Hoeveel moet je kind eigenlijk bewegen?
Niet snoepen, niet te lang op de tablet, niet gamen. Wie zich buigt over opvoedthema’s leest al snel wat we kinderen vooral níet moeten laten doen. Een tikkie sikkeneurig, liever kijken we naar wat wél kan. En iets dat altijd en overal kan, is naar buiten gaan en bewegen. Hoeveel moet een kind eigenlijk bewegen?
Bewegen hangt sterk samen met schermtijd, want hoe meer schermtijd, hoe meer er wordt stilgezeten. Over die schermtijd kun je allerlei informatie vinden. Maar wanneer is er sprake van te weinig en genoeg lichaamsbeweging?
Beweging voor kinderen
Bijna de helft van de Nederlandse kinderen beweegt te weinig. Een kwalijke zaak, want hierdoor gaan de motorische vaardigheden achteruit en neemt overgewicht bij kinderen toe. Enkele oorzaken van te weinig beweging bij kinderen zijn digitalisering, verstedelijking en te weinig veilige speelplekken.
Beweegrichtlijn
Stel, jij hebt thuis een bankzitter en je wil je als ouder inzetten voor meer lichaamsbeweging van je kind. Welke beweegrichtlijn kun je aanhouden? Het gaat er vooral om dat je probeert om langdurig stilzitten zoveel mogelijk te beperken. De Nederlandse Gezondheidsraad adviseert de volgende richtlijnen:
- Voor kinderen onder de een jaar wordt aangeraden om verspreid over de dag op verschillende manieren te bewegen.
- Voor kinderen van een tot en met drie jaar is het advies om minimaal 180 minuten – drie uur dus – per dag te bewegen.
- Van die 180 minuten zijn voor driejarigen minstens 60 minuten matig tot zwaar intensief. Bij matig mag je denken aan wandelen, fietsen en zwemmen, bij zwaar mag je denken aan voetballen, hardlopen, skaten etc.
- Voor kinderen vanaf vier jaar doe je er goed aan om elke dag minstens een uur matig intensief bewegen te stimuleren.
- Daarnaast is aangeraden dat kinderen vanaf vier jaar drie keer per week spier- en botversterkende oefeningen doen. Botversterkende activiteiten zijn bijvoorbeeld touwtjespringen, traplopen, dansen en trampolinespringen. Spierversterkende activiteiten zijn balletje overgooien, slingeren in het klimrek en trampolinespringen.
Eigenlijk geldt bij alles: bewegen is goed, maar meer bewegen is nog beter. Langer, vaker of intensiever is nog gezonder.
Waarom is beweging belangrijk?
We noemden het hierboven al even. Beweegt je kind te weinig, dan gaan de motorische vaardigheden achteruit en neemt overgewicht toe. Beweging bij kinderen is dus goed voor de conditie en lichaamsontwikkeling, maar ook voor de ontwikkeling van de hersenen en op sociaal vlak. In het kort:
1. Bewegen voor kinderen is goed voor de motorische ontwikkeling
Voldoende lichaamsbeweging op verschillende manieren zorgt voor een goede groei van botten en spieren. Stevige botten en spieren zorgen voor een betere weerstand. Het evenwicht, de conditie, de coördinatie en motoriek hebben er allemaal baat bij. Hierdoor kan je kind zich niet alleen beter bewegen, maar ook leniger en handiger.
2. Bewegen voor kinderen is goed voor de mentale ontwikkeling
Tijdens het bewegen in gymles, buitenspelen of op de hockey, voetbal of handbal leren kinderen veel sociale vaardigheden. Zo leren ze naast spelregels, ook gedragsregels. En ze leren vrij lopen, over spelen, op hun beurt wachten en samenspelen. Ze leren taal en ruimtelijk inzicht. Bovendien boek je tijdens het bewegen al snel vooruitgang; hoe vaker je het doet, hoe beter het gaat. Dat zorgt weer voor zelfvertrouwen.
Tips om je kind meer te laten bewegen
Het is een oud gezegde die we ook hier maar even noemen: een goed voorbeeld doet volgen. Pak wat vaker de fiets in plaats van de auto, of doe alles wat je lopend kunt doen, met de voet. Bezoek parken, speeltuinen en doe mee met je kind – ga niet op een bankje zitten kijken. En ook belangrijk: wees niet bang. Uit onderzoek van Jantje Beton blijkt dat ouders nu veel angstiger zijn dan decennia geleden wanneer hun kinderen buiten spelen. Ouders zijn bang voor pijn en gebroken botten. Dat is een beetje ironisch, want kinderen kunnen juist veel leren van vallen en opstaan – dat hoort erbij!
Dit doet de overheid om beweging bij kinderen te stimuleren:
- Vanaf 2023 moeten alle basisscholen iedere week twee uur gymles door een bevoegde leerkracht geven.
- Gemeenten moeten bij het inrichten van wijken meer plekken, bijvoorbeeld speeltuinen of sporttoestellen, om te bewegen aanleggen.
- Ouders die het lidmaatschap van een sportclub niet kunnen betalen kunnen ondersteuning vragen bij het Jeugdfonds voor Sport en Cultuur.