Niet leuk op school
Veel kinderen hebben wel eens een periode waarin ze minder graag naar school gaan. De uitdaging is een beetje weg, ze moeten wennen aan de nieuwe juf of er zijn spanningen tussen vriendjes en vriendinnetjes. Wanneer je echter merkt dat je kind elke dag, voor een langere periode met veel tegenzin naar school gaat, is er vaak iets aan de hand. Het is goed om na te gaan wat er speelt.
Jonge kinderen die op de kleuterschool beginnen, hebben soms last van aanpassingsproblemen. Op het dagverblijf of op de peuterspeelzaal was alles nog vrijblijvend en mochten kinderen vooral dingen doen die ze leuk vonden of met zelfgekozen materialen spelen. Op de kleuterschool is dit anders. Er is een strak programma, duidelijke regels en de groepen zijn vaak groot.
De leerkracht geeft een kind van 4 vaak wel de ruimte om zelf te kiezen, maar het moet ook langzaam wennen aan het uitvoeren van opdrachtjes. Het ene kind heeft daar meer tijd voor nodig dan het andere. Dit heeft vaak niks met intelligentie te maken, wel met de sociaal-emotionele ontwikkeling. Uit je verhaal blijkt dat je zoon er veel moeite mee heeft. De omstandigheden werken ook niet in zijn voordeel: het is een grote groep en je zoon heeft duidelijk zijn plekje nog niet gevonden. De aanpassingsproblemen kunnen de oorzaak zijn van zijn gedrag maar er kan ook meer aan de hand zijn. De problemen spelen al een jaar dus is het nodig serieus aan de slag te gaan.
Ga nog eens met de leerkracht praten en vraag naar de mogelijkheden om jouw zoon te helpen. Een groep van dertig kleuters is veel. Het helpt de leerkracht als je duidelijk bent in het omschrijven van het probleem van je kind.
- Vertel dat je zoon al een jaar met tegenzin naar school gaat en dat je hier echt iets aan wilt doen.
- Vertel dat je graag wilt meedenken om dit probleem op te lossen.
- Omschrijf duidelijk het probleem en geef veel voorbeelden van voorvallen.
- Vraag of het nodig is om je kind verder te laten onderzoeken en of de leerkracht dit kan bespreken met de Intern Begeleider (IB).
- Vraag naar wat jij zelf nog kan doen om je kind te helpen.
- Vraag om een plan van aanpak en maak meteen een nieuwe afspraak om te evalueren!
Als tip zou je de leerkracht kunnen vragen om met een beloningssysteem te gaan werken: telkens als je zoon een taakje zonder te mopperen heeft gedaan of als hij fijn buiten heeft gespeeld verdient hij een sticker. De juf kan de stickers op een kaart plakken en bij tien stickers mee naar huis geven.
Jij kunt hem dan voor deze ‘volle spaarkaart’ ook weer belonen met iets waar hij echt heel blij van wordt. Het hoeven geen cadeaus te zijn. Samen iets gezelligs doen – zoals spelletjes spelen, een potje voetballen of koekjes bakken – is vaak een grotere beloning.
Een kind van 5 is nog erg jong. Het moet zich nog op zoveel terreinen ontwikkelen. Het is mij niet duidelijk of je zoon komende zomer al naar groep 3 moet maar zo niet, besef dan dat hij nog ruim de tijd heeft om zich te ontwikkelen.