ODD of gewoon dwars? Zo herken je het
Kinderen met oppositioneel opstandige gedragsstoornis, ODD, zijn bijna altijd opstandig. Hoewel het voor kinderen normaal is om soms een beetje opstandig of dwars te zijn, neemt het opstandige gedrag van kinderen met ODD zorgwekkende vormen aan.
Orthopedagoog Mariëlle Beckers legt uit wat ODD inhoudt, waardoor het ontstaat en wat je kunt doen om je kind met deze stoornis te helpen.
Wat is ODD?
Wanneer weet je of je kind ‘gewoon’ opstandig is, of dat hij misschien een vorm heeft van ODD? Als het dagelijks leven van je kind daadwerkelijk belemmert wordt door zijn opstandige gedrag is er misschien sprake van deze stoornis. Zij kunnen het bijvoorbeeld lastig op school hebben als gevolg van wangedrag of ze kunnen moeite hebben met het onderhouden van vriendschappen als gevolg van hun ernst van hun gedragsproblemen. ODD valt samen met CD (Conduct Disorder) onder de ‘agressieve gedragsstoornissen’. Bij beide stoornissen vertonen kinderen negatief en boos gedrag. Het verschil tussen deze twee gedragsstoornissen is dat kinderen met CD vaak ook gewelddadig zijn en geen respect hebben voor de gevoelens van anderen.
ODD komt vaak voor voor met andere problematiek. Vooral ADHD gaat vaak samen met ODD. Zo’n 30 tot 40 procent van de kinderen met ADHD heeft ook ODD. Het kan soms moeilijk zijn om onderscheid te maken tussen ODD en ADHD. Een kind met ADHD is impulsief en kan hiermee anderen irriteren, terwijl een kind met ODD vaker anderen ‘opzettelijk’ irriteert. Dit verschil is soms moeilijk te zien. Het duidelijkste verschil zit hem vooral in het aggresieve gedrag dat kinderen met ODD vaak vertonen. Ook hebben kinderen met ODD vaker last van stemmingsstoornissen, leerproblemen en angst.
De symptomen van ODD
Een kind met ODD:
- is vaak driftig;
- maakt vaak ruzie met volwassenen;
- is vaak opstandig of weigert zich te voegen naar verzoeken of regels van volwassenen;
- ergert vaak met opzet anderen;
- geeft anderen vaak de schuld van zijn of haar eigen fouten of wangedrag;
- is vaak prikkelbaar en ergert zich gemakkelijk aan anderen;
- is vaak boos en snel gepikeerd;
- heeft veel moeite met het omgaan met andere kinderen en de regels op school;
- is vaak hatelijk en wraakzuchtig.
Als een kind minstens 4 van deze kenmerken vertoont met een duur van minimaal zes maanden, is er mogelijk sprake van ODD.
Oorzaken van ODD
Het is niet precies bekend hoe ODD ontstaat bij een kind. Waarschijnlijk ontstaat het door een combinatie van omgevingsfactoren en aanleg. Kinderen met deze stoornis hebben vaker een pittig temperament, worden sneller boos en vragen dus meer en soms andere opvoedvaardigheden van ouders. Ook problemen met de spraak-/taal ontwikkeling wordt gezien als een risico; het is dan immers lastiger je middels taal uit te drukken en dat frustreert. Een laag IQ en/of een diagnose ADHD of ASS verhoogt ook de kans op het ontwikkelen van ODD.
Naast de risicofactoren in het kind zelf speelt de opvoedomgeving een grote rol. Dit begint al voor de geboorte, kinderen waarvan de moeder tijdens de zwangerschap heeft gerookt of alcohol of drugs heeft gebruikt hebben een grotere kans op het ontwikkelen van een gedragsstoornis als ODD. Kinderen die opgroeien in een gezin waar sprake is van veel onrust en spanning en/of geweld hebben een groter risico op het ontwikkelen van ODD. Dit geldt ook voor kinderen waarbij de ouders de opvoeding niet aan kunnen of zich heel autoritair opstellen.
