Dé oplossing voor kleding geobsedeerde tieners
Je dochter gilt door het huis heen dat ze niks heeft om aan te trekken of je zoon moppert ‘s ochtends aan het ontbijt dat zijn vrienden allemaal merkkleding hebben. Ze willen, nee ze moeten, mooiere kleding. Talloze ruzies zullen nog volgen als je ertegenin gaat, maar wat moet je anders?
We weten allemaal hoe snel tieners alweer uitgekeken zijn op hun, soms net nieuwe, kleding. Als ouder kan je dat alleen maar verbieden en aankijken, toch? Soms is het ook weleens goed om hun ideeën aan te horen en daarna met een oplossing te komen.
Oplossingen voor de kleding geobsedeerde tieners
Deze tips kunnen je helpen.
1. Een budget
Geef je tiener een budget per maand om aan kleding te besteden: het welbekende kleedgeld. Als ze geobsedeerd zijn door kleding, hoef jij daar niet altijd voor klaar te staan. Door ze een afgesproken bedrag per maand te geven, kunnen ze zelf kijken hoe en waar ze dit willen besteden. Je moet wel kijken of je ze bepaalde essentiële kleding, zoals een jas of ondergoed, ook zelf wil laten betalen.
2. Samen shoppen
Hoewel dit waarschijnlijk iets is waar je tiener niet aan wil denken, is dit een andere optie om in de gaten te houden wat hij koopt. Ga samen een dagje shoppen en maak er gelijk een leuk uitje van. Aan het begin van de dag, vertel je je tiener het totale bedrag dat je wil uitgeven op een dag. Je kunt je ook specifiek richten op een het bedrag van een item: ‘Ik wil best een nieuwe broek voor je kopen, maar het hoogste wat ik daarvoor wil betalen is 40 euro.’ Zo weten ze wat ze wel en niet van je krijgen. Zorg er wel voor dat je niet toch meer gaat betalen, want dan werkt het niet meer.
3. Alleen dit of alleen dat
Als je dochter zo graag nog een T-shirt wilt of je zoon nóg een nieuwe korte broek, ga dan eerst na wat jij een normale hoeveelheid kleding vindt. Zijn vier korte broeken in jou ogen wel genoeg en heeft hij er al zes? Dan is het zo wel genoeg geweest. Of stel een limiet aan wat er in de kast past; als het niet past, komt het er ook niet in.
4. Zelf werken
Als je iets wilt, moet je ervoor werken, toch? Blijven ze maar zeuren over nieuwe kleding en ‘ik heb niks leuks’, ook al heb je ze vorige week nog de stad ingenomen? Dan is het misschien tijd voor een baantje. De meeste baantjes zijn vanaf zestien jaar, maar ook vijftienjarigen kunnen vaak al vakkenvullen. Hiermee leren ze ook gelijk wat iets ze waard is. Stel ze eens de vraag: ‘Zou jij een dag willen werken voor dat shirtje?’ Na die vraag zullen ze er vast wel twee keer over nadenken voor ze (hun eigen geld) zomaar uitgeven.
5. Goedkope alternatieven
Er zijn, ook bij jouw in de buurt, zat leuke kringloopwinkels en tweedehands kledingzaken te vinden. Daar dacht Cierra Forney, moeder van een 13-jarige zoon, hetzelfde over. Ze stuurde hem naar de kringloop met twintig dollar om er zijn outfit voor de hele week te kopen. In dit geval was het om hem iets te leren nadat hij iemand anders had gepest om kleding, maar misschien kan jij hier een andere draai aan geven?
Laat ze fouten maken
Geef ze richtlijnen, maar laat ze ook fouten maken. Probeer als ouder niet in te grijpen, hoe ‘zielig’ het ook is. Als jouw kind al zijn geld aan die ene merkbroek heeft uitgegeven, tja dan is het jammer, maar dan is dat andere leuke shirt pas volgende maand aan de beurt. Als je ze blijft lenen of voorschieten, leren ze niet hoe ze zelf met het geld moeten omgaan en dat er dus consequenties aanzitten als je een extra duur item koopt. Als je toch wat wilt doen, kun je ze wel wijzen op tips of koopjes die je hebt gezien, zo leren ze ook naar goedkope opties te kijken.
Michelle (39): ‘Vanwege de stank van zijn puberzweet was ik stiekem zijn kleding’