Laura (47) nam een tattoo van haar overleden zoon: ‘De domste beslissing ooit’
Wanneer Laura (47) en haar partner hun jongste zoon verliezen, zijn ze kapot. Laura begint aan haar rouwproces, waarbij ze probeert haar verdriet een plek te geven. Zo’n half jaar na de begrafenis lijkt het haar een goed idee om een tattoo te zetten met de naam van haar overleden zoon. Nu, negen jaar later, heeft ze enorme spijt van die beslissing.
“Mijn partner en ik hebben in totaal drie kinderen, waarvan twee fysiek bij ons zijn. Onze jongste zoon waakt boven over ons. Tenminste, zo verwoord ik het altijd. Zo’n negen jaar geleden heeft Joris zijn transitie gemaakt en wij missen hem iedere dag. Dat verdriet zal ook nooit meer over gaan.
Ik zal nooit meer de oude worden
De eerste jaren waren een hel. Ik wist niet dat een mens zo veel kon huilen. In één nacht tijd ben ik zo’n twintig jaar ouder geworden en ik ben nooit meer de oude geworden. Wel heb ik veel gehad aan mijn therapieën en heb ik de tijd genomen om te rouwen.
Zo’n half jaar na de begrafenis zat ik natuurlijk nog hoog in mijn emoties. Ik was bezig om alles te verwerken en het leek mij toentertijd een mooi idee om een tattoo te nemen van zijn naam. Ik zocht een tattoo shop en heb in krullende letters zijn naam op mijn pols laten tatoeëren, met een klein sterretje naast zijn voorletter.
Aan het begin was ik heel blij met de tattoo. Ik droeg hem altijd bij me en had het gevoel dat hij heel dicht bij me was. Ik vond het heerlijk om mijn pols aan te raken en hem bij me te voelen. Zijn geur, zijn stem, ik kon alles haarfijn voor me halen. Toch begon ik al snel enorme spijt te krijgen van de tattoo. Het is de domste beslissing ooit geweest.
Overal waar ik kom, vragen mensen naar mijn tattoo. Ik had daar van te voren helemaal niet bij stil gestaan. Persoonlijk zou ik namelijk nooit aan iemand vragen wat zijn tattoo betekent. Dat vind ik niet beleefd. Het verbaast me hoe nieuwsgierig en direct mensen kunnen zijn.
Enorme spijt van mijn tattoo
Laatst zat ik bijvoorbeeld in de trein. De conducteur kwam langs om onze vervoerbewijzen te controleren. ‘Ah mooie tattoo, laat eens zien. Wie is dat?’, vroeg ze meteen. Ik heb niet altijd zin om over mijn grootste verlies te praten en al zeker niet tegen vreemden. Soms zeg ik enkel: ‘Dat is mijn zoon’, maar ook dan vragen mensen heel vaak door. Het is heel moeilijk, want ik wil hem niet te kort doen en het onderwerp wegwuiven.
Ook kan ik soms gekwetst worden door de opmerkingen van vreemden. ‘Gelukkig heb je nog twee kinderen’, zei laatst iemand op het terras. Dat kwam hard binnen. Een moeder met één overleden zoon is net zo erg als een moeder van drie kinderen, waarvan één zoon weg valt. Wellicht ben ik erg gevoelig, maar die opmerkingen kunnen de hele dag door mijn hoofd blijven spoken.
Daarbij wil ik zelf bepalen met wie ik wat deel. Een tattoo is heel intiem en het is jammer dat die privacy niet altijd wordt gerespecteerd. Ik weet dat een tattoo van een dierbare een heel mooi gebaar lijkt. Ik voel me daarbij geroepen om ouders met dit idee te waarschuwen. Als ik het over zou doen, zou ik de naam op een ander lichaamsdeel tatoeëren. In ieder geval niet meer op mijn pols, waar iedereen het kan zien.”
Moet een bezoek aan een crematorium een vaste excursie voor basisschoolleerlingen zijn?