centrum zou krijgen als behandelplek.”
Toen zijn behandelaren, artsen en de oprichters bij elkaar gaan zitten, zodat ze sneller meters konden maken. „Voor ieder kind. Dat is de basis van het Máxima, dat het onderzoek sneller kan gaan”, legt Pieters uit. Ten Napel: „En het werkt.” „Het werkt inderdaad ja”, zegt Pieters, duidelijk trots op hoe het centrum kinderen helpt. „Er zijn heel veel verbeteringen doorgevoerd, die we nooit hadden kunnen bereiken als we nog op zeven plekken zaten.”
Je kunt Op1 terugkijken via NPO Start.