Dit wil je niet meer zeggen tegen ouders van verlegen kinderen
Verlegen kinderen kunnen tegen een hoop uitdagingen aanlopen op sociaal gebied. Aansluiting vinden bij leeftijdsgenootjes gaat niet altijd zo makkelijk, ook al willen ze het wel erg graag. Ouders hebben dus alle goede bedoelingen om hun kind hierbij te helpen. Het laatste waar je dan op zit te wachten is commentaar van buitenstaanders over de verlegenheid van je kind. Dit kun je beter niet zeggen tegen ouders van verlegen kinderen.
Niet omdat het slecht bedoeld is, maar omdat het commentaar vaak nét niet op een goed moment komt en omdat ouders van verlegen kinderen vanzelfsprekend zelf al hard genoeg hun best doen om hun kind te begeleiden.
Verlegen kinderen
Maar waarom zijn sommige kinderen ook alweer zo verlegen? Verlegenheid komt bij de meeste kinderen in sommige situaties voor, bijvoorbeeld in nieuwe situaties, op nieuwe plekken, met nieuwe personen. Sommige kinderen zijn echter iets meer verlegen dan anderen.
Dat kan komen door de gevoeligheid van het kind, het temperament of andere aangeboren neigingen die het gedrag van een kind kunnen beïnvloeden. Het zelfbeeld van het kind speelt in sommige gevallen ook een rol, maar niet altijd. Dat houdt in dat een kind verlegen kan zijn vanwege een negatief zelfbeeld: het idee niet veel voor te stellen als persoon. Hierbij kan de opvoeding een rol spelen, of bepaalde interacties met leeftijdsgenootjes. Vaker gaat verlegenheid echter gewoon om een simpele karaktereigenschap: niks mis mee!
Niet zeggen tegen ouders van verlegen kinderen
Deze dingen zullen ouders van verlegen kinderen beslist niet helpen, vooral niet op het moment zélf waarop een kind in zijn schulp kruipt:
- “Is hij altijd zo verlegen?’’
- “Heeft hij te weinig contact met leeftijdsgenootjes?’’
- “Wat is er gebeurd waarom hij zo verlegen is?’’
- “Nou, hij mag best hoi terugzeggen!’’
- “Toen mijn kind die leeftijd had was hij allang over zijn verlegenheid heen’’
- “Misschien helpt het hem vaker mee te nemen op uitstapjes’’
- “Ooh, wat zielig dat hij zo verlegen is…’’
- “Je zou x of y kunnen doen om hem uit zijn schulp te helpen, want dit is niet normaal’’
- “Weet je zeker dat het geen gedragsstoornis is?’’
- “Vindt hij het niet leuk hier?’’
- “Hoe gaat dat dan op school of op de opvang?’’
- “Misschien heeft hij gewoon wat meer 1-op-1 liefde nodig’’
- “Kinderen worden niet verlegen geboren. Waar kan het toch door komen?’’
- “Misschien eens hulp inschakelen van een pedagoog’’
- “Kinderen hebben toch echt sociale interactie nodig’’
- “Wat vindt hij dan wél leuk?’’
- “Heeft hij wel vriendjes dan?’’
We kunnen nog wel even doorgaan. Je snap het punt: zie je een verlegen kind met zijn ouder, komt dan niet met ongevraagd commentaar. Als je wel goedbedoeld advies hebt, geef dat dan als het kind er niet bij is, en het liefst ook niet waar andere mensen bij zijn.
Lees hier ook wat je niet wil zeggen tegen ouders van kinderen met driftbuien.