‘Mijn zoon (7) heeft een hekel aan boeken, hoe kan ik het lezen toch stimuleren?’
Als ouder zit je regelmatig met vragen en kwesties rondom het opvoeden van je kinderen. J/M ouders geeft graag antwoord op al deze vragen in de rubriek ‘advies van de redactie.’ Dit keer is het onderwerp: lezen stimuleren als je kind niet graag leest.
“Onze zoon (7) zit in groep 4. Taalvaardig is hij erg goed en hij kan ook goed en vlot lezen. Helaas heeft hij ook een hekel aan lezen. Korte stukjes, zoals in tijdschriften en op internet, vindt hij wel leuk. Toen hij pas leerde lezen, was geen letter veilig voor hem. Maar het leesonderwijs op school ging echter te langzaam voor hem. Sindsdien heeft hij echt een hekel aan boeken. Ik weet zelf nog hoe leuk ik het vond om de hele omgeving te vergeten en diep verzonken in een boek te zitten. Van alles heb ik al geprobeerd: verschillende genres, hobby boeken et cetera. En natuurlijk lezen we regelmatig voor. Maar hij leest gewoon niet graag.
Hoe kan ik hem stimuleren? En veel belangrijker: hoe kan ik hem laten ervaren hoe leuk het is om verhalen te lezen? Het voorlezen van boeken vindt hij ook niet leuk, wel korte verhalen. Het moet allemaal niet te lang duren.”
Advies van de redactie
Veel lezen bevordert niet alleen het technisch en begrijpend leesniveau, het vergroot ook de woordenschat en kan rust en ontspanning brengen. Wanneer je kind van nature een boekenwurm is, dan mag je je gelukkig prijzen. De meeste kinderen moeten echter leren om lezen te waarderen en bij sommigen zal dit nooit lukken. Ouders en leerkrachten hebben grote invloed op het leesgedrag van kinderen en het is een mooie uitdaging om kinderen enthousiast te maken.
Je schrijft dat je alles al geprobeerd hebt, maar dat het boeken lezen niet wil lukken. Bedenk eens waarom je zo graag wil dat je kind boeken gaat lezen. Je schrijft dat je het zelf zo fijn vond om als kind diep verzonken in een boek te zitten en je wil dat je zoon ook zo gaat genieten van lezen. Dat is heel begrijpelijk, maar bedenk dat je dit ook kan bereiken wanneer je zoon zijn eigen keuzes maakt.
Lezen stimuleren
Een paar tips om het lezen te stimuleren:
- Respecteer de keuze van je zoon en leg je er voorlopig bij neer dat het geen boeken worden. Je zoon is pas 7. Misschien is hij gewoon nog iets te jong om zich zo lang op een verhaal te concentreren.
- Ga samen op zoek naar teksten die hij wel graag leest. Haal in de bibliotheek stripboeken, tijdschriften, jeugdkranten of de Donald Duck. Er zijn ook leuke educatieve strips en tijdschriften te krijgen voor kinderen bijvoorbeeld de Okki, Taptoe of de Zo Zit Dat. Kidsweek; een weekkrant voor kinderen met nieuws en weetjes of National Geographic Junior voor iets oudere kinderen. Strips of tijdschriften lezen is ook heel zinvol, zeker op deze leeftijd!
- Kies samen een leesmoment uit en toon interesse voor de teksten die je zoon leest. Probeer het een gezellig moment te laten zijn waarin jij bijvoorbeeld lekker in je boek gaat lezen en je zoon naast je, in zijn tijdschriften. Hiermee geef je de boodschap dat lezen fijn en gezellig is. Een half uur lezen is voor sommige kinderen op deze leeftijd al een hele opgave dus maak het niet te lang!
- Stop voorlopig alle pogingen om je zoon aan de boeken te krijgen. Waarschijnlijk zal hij op school toch boeken moeten lezen en met een beetje geluk vindt hij daar ooit ineens een boek waar hij blij van wordt. Op zo’n moment kun je nog eens opnieuw een poging wagen. Wie weet wordt hij straks een Harry Potter lezer of wordt hij ineens enthousiast over de griezelverhalen van Paul van Loon.
- Probeer bij het voorlezen verschillende genres uit en zorg dat je zoon plezier beleeft aan het voorlezen. Leg een boek dat je kind saai vindt weg en probeer iets anders. Een boek met humor werkt vaak; lekker samen lachen! Lees bijvoorbeeld eens voor uit De Griezels van Roald Dahl. Het heeft korte hoofdstukken en is erg grappig. Nog een aanrader: Joris en de geheimzinnige toverdrank (ook van Roald Dahl) of Weg met die krokodil van Paul van Loon.
‘Mijn kind is enorm bang om te gaan slapen, wat kan ik doen?’