Er is verschil tussen de hersenen van jongens en meisjes met autisme, blijkt uit nieuw onderzoek
Dat de symptomen van autisme verschillen tussen jongens en meisjes was al langer bekend. Maar dat er ook echt verschil zit in hoe de hersenen van jongens en meisjes met autisme werken, is nu ook door nieuw onderzoek aangetoond.
De verschillen, die onderzoekers vaststelden door honderden hersenscans te analyseren met kunstmatige-intelligentietechnieken, waren uniek voor autisme en werden niet gevonden bij normaal ontwikkelende jongens en meisjes. Het onderzoek helpt daarmee te verklaren waarom de symptomen van autisme verschillen tussen jongens en meisjes. Dit kan de weg vrijmaken voor betere diagnostiek voor meisjes, zeggen de onderzoekers.
Autisme bij jongens en meisjes
Autisme is een ontwikkelingsstoornis met een spectrum, vandaar dat er tegenwoordig gesproken wordt van de diagnose autismespectrumstoornis (ASS). De oorspronkelijke omschrijving van autisme, gepubliceerd in 1943 door Leo Kanner, richtte zich op mannelijke patiënten. En de stoornis wordt gediagnosticeerd bij vier keer zoveel jongens als meisjes, het meeste onderzoek naar autisme richt zich dan ook op mannen en jongens.
“Dit nieuwe onderzoek suggereert dat we anders moeten denken”, zegt hoofdonderzoeker Kaustubh Supekar, klinische assistent-professor in de psychiatrie en gedragswetenschappen aan de Stanford University. “We ontdekten namelijk significante verschillen tussen de hersenen van jongens en meisjes met autisme.”
Hersenscans
Met behulp van 678 hersenscans van kinderen met autisme ontwikkelden de onderzoekers een algoritme dat met 86% nauwkeurigheid onderscheid kon maken tussen de hersenen van jongens en meisjes. De wetenschappers testten het algoritme ook op 976 hersenscans van normaal ontwikkelende jongens en meisjes. Het algoritme kon hierbij geen onderscheid maken tussen hen, wat bevestigt dat de sekseverschillen die de wetenschappers vonden uniek waren voor autisme.
De onderzoekers vonden verschillen in verschillende hersengebieden. Zo hadden de meisjes andere connectiviteitspatronen dan jongens in onder andere motorische, taal- en visueel-ruimtelijke aandachtsgebieden. De verschillen in een groep motorische gebieden waren het grootste. Bij meisjes met autisme waren de verschillen in motorische centra gekoppeld aan de ernst van hun motorische symptomen. Wat betekent dat meisjes van wie de hersenpatronen het meest op jongens met autisme leken, de duidelijkste motorische symptomen hadden.
Eerdere diagnose
Het onderzoek kan helpen om in de toekomst sneller de diagnose autisme te stellen bij meisjes. Nu duurt het vaak lang om een meisje met autisme te diagnosticeren omdat zij minder openlijk symptomen vertonen. Dit komt deels doordat meisjes goed zijn in het camoufleren van veel symptomen van autisme.
Wanneer meisjes eerder de diagnose autisme krijgen, kunnen zij ook eerder goed geholpen en begeleid worden. Waardoor hun achterstand zoveel mogelijk kan worden beperkt.