Laurien: ‘Voorzichtig leg ik uit dat een aap echt geen geschikt huisdier is’
Met drie kinderen is er altijd wel iets wat redacteur Laurien bezighoudt. Ze schrijft graag over van alles wat met (haar) kinderen en opvoeden te maken heeft. Een tip: lees het met een knipoog. Dit keer gaat haar column over huisdieren, heel bijzondere huisdieren.
“Mijn hele leven heb ik katten gehad tot twee jaar geleden. Helaas overleed toen Cashmere, de overgebleven helft van de twee kittenbroertjes die ik jaren daarvoor uit een nestje haalde. Zijn broertje Coco stierf een paar jaar eerder, die was erg ziek. Ook Cashmere was ziek. Slechte genen denk ik, helaas. Het verdriet wat het verlies van een huisdier met zich mee brengt is groot, dat weet ik nog van toen mijn allereerste kat overleed.
Met haar groeide ik op, ze werd twintig jaar dus ongeveer zo lang heb ik haar bij me gehad. Ze sliep altijd bij mij op bed en lag altijd bij me op schoot wanneer ik thuis was. Deed ik mijn huiswerk, dan lag ze tevreden spinnend naast me. Kwam ik thuis, dan hoorde ze me al wanneer ik de straat in kwam lopen. Dat was in de tijd dat ik nog hakken droeg, vandaar. Miauwend gaf ze kopjes tegen mijn benen bij binnenkomst. Ze was mijn steun en toeverlaat, mijn harige vriendin tegen wie ik alles kon vertellen en die er altijd voor me was. Tot ze dood ging en er een leegte achterbleef.
Grote blauwe puppy-ogen kijken me aan
Kort daarna ging ik uit huis en adopteerden de man (toen nog de vriend) en ik dus onze huisdieren Coco en Cashmere. Daarna kwam ons zoontje erbij en overleed Coco. Vervolgens werden nog twee kinderen geboren en overleed Cashmere. De jongens waren erg verdrietig en nog steeds kunnen ze huilen om het gemis van hun kat. Alhoewel, onze middelste was nog erg jong en kent de kat eigenlijk alleen uit verhalen en van foto’s. Voor hem is dat al genoeg om zijn kat erg te missen. Regelmatig vragen ze of we weer een kat krijgen.
Een paar dagen geleden hebben we er een serieus gesprek over gevoerd met de kinderen. Zij willen graag een huisdier, niet per se een kat, maar de man en ik vinden het eigenlijk wel even goed zo. Aan drie jonge kinderen hebben we onze handen vol en een huisdier geeft toch weer extra zorgen. Bovendien is het best lastig met vakanties, want waar moet zo’n beestje dan naartoe? De oudste komt met goede argumenten om toch een huisdier te nemen: hij wil voor iets zorgen. Ik stel een plantje voor, maar dat is toch net niet helemaal wat hij bedoelt. Grote blauwe puppy-ogen kijken me aan. Ik vraag wat voor dier hij dan graag wil. Het is lastig kiezen, zo zegt hij, maar het liefst wil hij een aquarium met haaien en alen.
Ik leg uit dat een aapje geen geschikt huisdier is
Had ik kunnen weten, want het kind is gek op bijzondere dieren. Voorzichtig leg ik hem uit dat ik een aquarium niet zie zitten. De middelste moet ik vertellen dat een aapje echt geen geschikt huisdier is. De oudste begint over ratten en muizen waar zijn oma ook bij is en die gilt al bij het idee. Dan bedenkt hij zich dat hij dan een slang wil. Op zich vind ik dat best leuk, dus we lezen ons wat in. Blijkt dat je die een van de lievelingsdieren van mijn zoontje moet voeren: muizen (uit de diepvries). Gelukkig komt hij zelf al tot de conclusie dat hij dat niet wil en hoef ik dus geen pak dode bevroren muizen tussen mijn brood in de vriezer te proppen.
Dan komt hij met zijn laatste optie: een luipaardgekko. Ja, we hebben hier te maken met de jonge versie van Freek Vonk ja. Dus nu lezen we ons in over het houden van gekko’s. Verklaar me voor gek(ko), maar ik vind het nog een goed idee ook. Dus wie weet stel ik jullie binnenkort voor aan ons nieuwe huisdier Pluisje, want het lieve beest dat we nog niet hebben, heeft al een naam gekregen ook.”
Laurien: ‘Pak nooit een broek op aan de onderkant van de broekspijpen. Ik herhaal: doe het niet’