Je kind stimuleren in zijn sport of hobby, zonder te pushen, zo doe je het!
Je kind positief stimuleren, hoe doe je dat? Want je wilt niet teveel pushen, maar ook niet ongeïnteresseerd overkomen. Hoe stimuleer je je kind nu op een perfecte manier? Zes tips!
Je kind stimuleren in zijn sport of hobby
Zonder je kind in zijn nek te hijgen en te overvragen kun je hem toch stimuleren. Hoe je dat het beste doet? Wij vertellen het je!
1. Een hobby doe je voor je plezier
Kinderen ontdekken door hobby’s wat ze kunnen, maar vooral waar ze blij van worden. Tenminste, als ze daar de kans toe krijgen. Want een hobby moet in de eerste plaats plezier geven en ontspannend zijn. Druk uitoefenen past daar niet bij. Dat je kind eens geen zin heeft in voetballen op een regenachtige dag of als hij moe is, is normaal. Maar sputtert hij iedere keer tegen als hij naar sport of muziekles moet?
Ga dan eens na of hij het nog wel leuk vindt. Zo nee: bedenk samen waar dat aan zou kunnen liggen. Is hij toe aan iets nieuws? Kan hij het niet zo goed? Wordt hij gepest? Soms is een kind een tijdje vooral geïnteresseerd in andere dingen, zoals vriendschappen of uitgaan. Vertrouw er dan op dat hij later heus wel weer iets nieuws oppakt. En bedenk: hoe erg is het nu eigenlijk als je kind liever elke dag buitenspeelt dan dat hij naar tennis of honkbal gaat?
Tanig, rond of lang: deze sporten passen het beste bij de lichaamsbouw van jouw kind
2. Het is zíjn hobby, niet jouw laatste kans op glorie
‘Als je nu stopt met zangoefeningen, kun je je doorbraak bij X-factor wel vergeten!’ Wie dit soort dingen roept of denkt wanneer zijn kind wil stoppen met een hobby, sport of het trainen van (vermeende) talenten, moet zich misschien afvragen of hij niet stiekem bezig is zijn eigen onverwezenlijkte dromen via zijn kind uit te leven. Oftewel: laat je kind vooral doen wat hij zélf het leukst vindt.
3. Ook oefenen moet geleerd worden
Als je kind keer op keer huilend naar zijn sportclub vertrekt, zit er uiteraard iets niet goed. Maar als hij wil stoppen omdat de bal niet meteen in het doel gaat, is het beter hem het seizoen toch te laten afmaken. Oefening baart kunst en dat moet iedereen leren. Zeker kinderen die eraan gewend zijn dat alles ze gemakkelijk afgaat.
Doorzetten geeft uiteindelijk veel voldoening, zelfs als het op niets uitloopt. Als je kind moeite heeft om de discipline op te brengen om bijvoorbeeld elke dag een half uur piano te spelen, maak het dan leuker voor hem door naast hem te gaan zitten en mee te spelen. Of vraag wat hij denkt dat zou helpen.
17x hobby’s die kinderen ook kunnen doen als ze niet van sport houden
4. Maak hem niet afhankelijk van jouw goedkeuring
Laat merken dat je trots bent op je kind door te luisteren als hij zijn spreekbeurt oefent, te gaan kijken als hij sport of door een uitvoering bij te wonen. Natuurlijk ben je enthousiast en belangstellend. Maar zeg liever: ‘Je zult zeker wel trots zijn op jezelf’ in plaats van ‘Ik ben trots op je’. Zo leer je je kind dat het om zijn eigen voldoening gaat en voorkom je dat hij vooral streeft naar de bevestiging van anderen. Je hoeft ook niet altijd woorden te gebruiken. Een aai over zijn bol of een duim omhoog werken ook goed.
5. Overdreven prijzen levert juist faalangst op
Deskundigen waarschuwen voor te veel goedbedoelde schouderklopjes. Als ouders het toch altijd ‘geweldig’ vinden wat hun kind doet, leert hij niet dat naast talent vooral hard werken bepalend is voor succes. Overspoeld worden met complimenten kan bovendien verlammend werken. Je kind moet die hoge verwachtingen maar waar zien te blijven maken, en wat als dat deze keer niet lukt?
Goede complimenten gaan bovendien niet over de persoonlijkheid maar over gedrag. Een kind dat altijd hoort dat hij ‘zo’n goede toneelspeler, zanger of voetballer is’, voelt het als een persoonlijk falen als hij eens minder goed acteert, zingt of voetbalt. Complimenteer hem dus liever omdat hij ‘zo goed gespeeld heeft’, of omdat hij zoveel leuke informatie heeft opgezocht voor zijn spreekbeurt. Want daardoor koppel je het compliment aan iets dat hij deed, en niet aan wie hij is of zou moeten zijn.
6. Het gaat om de lol, niet om de score
De vraag ‘Was het leuk?’ is beter dan ‘Heb je gewonnen?’. Een competitief ingesteld kind zal misschien blijven wijzen op zijn goede of slechte scores. Je kunt hem daarin best erkennen, maar blijf tegelijk het plezier benadrukken waarom het uiteindelijk gaat. Je kunt iets zeggen als: ‘Volgens mij hadden jullie het wel gezellig op het veld, hè?’ Als je merkt dat hij ervan baalt verloren te hebben, merk je bijvoorbeeld op dat je het knap vond dat hij het toch bleef proberen. Of: ‘Ik zag dat je enorm je best deed.’
Als je altijd enthousiast en belangstellend bent, of je kind nu verloren heeft of gewonnen, of hij nu een fijne muziekles had of een slechte dag, voelt je kind dat je hem onvoorwaardelijk steunt, en dat het om de inspanning en om het opdoen van nieuwe ervaringen gaat. Vertel je kind dat hij niet overal in kan uitblinken en dat falen mag. Niemand is overal goed in, maar iedereen is wel ergens goed in.
Heeft je kind een hobby? Lucky you! Dit zijn de positieve effecten
M.m.v. psychologe Tamar de Vos- Van der Hoeven