Lekker slijmen
Het was vrijdag, bijna weekend. Ik had zin om iets leuks te doen met de oudste kinderen op mijn werk bij de naschoolse opvang. Iets waar ze echt blij van zouden worden. Ik kreeg toen gelijk een idee, maar probeerde het weg te schuiven naar een hoekje van mijn brein, zodat het zich de komende jaren niet meer zou laten zien.
Dat ging natuurlijk niet, want aan het einde van de ochtend was het zo ongeveer het enige waar ik nog aan kon denken. De kinderen van mijn groep vragen namelijk al weken of ze een keer slijm met me kunnen maken. Nu ga ik vaak mee in de fantasie van deze bengels. Leuke ideeën van kinderen voer ik als het even kan altijd uit.
Ik ben namelijk een groot voorstander van kinderparticipatie zoals dat heet. Maar slijm maken? Dat gaat me soms echt te ver. Ik heb weleens slijm gemaakt waar je scheerschuim, lijm en lenzenvloeistof voor nodig hebt. Na afloop hadden we de hele voorraad lijm opgemaakt en was ik nog uren aan het schoonmaken.
Maar goed, ik liet me overhalen. Ik ging voor de slijmvariant die je maakt met maïzena en shampoo. ‘Makkelijk’, dacht ik nog, ‘wat kan er misgaan?’
Toen ik vertelde wat we gingen doen, waren de kinderen gelijk door het dolle heen. Ik legde ze uit dat het heel belangrijk was om de hoeveelheden maïzena en shampoo goed op elkaar af te stemmen, anders zou het niet lukken. “Jahaa, ik weet het al”, zei Kilian ongeduldig. “Kunnen we al beginnen?”
De kinderen gingen aan de slag. Ik zag tot mijn verbazing dat het vrij goed ging. Ze deden heel voorzichtig en roerden het prutje in hun eigen bakje door elkaar. Er viel wat maïzena op tafel, dus ik liep even weg om doekjes te halen.
Toen ik terugkwam, was het rustige tafereel dat ik had achtergelaten veranderd in een chaos. Kilian had de helft van de fles shampoo in zijn bakje gegoten en was nu bezig om de kleverige substantie aan de boekenkast af te smeren. Oscar gooide een grote bal slijm tegen het raam aan.
Daarna riep Jasper enthousiast. “Juf, dit is echt cool. Zullen we volgende week een Japanse watercake gaan maken?”
Ik perste er een glimlachje uit en zei: “Ja leuk.” Niet dat ik weet wat een Japanse watercake is, maar het kan nooit erger zijn dan dit. Toch?