Moeder Loth van Veen (40) is studiebegeleider op een Zweedse school: ‘Onderwijs zonder ruis’
We stellen de Zweden vaak als voorbeeld voor onderwijs, emancipatie en gezin. Ook Loth van Veen (40) voelde zich aangetrokken tot Zweden en besloot negen maanden geleden met haar gezin naar Zweden te emigreren. Ze is studiebegeleider op de Zweedse school waar haar kinderen zitten en noemt het Zweedse onderwijs ‘onderwijs zonder ruis’. Met ons deelt ze haar bevindingen.
- Wie: Loth van Veen
- Leeftijd: 40
- Woont samen met: man Thomas en zoontjes Pepijn (9), Stach (7) en Teun (5).
- Beroep: docent
- Woont in: Zweden
Waarom zijn jullie naar Zweden verhuisd?
“Thomas en ik hadden altijd al de droom om ooit een tijdje in het buitenland te gaan wonen. Maar er was eigenlijk nooit een directe aanleiding om dit plan te verwezenlijken. Toen de jongens wat groter werden, voelden we: het is nu of nooit. Onze kinderen waren nu nog enthousiast om samen met ons dit avontuur aan te gaan. Ook hebben ze de leeftijd om de taal nog goed te kunnen leren.
Scandinavië trok ons vanwege de natuur, de cultuur en het onderwijs. Na vakanties en een rondreis door Zweden besloten we dat dit land goed bij ons zou kunnen passen.
We hebben een oud huis gekocht dat we compleet aan het renoveren zijn. Het is, uiteraard, een rood houten huis in het bos. Er lopen herten, hazen en vossen door de tuin. Maar we wonen niet in de middle of now where, hoor. Op vijf minuten rijden zit de school en het dorp met een supermarkt, een bibliotheek en een bakker. Ook wonen we een uur rijden van Gotenburg, wat nu al onze favoriete stad is. Het is heerlijk om af en toe naar musea te gaan of uitgebreid te gaan lunchen.”
Hoe vind je het om in Zweden te wonen?
“We wonen hier nu hier nu zo’n negen maanden. Om samen, als gezin, zo’n avontuur aan te gaan vind ik fantastisch. We leren hier allemaal zoveel van! Van de taal leren, tot de Zweedse cultuur leren kennen en van traditionele Zweedse bouwtechnieken, tot het aanleggen van een moestuin. Het hele proces is leerzaam en verbindend.
Zweden als land bevalt ons ook heel goed. Het is heerlijk om zoveel ruimte om je heen te hebben. Het is niet moeilijk om veel buiten te zijn: in de zomer kun je zwemmen, kanoën en suppen in de vele meren en in de winter kunnen we skiën op de piste vlakbij ons huis.”
Wat zijn tot nu toe je bevindingen op de Zweedse school waar je studiebegeleider bent?
“Ik noem het onderwijs zonder ruis. Ik loop nu een half jaar rond op een Zweedse school, grundskola, van 7 tot 16 jaar en dit valt mij op:
- Er wordt hier eigenlijk nooit gevraagd of de kinderen het ‘leuk’ vinden. We lezen boeken en gedichten, we rekenen en luisteren samen muziek. Daar worden zinvolle dingen over besproken, maar er worden geen vragen gesteld op belevingsniveau.
- Er is geen overdaad. Er worden scherpe keuzes gemaakt. We gaan niet op schoolreisje naar een pretpark, er is geen juffendag, er is geen voorleesontbijt en geen speelgoedochtend. Er is structuur en voorspelbaarheid. Ik heb dit schooljaar nog niet één uitzondering op het rooster meegemaakt. De dagen bestaan uit vaste indelingen die ‘s ochtends met de kinderen worden doorgenomen. Taal, rekenen, gym, beeldende vorming, natuur, wekelijks naar de bieb en af en toe het bos in.
- Wát er gedaan wordt, wordt vol overgave gedaan. Alles wordt serieus genomen. De kinderen, het onderwijs, het moment. Er wordt niets weggelachen of uit de weggegaan. We zijn hier met elkaar om belangrijke dingen te doen, dat voel je.
