Bemoeials! Deze ongevraagde opmerkingen en opvoedadviezen kregen jullie van vreemden
Je herkent het vast wel: zo’n situatie waarbij je zelf al met je handen in je haar zit en het beste probeert te doen voor iedereen en dan komt er zo’n onbekende (meestal oudere) man of vrouw naar je toe met óf goedbedoelde adviezen waar je niets aan hebt óf opmerkingen van vreemden waar je dagen later nog boos om kan worden.
Ongevraagde opmerkingen en opvoedadviezen van vreemden
We vroegen moeders en vaders hiernaar en dit waren de reacties.
Mijn kinderen deden dit niet
Laurien (37): “Ik ging laatst nog ‘even snel’ naar de supermarkt met mijn 5-jarige kleuter. Hij was moe, had honger en was steeds ruzie aan het maken met zijn jongere broertje, dus ik dacht: kom maar even met mij mee, even eruit. Nou, dat heb ik geweten. In de supermarkt mocht hij van mij geen tijdschriftje meenemen en dat liep uit in een enorme woede-aanval waarbij hij de boel bij elkaar gilde. Zo had ik hem nog nooit gezien.
Ik probeerde rustig te blijven en rekende af. De caissière zei vervolgens gedag tegen de man achter mij en die hoorde ik zeggen: ‘Oh sorry, ik was even afgeleid hoor’, doelend op mijn kind. Dus ik zei: ‘Het is een kind meneer, dat doen kinderen wel eens’, waarop hij antwoordde ‘Nou mijn kinderen hebben dit nooit gedaan hoor’. Precies wat je niet wilt horen op dat moment. Ik riep dat hij dat dan goed gedaan heeft. Kan er nog boos om worden.”
Verwend
Sanne (33): “Tijdens het wandelen met de kinderwagen had mijn vier maanden oude zoontje er niet meer zo’n zin in. Hij begon te huilen en hield niet op, dus ik haalde hem uit de wagen en liep naar huis met een lege kinderwagen in de ene hand en hem in mijn andere arm.
Ik kwam langs twee volwassen mensen en een daarvan zei iets over mijn huilende zoontje, toen ik zei dat hij er even geen zin meer in had. Zegt die man: ‘Nou als je hem nu al zo verwend, wat moet er later dan niet van hem worden…’ Ik ben doorgelopen, maar achteraf had ik heel wat onaardige dingen terug willen zeggen tegen die bemoeial.”
Zijn het echt geen meisjes?
Bart (28): “Mijn twee zoontjes hebben prachtig lang haar: de een steil roodblond, de ander krullend dieprood. Ook hebben ze zachte gezichtjes, waardoor ze heel vaak verward worden of aangesproken worden voor meisjes. Geen probleem natuurlijk, we zijn het gewend. Maar de caissière waar we laatst stonden, zei iets over ‘mijn twee meiden’.
Waarop ik natuurlijk zei dat het jongens zijn. ‘Oh echt waar’, zei ze, terwijl ze met grote ogen nog eens goed naar de jongens keek. ‘Dit zijn toch geen jongens, met dat lange haar?’ Ik wist niks meer te zeggen, dus heb maar gezucht, afgerekend en kies voortaan een andere caissière.”
Is dat echt haar naam?
Myla (37): “Ik stond een keer op de roltrap met mijn dochter Tessel en riep naar haar dat ze op moest letten toen ze naar boven rende. Toen draaide een man zich om en die riep ‘Heet ze Tessel?!’ en vervolgens begon hij keihard te lachen…”
Tijd voor de kapper
Iris (25): “Mijn zoon van zeven heeft wat langer haar, heel mooi vol is het. We houden zelf niet van dat korte geknipte jongenshaar en hij wil het zelf ook absoluut niet kort. Toch krijg ik keer op keer van mijn schoonmoeder te horen dat het wel een keer tijd wordt voor de kapper, dat dit niet jongensachtig is en dat je toch niet je zoon er zo bij laat lopen…”
De gouden opvoedtip: stevig knijpen
Amber (34): “Tijdens het afrekenen in de supermarkt was mijn humeurige peuter mijn aandacht aan het trekken en ik had al twee keer gezegd dat hij even moest wachten. Gaf de (oude) caissière mij een ‘tip’: ‘Ik kneep mijn dochter altijd even stevig in haar bovenarm als ik haar een standje gaf, dan wist ze meteen dat ze op moest houden.’ Ik heb haar vriendelijk bedankt voor de tip en gezegd dat ik het wel bij praten houd.”
Slecht voorbeeld
Frank (31): “Mijn zoon van tien en ik fietsen laatst naar de kapper en ik weet dat je dan langs de weg moet stoppen en af moet stappen om de hoge stoep op te komen. Leek me niet zo veilig, dus een paar meter voor de kapper zei ik dat mijn zoontje de lage stoep op mocht rijden en langs de kant verder kon fietsen (er was ruimte genoeg).
Schreeuwt een oudere dame vanaf de andere kant: ‘Nou jij bent een slecht voorbeeld voor je kind, fietsen op de stoep!’ Ik was zo verontwaardigd dat ik niks wist uit te brengen en mijn zoontje, de schat, zei: ‘Papa, jij bent echt wel mijn voorbeeld hoor’.”
Je schoonzus doet het beter
Saar (34): “Volgens mij schoonmoeder kleed ik mijn kinderen altijd te koud. En dan zegt ze: ‘Dit jasje is echt te koud hoor! Kelly (dat is dus mijn schoonzusje) heeft pas lekkere warme winterjassen voor de kinderen, moet je eens aan haar vragen waar ze die koopt.’
Ik kan honderd keer zeggen dat mijn kinderen het altijd warm hebben, maar het heeft geen zin. Tegenwoordig lach ik het weg en vreet ik mezelf vanbinnen op, om vervolgens even lekker te klagen bij mijn man.”
Water is toch zielig
Janna (26): “Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen gezond te eten en drinken krijgen en leer ze dan ook aan om water te drinken. Natuurlijk mogen ze af en toe limo of appelsap, maar dat heb ik liever wel zelf in de hand. Beide oma’s maken hier regelmatig opmerkingen over.
Dat het zielig is dat ze alleen maar water krijgen, dat limo of appelsap toch echt geen kwaad kan, dat zij vroeger zelfs suikerwater gaven… Dat alleen water drinken toch helemaal niet leuk is en ga zo nog maar even door. Om gek van te worden!”
Geen aandacht
Kirsten (36): “Met Vik was ik bij de apotheek en hij was daar alles bij elkaar aan het krijsen en over de grond aan het rollen, ik gaf daar even geen aandacht aan. Is er een wildvreemde vrouw die naar hem toe loopt en zegt: nou dat is fijn, zo’n moeder die niet naar jou omkijkt hè…”