Eerste hulp bij nachtmerries: zo help je jouw kind beter te slapen
Kinderen dromen veel meer dan volwassenen. Dat is niet voor niets. Via hun dromen verwerken kinderen ervaringen. Bovendien vertellen die ook iets over hun angsten, frustraties, boosheid en ontwikkeling. Daardoor heeft je kind waarschijnlijk ook af en toe een nachtmerrie. Hoe je jouw kind kan helpen bij nachtmerries vertellen we je hier.
De meeste kinderen vertellen weinig over hun nachtelijke slaapbelevenissen. Ze gaan naar bed, worden wakker en zijn met hun gedachten nog voor ze hun bed uit zijn alweer bij de komende dag. Pas als ze ‘s nachts schreeuwend wakker worden of angstig zijn om te gaan slapen, worden ouders en kinderen zich ervan bewust dat er ook in een slapend kinderhoofd van alles gebeurt.
Complete legers van enge mannen, monsters en griezelige beesten blijken dan op kinderjacht te gaan, huizen vatten zomaar vlam en aan het eind van de weg kan ineens een diep ravijn gapen. En dan gaan bij papa en mama de alarmbellen rinkelen. Hoe zit dat eigenlijk met die slaap van mijn kind? Wat gebeurt er allemaal in zijn dromen? Waaróm heeft hij zulke nachtmerries? En vooral: wat kun je eraan doen?
Dit is wat je kunt doen als je kind steeds last heeft van nachtmerries
Hoe help je je kind bij nachtmerries?
Er bestaan tal van handboeken waarin droomoefeningen zijn opgenomen die kinderen kunnen helpen leuker en fijner te dromen. Zo geeft Pam Spurr in ‘Omgaan met de dromen van je kind’ praktische tips: vraag je kind vlak voor het slapen gaan een vrolijk moment voor de geest te halen. Daag je kind uit een mooie droom te herinneren en te proberen die opnieuw ‘af te spelen’. Prikkel de fantasie door voor vervelende of onafgeronde dromen een ander einde te verzinnen. En vraag je kind wat voor superheld hij of zij zou willen zijn.
Patricia Garfield geeft in haar boek ‘Wat droomt je kind’ eveneens tips om boze dromen voor kinderen hanteerbaar te maken, maar ook heel specifieke aanwijzingen per type nachtmerrie. Bijvoorbeeld in geval van de meest gangbare nachtmerrie over achtervolgd of aangevallen worden:
- laat je kind de droom beschrijven (wat gebeurde er, wat deed je, hoe liep het af?)
- spiegel de gevoelens van je kind (je was bang, je voelde je hulpeloos?)
- stel je kind gerust (heel veel kinderen hebben zulke dromen)
- schakel helpers in (als je nog eens wordt aangevallen, kun je je omdraaien en het monster aankijken, vriendschap sluiten, zijn bek dichtplakken, hem in een kooi stoppen of hulp halen)
José Sagasser zoekt het in ‘Kinderdromen’ weer meer in algemene tips: koester je kind voor het slapengaan, geef een massage, stop het stevig in, zorg voor prettig aanvoelend beddengoed, knuffels en een fijne slaapomgeving, wieg je kind tijdens het in slaap vallen en bespreek leuke onderwerpen om over te dromen.
Heeft je kind last van nachtmerries? Dit kun je als ouder doen om je kind te troosten en kalmeren
Hoe jonger, hoe enger
Dat het bij dit alles nogal uitmaakt of je kind 2 is of 10, moge duidelijk zijn. Heel jonge kinderen hebben nog niet de woorden en het begrip om op hun dromen te reflecteren. Pas als ze een jaar of 4 zijn, zijn ze zich bewust van het feit dat wat zij ‘s nachts meemaken, dromen zijn. En dat het dus niet echt is wat ze allemaal zien.
In deze fase geloven kinderen echter nog dat dromen van buitenaf in hun hoofd worden gestopt. Als kinderen een jaar of 7, 8 zijn, ontstaat het begrip dat de dromen in hun eigen hoofd worden gemaakt en dat zij er dus min of meer zelf verantwoordelijk voor zijn.
Toch kunnen droombeelden dan nog zóveel indruk maken en de droomgevoelens zo tastbaar zijn, dat het ook voor hen moeilijk is om te beseffen dat het alleen om fantasiebeelden gaat. Die ambivalentie verdwijnt rond het negende jaar. Rond die leeftijd zijn kinderen in staat met dezelfde afstand naar hun dromen te kijken als volwassenen.
Nachtangst of nachtmerrie?
Nachtangst is iets anders dan een nachtmerrie. Bij nachtangst schrikt je kind met een schreeuw of gil op uit z’n slaap in een acute paniek. Hij is doodsbang, transpireert hevig, hapt naar adem maar kan niets vertellen over een droom. Dit komt vooral voor bij kinderen tussen 3 en 5 jaar en wordt waarschijnlijk veroorzaakt door te plotseling ontwaken uit een zeer diepe slaap. Het is een symptoom van de groei van het zenuwstelsel. En hoewel het er behoorlijk heftig uitziet, denken deskundigen dat de kinderen zelf er weinig van meekrijgen. De volgende morgen weten ze er bijna nooit meer wat van en het verschijnsel verdwijnt meestal vanzelf weer.
Belangrijk is dat ouders zelf rustig blijven, voorzichtig troosten en het kind weer zo snel mogelijk laten doorslapen.
Bij een nachtmerrie ontwaakt je kind ook angstig, maar zonder te schreeuwen. Hij is eerder geschokt en herinnert zich waarschijnlijk een ingewikkelde droom over een wild beest, schurk of achtervolgend monster.
In tegenstelling tot kinderen die lijden aan nachtangst, kun je kinderen met een nachtmerrie vrij makkelijk troosten. Nachtmerries komen vooral voor bij kinderen tussen 7 en 10 jaar. Ze zijn helderder, uitgebreider en ingewikkelder dan gewone dromen en veroorzaken grote bezorgdheid.
Dit zijn de verschillen tussen een nachtmerrie en nachtangst bij kinderen
12 soorten nachtmerries
Droomdeskundige Patricia Garfield onderscheidt twaalf soorten boze kinderdromen, waar vrijwel alle nachtmerries onder vallen:
- Achtervolgd of aangevallen worden door monsters, beesten, geesten of schurken
- Gewond raken of sterven
- Iets griezeligs zien (zonder aanval)
- Dingen die kapot gaan, wegraken of verbranden
- Verdwaald zijn
- Je geremd of verlamd voelen
- Vallen
- Examen doen
- Een natuurramp of oorlog meemaken
- Een auto-ongeluk krijgen
- Te laat komen
- Naakt lopen of gekke kleren aanhebben
Eerste hulp bij nachtmerries
Ouders kunnen hun kinderen leren dat je dromen kunt veranderen. Je hoeft een droom niet passief over je heen te laten komen. Actief opstellen is ook een mogelijkheid. Hoe?
- Leer je kind het gevaar in de droom het hoofd te bieden en te overwinnen.
- Leer het hulp in te roepen van ‘droomvrienden’, zoals een superheld of een lievelingsknuffel.
- Lees het verhalen voor, die een voorbeeld zijn van een confrontatie die succes heeft.
- Leer het in het dagelijks leven de vaardigheden die het in z’n dromen nodig kan hebben.
- Moedig het aan de droom na te dromen en een andere wending aan het verhaal te geven.
- Doorbreek het droompatroon door even op te staan, naar de wc te gaan, een slokje water geven, over de rug aaien.
- Maak een mooi droombed, met knuffels en vertrouwd speelgoed.