Mijn kind heeft faalangst, hoe ga ik hiermee om? Kinderpsycholoog geeft advies
Opvoeden blijft een lastige kwestie. Elke ouder heeft vragen hoe hij iets het beste kan aanpakken. Daarom stellen we elke week een vraag aan een expert. Deze week geeft kinderpsycholoog Mirjam de Nijs antwoord op de vraag: mijn kind heeft faalangst, hoe ga ik hiermee om?
“Faalangst is de angst dat jij niet voldoet aan de gestelde verwachtingen”, vertelt De Nijs. “De verwachtingen kunnen van buitenaf gesteld worden, maar vaak ook vanuit jezelf. Faalangst is geen officiële diagnose, maar kan wel deel uitmaken van andere angststoornissen.
Drie soorten faalangst
Er zijn drie soorten faalangst, namelijk cognitieve faalangst, sociale faalangst en motorische faalangst. Cognitieve faalangst heeft te maken met prestaties op leergebied. De angst speelt op wanneer jij een prestatie moet leveren, bijvoorbeeld in de klas bij een spreekbeurt, een toets of examen. Maar ook wanneer er nieuwe lesstof wordt aangeboden en je dit niet direct begrijpt, kan er een gevoel van falen ontstaan.
Sociale faalangst gaat over de angst tijdens het omgaan met anderen. Ieder mens heeft de behoefte om ergens bij te horen, geaccepteerd te worden. Daar tegenover staat dan ook de angst dat dit niet gebeurt en je juist afgewezen of buitengesloten wordt. Wanneer je bang bent dat je vrienden of klasgenoten je negatief beoordelen, heet dit sociale faalangst.
Motorische faalangst zien we vaak bij bijvoorbeeld gymnastiek, sporten, maar ook tekenen of knutselen. Hierbij kan namelijk angst ontstaan om het niet goed te doen of het niet te kunnen.
Hoe herken je faalangst?
Angst in het algemeen wordt vaak door het lichaam getoond, maar ook in gedrag. Ons lijf kan signalen afgeven zoals sneller ademen, hartkloppingen, zweethanden, niet kunnen slapen, concentratieproblemen, buikpijn, misselijkheid of hoofdpijn. Kinderen hoor je vaak benoemen dat ze buikpijn hebben of misselijk zijn. Dit is geen aanstellerij, dit is een lichamelijke reactie op een stressvolle situatie. Onze hersenen en ons lijf werken hierin samen om ons klaar te maken voor een reactie.
Ook in het gedrag van kinderen kun je faalangst herkennen, al verschilt dit van kind tot kind. Het ene kind zal veel stiller worden en zich terugtrekken, terwijl het andere kind juist brutaal of opstandig wordt. Kinderen kunnen veel vragen gaan stellen om geruststelling te krijgen. Anderen zijn extra gevoelig voor kritiek, hangen de clown uit, hebben moeite met grenzen aangeven, worden onzeker of krijgen een black-out tijdens een proefwerk of opdracht.
Wat kun je als ouders doen?
Onze maatschappij is behoorlijk prestatiegericht, denk maar aan alle toetsmomenten op school. Dit betekent dat presteren dus een groot onderdeel is van het leven van jouw kind. Belangrijk is dat je als ouder niet alleen kijkt naar het resultaat, maar juist ook veel aandacht besteedt aan de weg ernaartoe.
Alleen kijken naar prestaties en helemaal enthousiast worden van een 10 kan jouw kind de gedachte geven dat alleen 10’en goed genoeg zijn. Praat hierover met je kind en vraag ook naar zijn of haar eigen verwachtingen. Wat is goed genoeg voor je kind? En waarom? Hierbij is het belangrijk dat je als ouder realistische doelen stelt, maar dat je kind dit naar zichzelf ook doet.
Benoem dat je het knap vindt wanneer je kind een opdracht zelf heeft weten aan te pakken en te maken. Beloon de tijd die je kind in het werk heeft gestoken. Ook al maakt het niet alles goed, fouten maken is onderdeel van het leerproces.
Ook is het belangrijk om inspanning en ontspanning af te wisselen. Leer je kind in ontspannen staat om ademhalingsoefeningen te doen, zoals de buikademhaling. Wanneer dit goed gaat in rust toestand, kan je kind dit ook gaan leren toepassen in spannende momenten. Bespreek samen dat spanning erbij hoort, maar dat je jezelf ook weer rustiger kunt krijgen.
Wanneer hulp zoeken?
Angst is een emotie welke bij het leven hoort en we niet weg hoeven te poetsen. Vaak heeft de school ook een faalangsttraining en soms is dit al genoeg. Praat met de leerkracht van je kind en bedenk samen wat je kind en de leerkracht kunnen doen wanneer je kind zich wat angstig begint te voelen. Zo kan de leerkracht bijvoorbeeld even een extra knipoog geven om wat geruststelling te bieden of geeft de leerkracht een extra compliment op de inzet van je kind.
Wanneer de angst je kind zo in de weg gaat zitten dat het zijn of haar dagelijks functioneren belemmert, bijvoorbeeld als je kind niet meer naar school wil, niet meer kan ontspannen, vaker niet blij is dan wel en bijvoorbeeld continu dichtklapt bij toetsen of bij beurten in de klas, raad ik aan om hulp in te schakelen.”
Heeft je kind last van een angststoornis? Dit is wat je als ouder kunt doen