Waarom maken mijn kinderen (6,5 en 3,5) altijd ruzie? En vooral: dit deed ik eraan
Deze vraag stelde redacteur Laurien zichzelf afgelopen vakantie meerdere keren en ze denkt dat ze niet de enige kan zijn. Er moeten meer ouders zijn met een kleuter en een peuter die graag met elkaar spelen, maar die ook graag ruzie met elkaar maken, denkt Laurien.
Het ene moment zitten ze, twee jongens zijn het, samen heel rustig te bouwen met Duplo. Het andere moment vliegen de felgekleurde blokken door het huis. Dan weet ik al: de één gaat huilen, de ander schreeuwen. Waarom maken mijn kinderen altijd ruzie?!
Ze maken al-tijd ruzie
Ik zocht het uit, want ik vind het vervelend. Dat is meteen het probleem: ík vind het vervelend. Kinderen leren kennelijk veel van ruzie maken met elkaar. En het kan ook: ruzie maken met je broer of zus, want die blijft toch wel bij je, ook al noem je hem of haar een keer ‘rotkind’ of sla je met een blok op elkaars hoofd. Bij vriendjes en vriendinnetjes gebeurt dit niet, want die willen dan meteen je vriend niet meer zijn. Een broertje of zusje huilt erom en speelt daarna weer rustig met je verder.
Maar goed, het probleem ben ik dus zelf, want wat vind ik nou zo irritant aan dat geruzie? Nou, rondvliegend speelgoed, elkaar expres pijn doen, per se dat ene blokje willen waar de ander zo lief mee speelt, geschreeuw, gegil en ga zo nog maar even door. Uit mijn kleinschalige onderzoek blijkt dat kinderen onder de acht jaar zich nog niet kunnen verplaatsen in een ander. Ze denken vooral aan zichzelf en hebben maar één doel: precies dat ene gele blokje waar de ander mee speelt willen bemachtigen. Afpakken is dan de eerste impuls, want zelfbeheersing, dat hebben kinderen van deze leeftijd ook nog niet. Klinkt logisch natuurlijk en als ik erover nadenk weet ik dit ook allemaal wel, maar na de zoveelste ruzie verlies je zelf ook je geduld.
Zelf een oplossing bedenken
Dit maakt dus een hoop duidelijk, maar dan nog vind ik het niet fijn dat ze elkaar pijn doen. Of dat ik de hele dag roep dat ik geen politieagent ben. Kennelijk, zo lees ik, kan ik de ruzies beter even laten gaan en kijken hoe het afloopt. Gaat het toch de kant op van slaan en schelden, dan grijp ik in. Maar, ik laat ze dan alsnog zelf tot een oplossing komen. Bovendien geef ik beide jongens de kans om hun verhaal te doen, ik geef grenzen aan en zij mogen tot een oplossing komen. In geval van overlopende emoties zet ik ze even uit elkaar. En ik moet toegeven: dit werkt.
Bij een ruzie om een dinosaurus (die wil je ook niet door je huis zien vliegen kan ik je vertellen) even geleden, zei de oudste tegen de jongste: “Ik speel er nu even mee, maar jij mag ermee als ik klaar ben.” Je kan je voorstellen dat ik op dat moment niet trotser kon zijn op ze. Ruzie maken is dus helemaal niet erg, maar vaak ben je zelf degene die zich eraan stoort. Ook dat is niet erg, maar menselijk. In plaats van je kind een time-out te geven, kan je beter zelf even een time-out nemen. Laat ze maar even gaan en spring er pas tussen als het echt nodig is.
Hoe je ermee omgaat, werkt weer door in de relatie tussen je kinderen. Want als je ze nu deze vaardigheid aanleert, zullen ze in toekomstige relaties weten hoe ze met conflicten om moeten gaan. Met deze methode is het plotseling een stuk gemoedelijker in huis de laatste tijd!
Veerle (36): ‘Mijn kinderen maken elke dag ruzie. Ik kan niet meer…’