Laurien: ‘Ik ben blij als die ouwe weer naar Spanje vertrekt’
Met drie kinderen is er altijd wel iets wat redacteur Laurien bezighoudt. Vorige week vertelde ze over de Elsa-vlecht die haar zoontje elke dag in wil en hoe daarop wordt gereageerd door anderen. Deze week staat in het teken van Het Sinterklaasjournaal, zoals waarschijnlijk in elk huis met kinderen in Nederland het geval is.
“Deze hele week eten we al voor de televisie, want Het Sinterklaasjournaal mag niet gemist worden. De oudste van 6,5 volgt het nu ook echt, in tegenstelling tot vorig jaar. Toen keken we wel, maar de verhaallijn ging nog een beetje langs hem heen. Dat is nu wel anders. Vooral de laatste aflevering heeft een diepe indruk achtergelaten op hem. Dank u Sinterklaasje…
Spanning door Het Sinterklaasjournaal
Gespannen koppies nemen plaats voor de tv. We eten even wat makkelijks, een pizza. Na een lange werkdag, schooldag en opvangdag had niemand zin om óf lang in de keuken te staan óf om lang te moeten wachten op een maaltje. Dus, oven aan en een kwartiertje later smullen van een pizza mozzarella. De ogen van de jongens staan gericht op de televisie, want: Het Sinterklaasjournaal begint. We moeten stil zijn. Ze willen niets missen en zeker weten dat Sint en de Pieten wel op tijd in Nederland aankomen. Met alle cadeautjes natuurlijk.
Een drama voltrekt zich tijdens Het Sinterklaasjournaal
Het is al een spannende week, want vrijdagavond vieren we Sint Maarten. Met een zelfgemaakte lampion gaan de kinderen langs de deuren, zingen liedjes en verzamelen snoep. Een dag later is de Goedheiligman in het land, dat is de bedoeling tenminste en mogen ze hun schoen zetten. Maar, de cadeautjes zijn nog steeds op de Pakjesboot en die ligt nog steeds in Spanje, zo vertelt Dieuwertje Blok.
De stoomboot dreigt te zinken, hoor ik haar zeggen. ‘Mam! Wat betekent ‘dreigt te zinken’?!’ Ik leg het uit en zie het gezicht van mijn oudste al betrekken. Snel vertel ik hem dat het vast goedkomt, want het komt elk jaar goed. Heeft ‘ie geen boodschap aan natuurlijk, want ja, hoe kan ik dat nou weten.
Verschrikt
‘Ik denk niet dat de stoomboot ooit nog in Nederland aankomt zo’, mompelt Sinterklaas nog even tussen neus en lippen door. Top dit. Twee sippe jongetjes eten in stilte hun pizza. Hun zusje van 1,5 grist nog een stuk van hun bord, maar dat hebben ze niet eens door. Dieuwertje laat aan het einde van Het Sinterklaasjournaal nog even weten dat je wel héél snel nog even je pakje moet laten scannen op de boot.
Terwijl ze dat zegt, zien we het schip van de Sint tergend langzaam naar beneden zakken. Richting de bodem van de zee. Twee paar verschrikte ogen kijken me aan. Verschrikt kijk ik terug. Niet omdat die boot zinkt, maar omdat ik niet weet wat ik nu moet zeggen. ‘Eh… het komt wel goed?’
We moeten NU onze pakjes laten scannen!
Gelukkig zijn ze niet vergeten wat Dieuwertje zei over de cadeautjes, want er wordt direct daarna van mij geëist dat ik de laptop erbij pak. ‘MAM! We moeten NU naar het sinterklaasjournaal.nl om onze pakjes te scannen. Die mevrouw zei dat we dat HEEL snel moesten doen, dus schiet even op.’ Samen voeren we hun namen in. Pfiew. Er is een zak met cadeautjes voor onze straat en hun pakje zit erin.
Dan typen ze de naam van hun zusje in. Dat pakje is er niet. Bijna huilend komt de peuter van drie naar me toe om te vertellen dat het pakje van zijn zusje er niet is. Ik loop met hem mee en dan volgt gelukkig de ping al. Yes, toch een groen vinkje. Ze gaan de hele familie af en er zit voor iedereen een cadeautje in de zak. Dat mag ik dan wel eens voor mezelf gaan kopen, denk ik bij mezelf.
‘s Avonds in bed word ik nog overspoeld met vragen. Zijn de pakjes wel op tijd van boord gehaald. En zijn ze dan niet helemaal nat. Wat als hun zak met cadeautjes toch meegezonken is. Is Ozosnel wel op tijd van de boot gegaan? En Sinterklaas? Hoe moet hij nu op tijd in Nederland aankomen… All the drama.
Ik ben blij als die ouwe weer naar Spanje vertrekt. Dag Sinterklaasje. Da-ag da-ag da-ag da-ag, ga nu maar weer weg.”
Laurien: ‘Ik ben te zwak voor mijn kind. Zodra ik zijn twinkelende ogen zie, verdrink ik’