- We doen het samen. Dat merk je aan grote en kleine dingen. Tijdens gym kun je nooit ‘af’ zijn tijdens een spel: er is altijd een manier waarop je weer mee kunt doen. Maar ook: ik heb hier nog geen kinderen alleen voor de groep zien staan. Geen boekbesprekingen, geen spreekbeurten. Toen ik deze observatie met mijn zoontje deelde corrigeerde ik mezelf: ‘O ja toen je jarig was stond je voor de klas’. Pepijn was even stil en hij zei: ‘Nee hoor, want ook toen stond de juf achter mij’. Een rake observatie die veelzeggend is.
- Kinderen leren hoe zij zichzelf kunnen uiten. Er wordt serieus en met geduld naar de verhalen geluisterd. Er wordt niet op gereageerd. Ook leren de kinderen zelf verhalen schrijven waarin zij delen wat hen bezighoudt.
- Er wordt altijd met de hand geschreven. Met potlood. Ook in de hogere klassen. En overal liggen gummen.
- Ik heb nog geen rapport gezien en ik kan de voortgang of het niveau van mijn kinderen niet volgen in een online systeem. Wel voerde ik het afgelopen jaar per kind twee ontwikkelgesprekken. Er is geen overdaad. Niet aan activiteiten, niet aan prikkels. Er is geen fancy schoolgebouw. Er zijn geen bijzondere leermaterialen of werkvormen. Er zijn geen spectaculaire uitjes. Het voelt allemaal heel ‘lagom’. Dat is een Zweeds woord wat zoveel betekent als: precies zo goed/veel als het zou moeten zijn. Toen ik vorige week het onderzoek over de (in verhouding) rumoerige Nederlandse klassen las, vroeg ik me af: zou het Nederlandse onderwijs gebaat zijn bij wat meer ‘lagom’?”
Wat zijn je ervaringen met Zweden in het algemeen?
“Ik werk nog steeds volop voor mijn eigen bedrijf. Ik coach jongeren online, ik ontwikkel onderwijsmaterialen en ik geef af en toe lezingen en trainingen in Nederland. Daarnaast help ik drie dagdelen per week op de school van mijn kinderen. Dat is een unieke kans die ik met beide handen gegrepen heb. De school vroeg mij hier afgelopen zomer voor, toen ze hoorden dat onze kinderen hier naar school zouden gaan.
Het is voor mij, als onderwijsprofessional en als moeder, interessant om rond te kijken op een Zweedse school. Bovendien leer ik de taal op deze manier natuurlijk ook én kan ik mijn kinderen zo goed mogelijk ondersteunen.
Omdat beide ouders hier over het algemeen fulltime werken, doen scholen geen beroep op ouders. Begrijp me niet verkeerd, ik help graag waar ik kan, maar in Nederland voelde ik me vaak overvraagd. Ik kan niet meelopen naar gym, een voorleesontbijt maken en luizen pluizen naast een fulltimebaan.”
Hoe kijk je met deze ervaring tegen het Nederlandse onderwijs aan?
“Ik ben blij met de hoeveelheid ruis die is weggevallen hier in Zweden. Achteraf denk ik dat we elkaar in Nederland een beetje gek maken, bijvoorbeeld als ouders. Voor mijn drie kinderen zat ik soms in wel in vijftien whatsappgroepjes tegelijkertijd! Klassenapps, zwemlesapps, kinderfeestjesapps. Gekmakend! In Zweden wordt Whatsapp niet of nauwelijks gebruikt en…. je mist niks! Kinderfeestjes zijn gewoon ouderwets: je brengt je kind, je kind heeft het leuk en einde dag hoor je thuis hoe het was. Geen updates, geen groepsapps over cadeautjes, heerlijk!”
Dat geldt ook voor alle extra’s op school. In Nederland zijn we erg gericht op of iets ‘leuk’ is. Dat leidt misschien wel tot overdaad. Het is misschien een beetje ouderwets, maar wat meer rust, reinheid, regelmaat hier doet mijn kinderen goed. Wát we doen is belangrijk. De leerkrachten en de kinderen nemen de programmaonderdelen serieus. Na schooltijd hebben ze volop energie om buiten te spelen.”
Hoe lang blijf je daar nog?
‘Geen idee, zo lang het ons bevalt!’
Loth van Veen is oprichter van studiekeuzeorganisatie Intermijn. Intermijn is een eigenzinnige coachingsorganisatie voor jongeren.
Zweden heeft genderneutrale kleuterscholen en dit is wat we daarvan kunnen leren