Een kijkje achter de voordeur: opvoeden van een hoogsensitief kind
Dat mijn leven er zo uit zou gaan zien, had ik nooit gedacht.
Toen ik nog niets van HSP afwist, was ik echt op zoek naar herkenning. Herkenning in de situatie die je nu zal gaan lezen…ik kon deze nergens vinden. Er was genoeg theorie te vinden. Maar blijkbaar niemand die ’de heftige dagen’ durfde te laten zien.
De nasleep… alle voorbereidingen die we treffen voor ons hoogsensitieve kind, is het enige middel (onze enige troef), onze enige vorm van invloed die we zelf kunnen uitoefenen om ervoor te zorgen dat haar emmer leeg is bij de start van de dag. Anders kan ze niet genieten. Gunt niet iedereen zijn kind om te kunnen genieten?
De dag kan zijn de Sinterklaasviering, kerstmis, kijkles bij dansen, een verjaardag, op visite gaan, ergens anders avondeten dan thuis…en zo kun je eeuwig doorgaan. Op de dag zelf – hoe goed de voorbereiding ook is- wordt ze sowieso overprikkeld. Hoe leef de emmer ook is, dat is het leven met hoogsensitiviteit als je nog zo klein bent.
Mensen die door elkaar heen praten, muziek, grapjes die mensen maken waarna ze ons vragend aankijkt, er gebeurt te veel om haar heen in een te korte tijd. Alles van dit dat langer duurt dan 60 minuten, zorgt voor een emmer die overstroomt. Ook dit is het leven.
We kunnen alles wel zo inrichten dat er geen overprikkeling plaats vindt, maar dat zijn er geen leuke dingen meer. We leren ons kind om te gaan met overprikkeling, afspraken te maken hierover en dat werkt het beste.
Hoe is de dag na overprikkeling? Het begint in de nacht, niet meer doorslapen. Vervolgens krijgen we beiden een klap wanneer de deken net niet voldoende over haar heen ligt. Dat geldt ook voor haar eigen haren die dan in de weg liggen, onze adem die ze te veel hoort, om het nog niet eens over snurken te hebben. En soms gaat dat met zoveel geluid en gehuil…het overstappen van haar bed in die van ons, de ruzie om de dekens, dat we blij mogen zijn als haar zusje niet wakker wordt. We lopen op eieren. Zeg je iets verkeerd (als in je spreekt een woord verkeerd uit) heb je het verkeerde beleg op brood gedaan, dan is dat een DRAMA (huilen, heel hard, zeker voor 10 minuten). Je bent dan de allerstomste, de meest onaardige persoon die er voor haar bestaat (dat zegt ze). Wij weten dat ze dit niet meent, dus: we incasseren! Dat dit gebeurt, is niet erg. Dat weten we van tevoren namelijk al. Huilen en alles eruit gooien, is de meest snelle manier om te kalmeren.
Daarna begint het aankleden. Dit is het stuk waar het meeste ‘mis’ kan gaan. Het ‘lijntje’ van de broek zit niet lekker (die gisteren nog prima was), haar mouwen zijn te kort (gisteren nog prima), sokken zitten niet meer goed (ook nog prima gisteren). Dit is het moment dat ze het zelf allemaal niet meer weet. Dus laat ze zich op de grond vallen, huilen, schreeuwen en incasseren we vervolgens beiden klappen of worden we geknepen. Bewust WE, want dit moment is zo intens, dat we elkaar afwisselen omdat dat simpelweg de enige manier is waardoor we niet zelf in tranen uitbarsten of ons geduld verliezen. Dat is namelijk het laatste wat ze nodig heeft in zo’n situatie. Wij proberen haar rots te zijn in de branding, haar boei waar ze zich aan vast kan houden…Ze is moe, ze is op, ze weet het niet meer. Vervolgens is ze heel verdrietig dat ze ons pijn heeft gedaan, biedt ze haar excuses aan en krijgen we de dikste knuffels. We weten dat ze ons geen pijn wilt doen.
