Rianne: ‘Dit had ik als moeder van een kind met autisme in de eerste jaren willen weten’
Misschien had je al het vermoeden, maar misschien ook niet: je kind blijkt autisme te hebben. Hoewel het fijn is om eindelijk bevestiging te hebben, zullen er ook zeker moeilijke momenten zijn. Daarom vertelt deze moeder vijf dingen die ze graag had willen weten in de eerste jaren nadat haar zoon de diagnose autisme kreeg.
Wanneer eenmaal de diagnose van autisme is vastgesteld bij je kind, vallen er meerdere puzzelstukjes op zijn plaats. Je begrijpt je kind soms beter, omdat je weet waar zijn of haar gedrag vandaan komt. Dat neemt niet weg dat het soms lastig is om hiermee om te gaan, omdat je zelf niet altijd weet wat het beste is om te doen. Dat kan een hoop zorgen met zich meebrengen.
Deze dingen had ik willen weten als moeder van een zoon met autisme
Als je net in het beginstadium zit en met allerlei vragen rondloopt, is het fijn om gerustgesteld te worden door andere ouders die dit al hebben meegemaakt. Rianne deelt haar ervaring met het autisme van haar zoon en de dingen die zij graag in de beginjaren had willen weten.
1. Het is goed om open te zijn
“Wat ik heb geleerd, is dat het alleen maar helpt om open te zijn over je situatie en waar je tegenaan loopt. Er zijn zoveel mensen die jou kunnen helpen, doordat zij advies kunnen geven, mee kunnen denken of gewoon kunnen luisteren. Er zijn veel lotgenoten die dezelfde gevoelens hebben of hebben gehad als jij, zij kunnen je net die ene tip geven die je nodig hebt.
En aanvaard ook de hulp die je krijgt van bijvoorbeeld een psycholoog, logopedist of de school van je kind. Daar heb je in de toekomst zoveel aan.”
2. Veel van de zorgen die je hebt, zullen uiteindelijk niet gebeuren
“Toen mijn zoon nog jong was, maakte ik mij zorgen of hij bepaalde dingen in de toekomst wel zou kunnen. Bijvoorbeeld op zichzelf wonen en voor zichzelf zorgen, vrienden maken en sociale contacten onderhouden. Nu woont mijn zoon op zichzelf en kan hij prima voor zichzelf zorgen.
Ook heeft hij altijd vrienden gehad en heeft hij voldoende sociale contacten. Mijn zoon houdt ook van sporten, hij voetbalt al bijna zijn hele leven en daar heeft hij ook veel contacten. Ik heb mij dus zorgen om niks gemaakt en ik denk dat veel ouders dit herkennen.”
3. Je blijft altijd met vragen in je hoofd zitten
“Hoe goed het nu ook gaat met mijn zoon, nog altijd spoken er vragen door mijn hoofd of ik bepaalde dingen niet anders had moeten doen in de opvoeding. Of ik niet meer aandacht had moeten besteden aan iets anders dat in de toekomst nog van pas komt? Alleen dan probeer ik mezelf gerust te stellen met de gedachte: ik heb altijd met de beste bedoelingen mijn zoon geholpen en gedaan wat ik dacht dat hij nodig had.
Je gaat als ouder ook mee in zijn ontwikkeling, je beweegt met hem mee. Dus misschien had hij eerder iets niet nodig en later in de toekomst wel, maar daar kan ik hem altijd nog bij helpen. Ik ben altijd beschikbaar.”
4. Vergelijk je kind niet met andere kinderen met autisme
“Wat ik ook zeker heb geleerd, is dat elk kind met autisme anders is. Ik was bijvoorbeeld aan het begin best bang dat hij niet goed tegen verandering zou kunnen, alleen was dat nooit aan de orde bij hem. Of dat hij niet van sociale dingen houdt, maar dat is ook absoluut niet zo, hij houdt juist van gezelligheid.
Hij heeft wel moeite met het aangaan van sociale contacten en de manier waarop hij communiceert was altijd een beetje apart. Dat heb ik ook uitgelegd aan de mensen om ons heen, bijvoorbeeld op school. Dat zij weten wat zijn manier van communiceren is en zij hem daardoor ook beter begrijpen.”
5. Je beseft steeds meer wat de mooie kanten van autisme zijn
“Naast de zorgen die ik heb gehad, kan ik ook juist erg genieten van mijn zoon met autisme. Ik zie de waardevolle dingen die door zijn autisme tot uiting komen en die door de maatschappij niet altijd gezien worden. Zo is mijn zoon nooit een meeloper geweest, hij wilde nooit per se meedoen met de massa. Hij deed zich niet anders voor dan hoe hij echt is.
Hij is gewoon uniek, juist door zijn talenten en gaven. Het maakt niet uit dat hij soms anders uit de hoek komt, anders denkt of een andere kijk op dingen heeft: dat is wat hem puur maakt.”