Tot slot zijn er nog de risicofactoren buiten het gezin. Hieronder valt bijvoorbeeld school en sportclub. Kinderen met opstandig gedrag roepen vaak negatieve reacties op in hun omgeving. Als dit niet op een juiste manier wordt begeleid zal het negatieve gedrag alleen maar worden versterkt wat het risico dat kinderen uiteindelijk vastlopen groter maakt.
Gevolgen
ODD komt voor bij ongeveer 2 tot 3 procent van de kinderen. Sommige kinderen lijken er overheen te groeien, terwijl het bij andere kinderen uit de hand loopt. Zij kunnen op latere leeftijd bijvoorbeeld een anti-sociale persoonlijkheidsstoornis ontwikkelen, crimineel gedrag gaan vertonen of te maken krijgen met drugs- of alcoholgebruik en/of psychiatrische problemen. Omdat de gevolgen zo ernstig kunnen zijn, is het heel belangrijk om tijdig op zoek te gaan naar hulp als je het vermoeden hebt dat je kind ODD heeft.
Positieve invloed
Gelukkig ontwikkelen niet alle kinderen die bloot staan aan deze risicofactoren een gedragsstoornis als ODD. Dit zijn de factoren die er aan bijdragen dat een kind dat van nature opstandig is, toch geen ODD ontwikkelt.
- Een goed ontwikkelde intelligentie
- Veerkracht (aanpassingsvermogen)
- Een hechte relatie met tenminste 1 gezinslid
- Een hechte relatie met iemand buiten het gezin (leerkracht, mentor, tante)
- Vriendschappen met kinderen die geen gedragsproblemen hebben
- Als het goed gaat op school
- Een goed gevoel van eigenwaarde
Helaas zijn bovenstaande factoren geen garantie dat een kind geen ODD ontwikkelt. Ook kinderen die in een liefdevolle en harmonieuze omgeving opgroeien en intelligent zijn, kunnen ODD ontwikkelen.
Hulp
Waar kun je terecht als je het vermoeden hebt dat je kind ODD heeft? Een diagnose ODD wordt gesteld na een uitgebreid psychologisch en psychiatrisch onderzoek. Dit kun je laten doen na een verwijzing van de huisarts. Dit omvat vaak onderzoek van de omgeving van het kind observaties (school en thuis), gesprekken met ouders over de ontwikkeling van het kind (anamneses), informatie van de leerkracht en onderzoek van het kind zelf (intelligentie, sociaal-emotionele ontwikkeling).
Wat als je kind ODD heeft?
Als een kind de diagnose ODD heeft zal de behandeling vooral gericht zijn op het versterken van de pedagogische vaardigheden van de ouders en het afstemmen van de begeleiding van het kind met de andere belangrijke opvoeders als school en bijvoorbeeld de sportclub. Kinderen met ODD hebben namelijk veel behoefte aan een duidelijke aanpak en structuur. Vaak kan het helpen om duidelijke regels te hanteren en te verwijzen naar deze regels. Voor het kind zelf kan het zinvol zijn als ze leren wat passend is in een bepaalde situatie en hoe ze hun impulsen beter onder controle kunnen houden. Een groepstraining kan dan goed werken. In een groep kunnen ze goed oefenen met het gedrag en het schept ook een verbondenheid, alle kinderen in die groep ervaren immers hetzelfde.
Soms worden kinderen met ODD behandeld met medicatie, dit is meestal alleen het geval als een kind ook last heeft van andere stoornissen, zoals ADHD of autisme.
Bronnen en meer informatie:
www.balansdigitaal.nl
www.kenniscentrum-kjp.nl
Het RED-dieet bleek de oplossing voor de ADHD van Floris (13): ‘Ik ben nu een ander kind’