Ook al weten we dat deze momenten gaan komen, ze blijven loodzwaar. Dan komt het meest gevaarlijke moment, we gaan naar beneden. Uitgerekend op het randje van de trap, krijgt ze een woedeaanval. Dat is het moment dat ze beseft nog iets te willen pakken. Maar omdat wij vragen of ze een stapje achteruit wilt doen (MAN MAN MAN wat gaat me hart dan te keer), onderbreken we haar (iets waar een HSP’er niet tegen kan). Daar komt de volgende woedeaanval. We incasseren nog een paar klappen. We proberen rustig te blijven, ons geduld te bewaren en zijn blij dat er niemand van de trap af is gevallen…want dat is toch echt onze grote angst in zo’n situatie.
Eenmaal beneden aangekomen, komt het volgende besef: we gaan naar ons werk. Het enige wat ze wil, is bij ons zijn. Dat we niet weggaan. Het enige dat wij willen, is bij haar blijven. We weten wat voor ellendige dag ze gaat hebben, ze is nu al op. Uitgeput. Ook al kunnen we die niet meer beïnvloeden, samen de vreselijke dag uitzitten is beter dan dat ze dat alleen moet doen. Maar…dit is het leven. Wij gaan naar ons werk, zij gaat naar school.
Op zo’n ochtend hebben we mazzel als we op tijd op ons werk komen. Wat soms dus ook niet lukt, omdat ze ons nog een klap geeft, een woedeaanval krijgt of er wat anders gebeurt. Vaak komt er ook nog wel een woedeaanval bij jas en schoenen aandoen. We incasseren nog wat klappen en een hoop geschreeuw.
Het is 08.10. Ik zit in de auto naar het werk….volledig uitgeput. Verdrietig, me afvragend hoe ik dit ga volhouden als ik thuiskom van het werk. Thuiskom van een hele dag in het onderwijs. Want thuiskomen….dat is opnieuw ‘een ding’.
Als ik thuiskom, is ze al een paar uur met oma’s / opa geweest. Die hebben dan vaak de ‘eerste lading’ al gehad. Schreeuwen, met iets gooien, lelijke dingen zeggen, niet meer luisteren, niets meer willen en…hier en daar een klap. Iets waar ze zelf ook weer verdrietig van wordt dat ze dat heeft gedaan. Iets wat opa en oma’s dus ook moeten incasseren, omdat dat de enige manier is de dag door te komen. Dan kom ik thuis…het moment van de MAGIE. Ik ben moe, zij is moe. We zijn allebei uitgeput. Een blik, iets te dichtbij haar komen, iets verkeerd zeggen, haar stoel te dichtbij de tafel aanschuiven…allemaal triggers voor de volgende woedeaanval.
Dit is dag 1. Na ‘DE DAG’ gaat dit maximaal 4 dagen zo door. Hoe zal het moeten zijn voor haar zeg, om je 4 dagen uitgeput te voelen, overvoerd, gesloopt en overspoeld.
Het meest pijnlijke is nog: dit is de prijs die zij betaalt om 1 dag ‘iets leuks’ te kunnen doen of iets te doen, omdat wij dat willen. Maar dit is ook de prijs die wij betalen als ouder zijnde. Als we worden uitgenodigd op een verjaardag, een uitje, een feestje, een viering, wat dan ook.
JA zeggen is niet zo makkelijk meer. Spontaan dingen doen kunnen wel, maar heel vaak betalen we daar dus een prijs voor. Een flinke ook. Het vraagt veel van ons. Soms is de koek even op.
Dat het zo zou zijn…dat we zoveel niet meer zouden kunnen doen (nu ze nog zo jong zijn) hadden we ons van tevoren niet kunnen bedenken. Tegelijkertijd beseffen we ons dat we het geluk mogen hebben überhaupt kinderen te kunnen krijgen (dat het misgaat kennen we namelijk ook), dat onze kinderen helemaal gezond zijn, dat wij gezond zijn, dat we een dak boven ons hoofd hebben en op vakantie kunnen, dat er ‘s avonds warm eten is en er genoeg is voor ons allemaal.
Jeetje wat zijn we trots op onszelf en op onze kids! Bij deze hebben jullie een klein beetje achter de deur kunnen kijken.