Jenoah (10) en Jelyan (9) zijn talentvolle voetballers: ‘PSV wilde hem ook hebben’
Ieder kind is uniek en heeft zijn eigen talenten. De meeste kinderen ontdekken hun talent pas op latere leeftijd, maar een enkeling is al op jonge leeftijd enorm ambitieus en gedreven om van zijn talent ook zijn carrière te maken. J/M Ouders spreekt wekelijks met zulke talentvolle en succesvolle kinderen én hun ouders. Deze week de broertjes Jenoah (10) en Jelyan (9) en hun moeder Jelisa (32).
Wanneer zijn ze begonnen met voetbal?
Jelisa: “Jenoah was 4,5 toen hij begon. Dat was bij Excelsior ’20 in Schiedam. Jelyan mocht toen nog niet beginnen, hij was nog te jong. Dat duurde gelukkig maar een paar maanden, want vlak voor zijn vierde verjaardag mocht hij ook meedoen. Ze speelden toen dus samen in hetzelfde team en ze sprongen er beiden bovenuit.
Jenoah mocht ook al snel doorstromen en met grotere jongens meespelen. Jelyan viel ook enorm op. Hij is niet zo groot, maar hij was wel heel snel en goed. Zo’n klein jongetje dat zo goed kan voetballen, dat vinden mensen leuk om te zien.”
Wanneer kwam er interesse van grotere clubs?
Jelisa: “Toen ze zeven en acht jaar oud waren gingen we verhuizen en veranderden zij van club. Ze gingen naar Alexandria ’66. Daar werden ze gescout door Sparta en die nodigde ze uit voor een talenten traject. Wekelijks gaan ze daar 1,5 uur trainen. De kinderen die dan uitblinken worden écht aangenomen.
In die periode kwam er ook interesse van andere clubs. Jenoah werd uitgenodigd door Feyenoord en Jelyan door PSV. Zodra die clubs zich hadden gemeld wilde Sparta de jongens óók direct aannemen. Wat dat betreft is het echt een concurrentiespel tussen clubs. Jenoah heeft inmiddels getekend bij Feyenoord en zal daar volgend jaar starten in de JO11-1. Jelyan heeft uiteindelijk gekozen voor Sparta, PSV is voor ons praktisch niet haalbaar nu. Dus hij begint bij Sparta volgend jaar in de JO10-1.”
Hoe bevalt de voetbalwereld?
Jelisa: “Het is voor ons niet nieuw, mijn ene broertje (Rodny Lopes Cabral) speelde bij Feyenoord en mijn andere broertje (Sidny Lopes Cabral) bij FC Twente. De vader van Jenoah en Jelyan speelde zelf ook in de jeugd bij Feyenoord. Dus helemaal onbekend is het wereldje voor ons niet.”
Wat is jullie allergrootste droom Jenoah en Jelyan?
Jenoah: “Ik wil het liefst bij Paris Saint Germain spelen later. Dat is mijn lievelingsclub.”
Jelyan: “Ik wil liever bij Liverpool spelen, die zijn gewoon heel goed en ze winnen ook.”
Spelen bij die clubs ook jullie lievelingsspelers?
Jenoah: “Nee, dat niet. Mijn lievelingsspeler is Antony. Die vind ik heel goed omdat hij ook een beetje op mij lijkt. Hij is ook links, en hij kan de bal heel goed indraaien. Dat kan ik ook.”
Jelyan: “Ik vind Cristiano Ronaldo het beste. Hij kan heel goed schieten, dat kan ik ook. Hij kan ook goede acties maken en goed dribbelen met de bal.”
Vinden jullie ook iets moeilijk aan voetbal?
Jelyan: “Verliezen.”
Jelisa: “Ja, Jelyan kan echt niet tegen zijn verlies. Hij is zo super gedreven. Wat dat betreft zit er wel veel verschil tussen de jongens. Jenoah is heel bescheiden en rustig. Hij is technisch super goed en heeft een goed overzicht. Hij straalt echt rust uit. Jelyan is veel feller, agressiever en heel ijverig. Hij wil geen bal verliezen. Een stuk fanatieker.
Daarnaast vinden ze het allebei moeilijk als hun vader ze feedback geeft. Dan komen ze heel boos binnen na een training of wedstrijd en zeggen ze: ‘papa zegt dit en dat.’ Maar ik snap hun vader ook wel, hij wil het beste uit ze halen. Zelf denk ik meestal: ze zijn nog jong, laat ze lekker spelen. Daarentegen, ik heb er ook geen kijk op, als ik ze achter een bal aan zie rennen vind ik het altijd goed. Hun vader heeft er wel verstand van, die ziet het verschil als ze een keer boven of onder hun niveau presteren.”
Wat als het niet lukt om profvoetballer te worden? Bereid je ze daar op voor?
Jelisa: “Nee, niet in de zin dat ik een gesprek daarover met ze heb gehad. Maar ze hebben wel voorbeelden in de omgeving. Mijn broertje werd bijvoorbeeld geselecteerd voor het eerste van Feyenoord. Na één wedstrijd raakte hij ernstig geblesseerd. Hij kwam maandenlang thuis te zitten en moest weer van voren af aan beginnen. Dat was heel moeilijk voor hem, hij voelde zich machteloos. Dus ja, die andere kant kennen ze ook.”
Vinden jullie het ook weleens niet leuk om te voetballen? Als het regent bijvoorbeeld?
Jenoah: “Nee! Als het regent is het juist leuk haha. Dan is het veld lekker glad. Ik ga alleen niet naar een training als ik ziek ben.”
Jelisa: “Zelf denk ik weleens, poeh, ze kunnen nooit uitrusten. Zelf hebben ze daar helemaal geen last van. Ze zijn 24 uur per dag met voetbal bezig. Ze trainen drie keer in de week en hebben zaterdags een wedstrijd. Dan hebben ze ook nog wekelijks een techniektraining. Als ze thuis zijn, zijn ze ook altijd met voetbal bezig. Voetbalfilmpjes en wedstrijden kijken of buiten voetballen met andere jongens.”
Isaya (18) is talentvol atleet: ‘Als zevenjarige wilde hij al naar de Olympische Spelen’