Kiki (40) voedt traditioneel op: ‘Mijn kinderen moeten mij met ‘u’ aanspreken’
Het ene kind spreekt zijn vader aan met ‘bro’ terwijl het andere kind zijn moeder met de voornaam aanspreekt. Ieder huishouden heeft zo zijn eigen regels. Kiki (40) is streng in haar opvoeding, en krijgt daar vaak afkeurende opmerkingen over.
“Zelf ben ik heel traditioneel opgevoed. ‘Spreek met twee woorden’ zeiden mijn ouders vroeger. Het was bijvoorbeeld altijd ‘ja meneer’ als ik het tegen mijn vader had. Als ik de regels brak, kreeg ik dat te horen. Dan kreeg ik behoorlijke serieuze straffen. Zo moest ik op mijn blote knieën op een ruwe deurmat zitten en teksten uit de Bijbel voorlezen.
Strenge opvoeding
Ook tijdens het avondeten gold een strenge etiquette. Zo mochten we niet praten tijdens het eten. ‘Gesprekken zijn voor na het diner’ was de regel. Daarnaast moest ik als kleuter leren om met bestek te eten. Zelfs een rijstwafel moest ik met mes en vork zien weg te krijgen. Als ik zeurde over het gerecht werd ik zonder eten naar boven gestuurd.
Over mijn kledingkeuze viel niet te discussiëren. Mijn ouders kochten mijn kleding, en bepaalden wat ik droeg. ‘Een echte dame draagt panty’s’ zei mijn moeder dan ook. Daardoor liep ik zelfs in de hete zomermaanden met een panty onder mijn rok. Toch zeurde ik nooit. Ik accepteerde de regels, en was niet van plan mijn ouders ooit tegen te spreken.
Het voordeel aan zo’n strenge opvoeding is dat ik enorm veel respect had voor mijn ouders, en altijd goed mijn best deed op school. Het nadeel is dat ik totaal geen idee had wie mijn ouders eigenlijk écht waren. We hadden het nooit over emoties, of gevoelens.
Op een dag kwam ik bijvoorbeeld huilend thuis. Ik was namelijk als enige van mijn vriendengroep niet uitgenodigd voor een kinderfeestje. ‘Daar moet je niet te lang bij stil staan’ zei mijn moeder dan, en ze duwde vervolgens een aardappelschilmesje in mijn handen als teken dat ik mee moest helpen koken.
Mijn kinderen spreken mij met u aan
Nu ik zelf moeder ben, voed ik mijn kinderen op dezelfde manier op. Ik laat ze weliswaar niet op hun blote knieën op een matje zitten, maar ze spreken mij wel met ‘u’ aan. Ook moeten ze van mij vragen of ze iets mogen eten voor ze de koelkast opentrekken en mogen ze niet door het huis rennen. Van leerkrachten krijg ik vaak complimentjes over mijn kinderen, en daar ben ik dan heel blij om. Ik weet dat ze fatsoen en manieren hebben. Van ouders krijg ik echter vaak te horen dat ik te streng ben, of dat ik een ouderwetse denkwijze heb.
Ik besef dat veel ouders er tegenwoordig anders instaan, en kinderen vrij laten in hun gedrag. Daar heb ik weleens moeite mee. Laatst kwam een vriendje van mijn zoon spelen. De jongen liep zonder iets te zeggen achter mijn zoon aan naar boven. Ik heb hem toen even terug geroepen, en geleerd hoe hij zich fatsoenlijk kon voorstellen. Een handje geven en zijn naam zeggen; dat is toch niet te veel gevraagd?”
Dit zijn de opvallendste verschillen in opvoeden tussen Nederland en Taiwan