Onvoorwaardelijk ouderschap volgens Alfie Kohn: zo doe je dat in de praktijk
Al eerder schreven we over de manier van opvoeden volgens Alfie Kohn: onvoorwaardelijk ouderschap. Een opvoedwijze of misschien wel levenswijze waarbij geen voorwaarden gesteld worden om iets te bereiken. Het gaat er hierbij om dat je houdt van wie je kind is en niet wat het wel of niet doet.
Straffen en belonen hoort hier dus niet bij, want dit zijn voorwaarden die je stelt: je legt immers een consequentie aan bepaald gedrag. Maar hoe pas je onvoorwaardelijk ouderschap dan toe in de praktijk? We zetten het voor je op een rij.
Geen voorwaarden, maar samenwerken
Niet buitenspelen als je kind zijn kamer niet opruimt, geen toetje als hij zijn avondeten niet opeet: het zijn allemaal voorwaarden die je (onbewust) stelt aan je kind om ervoor te zorgen dat hij doet wat jij wilt. Hetzelfde als belonen bij goed gedrag: je geeft je kind positieve aandacht als hij gewenst gedrag vertoont, terwijl dit volgens de methode onvoorwaardelijk ouderschap als voorwaarde wordt gezien. Die voorwaarden stellen wij als ouders, dus je haalt je kind eigenlijk over om iets te doen wat hij niet wil (kamer opruimen bijvoorbeeld) en daarmee ga je over zijn grens heen. Natuurlijk moet je kind ook niet over jouw grens heen gaan. Daarom is samenwerken bij deze levenswijze zo belangrijk.
Bij onvoorwaardelijk ouderschap wordt uitgegaan van de intrinsieke motivatie van het kind om uit zichzelf dingen te willen doen, zonder dat het beïnvloed wordt door de ouders (externe motivatie). Je kind wil bijvoorbeeld zijn knuffels niet in de mand doen en jij stelt de voorwaarde dat hij dan helemaal geen knuffels meer op zijn kamer mag (want jij wil een opgeruimde kamer).
Je kind wil dat niet, dus doet wat je zegt, maar gaat daarbij over zijn grens. Ben jij (de externe motivatie) uit de kamer, dan haalt hij alle knuffels weer uit de mand, want dan is er niemand meer die hem kan zeggen wat hij ermee moet doen. Had jij uitgelegd aan je kind dat je graag wil dat je hij of zij in een opgeruimde kamer slaapt, dan hadden jullie samen een oplossing kunnen bedenken waar beide kanten tevreden mee waren geweest. Samenwerken met je kind staat dan ook centraal bij onvoorwaardelijk ouderschap.
De emoties achter bepaald gedrag
Kinderen zijn van nature goed en doen geen dingen om jou te pesten. Je kind op een strafplek zetten nadat hij ongewenst gedrag vertoonde, werkt dan ook niet volgens de onvoorwaardelijk ouderschap methode. Je kind zal alleen maar denken aan hoe hij zo snel mogelijk daar weg kan, dus doet wat jij zegt (bijv sorry zeggen) en speelt weer verder. Op de langere termijn zal dit jullie relatie niet ten goede komen, omdat je kind er niets van leert. Neem jij zijn emoties en behoeftes serieus (is je kind moe, heeft het honger?), dus de achterliggende oorzaak van het ongewenste gedrag, dan kom je veel verder. Je kind leert zichzelf en zijn emoties begrijpen en samen bedenken jullie een oplossing voor de volgende keer in een soortgelijke situatie.
Naast je kind staan in plaats van tegenover je kind
Wat hiermee bedoelt wordt is dat je niet in een machtsstrijd belandt met je kind waarin hij moet doen wat jij zegt. Die gehoorzaamheid nastreven zal er juist voor zorgen dat je kind met z’n hakken in het zand gaat staan als hij iets moet. Volgens deze methode sta je dus naast je kind en geef je hem ook de controle. Laat je kind meedenken bijvoorbeeld: ‘wil je wortels of bloemkool eten vanavond?’. Voed je op deze manier je kind op, dan zal het niet echt tegenstribbelen als het een keer wel iets moet doen. Geef ook altijd een korte uitleg.
Waarom zeg je ‘nee’?
Let eens een paar dagen op de momenten wanneer je ‘nee’ zegt tegen je kind of hij iets niet mag doen van je. Waarom mag dat niet? Vaak is dit namelijk automatisme, misschien omdat het niet ‘normaal’ is of omdat je het zelf zo geleerd hebt van je ouders. Stel je kind eet ’s avonds altijd z’n bord leeg en hij vraagt om een koekje, net voordat jullie gaan eten. Waarschijnlijk zeg je ‘nee’, met een hoop gedoe als gevolg. Misschien is het al even geleden dat je kind iets gegeten heeft en heeft hij echt trek. Is het dan echt zo erg als hij een koekje eet voor het eten? Of je zegt: ‘geen koekje, maar je mag wel een stuk fruit uitkiezen’. Of je vraagt wat hij graag wil hebben, maar dat het geen ongezond eten mag zijn. Dan is iedereen tevreden en dat scheelt een hoop negativiteit in huis. Probeer maar eens!
Straffen en belonen? Geen goed idee volgens deze psycholoog!