Dit is jouw teken om met de kinderen de natuur in te gaan, lees hier waarom
De paniek over kinderen die te veel tijd binnenshuis doorbrengen is zo extreem geworden, dat het zelfs een naam heeft gekregen: ‘nature deficit disorder’ oftewel ‘natuurtekortstoornis’. Dit klinkt misschien als een overdreven term, maar het is overduidelijk dat kinderen tegenwoordig veel meer tijd binnen doorbrengen dan buiten.
Ook zijn ouders steeds banger en zien ze de gevaren van buitenspelen. Deze angsten zijn vaak ongegrond, maar hebben wel een grote invloed op de tijd die kinderen buiten doorbrengen. Ook hebben kinderen simpelweg vaak minder ruimte om buiten te spelen. Een omheinde tuin is vaak het enige stukje groen waartoe ze toegang hebben en zelfs daar spelen ze zelden.
Binnen spelen lijkt eenvoudiger, veiliger en gezelliger, vooral voor kinderen die opgroeien met gamen en sociale media.
Waarom moeten kinderen de natuur in gaan?
Studies hebben aangetoond dat tijd doorbrengen in de buitenlucht voordelen heeft, zowel voor kinderen als volwassenen. Sommige onderzoekers beweren dat elke buitenomgeving goed is, anderen zeggen dat het een ‘groene’ omgeving moet zijn met bomen en bladeren. Weer anderen hebben aangetoond dat zelfs een foto van een groene omgeving al gunstig kan zijn voor de geestelijke gezondheid.
Ondanks deze verschillen zijn de meeste studies het erover eens dat kinderen die buiten spelen slimmer, gelukkiger, aandachtiger en minder angstig zijn dan kinderen die meer tijd binnen doorbrengen.
Waarom is de natuur dan zo goed voor het welzijn van kinderen?
Hoewel schermtijd de gemakkelijke keuze lijkt, is het belangrijk om tijd vrij te maken voor buitenspelen. Een paar redenen waarom tijd doorbrengen in de natuur goed is voor kinderen:
1. Zelfvertrouwen
In de natuur zijn er minder regels dan binnenshuis. Er zijn oneindig veel manieren om met buitenomgevingen om te gaan, van de achtertuin tot het park tot het bos. Kinderen kunnen zelf kiezen hoe ze de natuur verkennen, dit geeft ze zelfvertrouwen en controle.
2. Creativiteit en verbeelding
Takjes verzamelen, een zandkasteel bouwen of dennenappels zoeken: kinderen vinden altijd wel iets te doen in de natuur. Ze kunnen vrijer denken, hun eigen activiteiten bedenken en de wereld op inventieve manieren benaderen.
3. Andere prikkels
De natuur biedt zintuiglijke prikkels die niet aanwezig zijn bij binnenspelen. Je kunt zien, horen, ruiken en de buitenomgeving aanraken. De natuur verandert mee met de seizoenen, dus het is altijd in beweging.
4. Verantwoordelijkheid
De natuur leert verantwoordelijkheid. Planten en beestjes sterven als ze niet goed worden verzorgd. Een kind dat verantwoordelijk is voor de natuur leert wat er gebeurt als hij te ruw met een bloem omgaat.
5. Nadenken
‘Waarom vallen de blaadjes van de boom?’ ‘Wat eten bijen?’ De natuur wekt een uniek gevoel van verwondering bij kinderen op. Het roept vragen op over de aarde en het leven.
6. Beweging
Spelen in de natuur zorgt voor meer beweging dan binnenshuis zitten. Ze hoeven niet eens de hele tijd te rennen, een simpele wandeling is al genoeg.
7. Stressvermindering
Volgens de aandacht-hersteltheorie wordt er in de drukke maatschappij continu beroep op ons gedaan, wat de hersenen veel energie kost. In de natuur hoeven we geen moeite te doen om onze aandacht erbij te houden en kunnen kinderen herstellen.