Wat zijn KOPP-kinderen en hoe kun je ze helpen?
KOPP-kinderen staat voor kinderen van ouders met psychiatrische- of verslavingsproblematiek. In Nederland zijn ongeveer 577.000 kinderen bij wie één of beide ouders kampen met dit soort problematiek volgens cijfers van het Trimbos instituut.
Dit is uiteraard heel moeilijk voor kinderen. Hoe kun je een KOPP-kind helpen?
Wat is precies een KOPP-kind?
Kinderen die ouders hebben met verslavings- of psychiatrische problemen hebben een aantal kenmerken.
- Ze voelen zich enorm verantwoordelijk
- Ze cijferen zich weg of zijn juist agressief
- Er is vaak schaamte over de thuissituatie (ze nodigen bijvoorbeeld nooit iemand bij hen thuis uit)
- Schuldgevoelens kunnen ook een rol spelen
- Ze zijn heel goed in het lezen van andermans stemming en het oppikken van non-verbale signalen
- Rolomkering. Ze nemen taken over in huis, die eigenlijk nog niet bij een kind horen. Ze zorgen voor de ouder in plaats van andersom.
Je kunt een beschermende factor zijn
Hoe kun je een KOPP-kind helpen? Voor kinderen kan het heel belastend zijn om een ouder te hebben met psychiatrische problematiek en een deel van deze kinderen ontwikkelt later zelf problemen. Maar een van de beschermende factoren voor deze kinderen is het 8 sociale netwerk. Denk aan opa’s en oma’s, buurtgenoten en andere volwassenen. Veel volwassen KOPP-kinderen vertellen over andere volwassenen die een belangrijke rol speelden in hun jeugd. Misschien is jouw kind bevriend met een KOPP-kind of kom je zo’n kind op een andere manier tegen. Hoe kun je een KOPP-kind helpen?
Wat kun je doen?
Actie ondernemen en het gesprek aangaan
Als persoon in de buurt heb je contact met het gezin. Denk je dat er iets aan de hand is? Dan is het altijd beter om actie te ondernemen. Het is namelijk niet vanzelfsprekend dat er al hulp is, of dat iemand anders hulp zal regelen. Je kan bijvoorbeeld zelf proberen om het gesprek met de ouder en/of het kind aan te gaan. Vraag naar hoe het thuis gaat, welke zorgen er eventueel spelen en of je ergens bij kan helpen. Vind je het moeilijk dit gesprek aan te gaan of is dat niet mogelijk? Vraag dan hulp bij de buurtteams of Jeugdgezondheidszorg (JGZ).
Betrek het kind bij gewone en leuke dingen
Net als ieder kind willen KOPP-kinderen ‘normaal’ zijn. Juist hierin kan je iets betekenen. Nodig het kind uit voor een feestje of een dagje naar de speeltuin, of het zwembad, of vraag het om te komen spelen. Ieder kind wil graag gewone kinderdingen doen.
Wees alert op wat kinderen laten zien
Kinderen lijken vaak rustig en stabiel, maar er kan veel spelen. Als persoon in de omgeving is het goed om op dit soort signalen te letten, zoals cijfers die ineens naar beneden gaan, een subtiele hulpvraag of gedrag dat ineens omslaat. Als je het gevoel hebt dat er iets niet klopt, vraag dan altijd door. Veel kinderen vinden het fijn als ze als serieuze gesprekspartner worden gezien.
Wees een luisterend oor
Veel kinderen van ouders met psychiatrische of verslavingsproblemen kunnen bij weinig mensen hun verhaal kwijt. Juist met iemand praten kan veel steun geven. Laat het kind weten dat je er bent, en vraag af en toe hoe het gaat. Met ouders kun je ook bespreken hoe je het kind goed kan ondersteunen en of het met jou mag praten over hoe het thuis gaat. Het fijnste is als alles besproken mag worden. En als het zou kunnen is het ook heel fijn als je een kind kan opvangen als het thuis eens minder goed gaat. Voor KOPP-kinderen en hun ouders is zo’n sociaal vangnet heel belangrijk.
Toon interesse in de ouders
Niet alleen de kinderen, maar ook de ouders zelf hebben een hoop aan hun hoofd. Als ze af en toe hun hart kunnen luchten helpt dat echt. Probeer als luisterend oor niet te oordelen, maar geduldig te zijn en hen de ruimte te geven hun gevoelens te uiten.
Praktisch bijspringen
Soms lukt het ouders niet meer om het thuis op orde te houden. Het is dan fijn als je bij kunt springen. Altijd in overleg met henzelf. Je kunt bijvoorbeeld ook aanbieden om het kind na schooltijd op te vangen of het uit te nodigen voor het eten.
Diana is een KOPP-kind: ‘Problemen blijven zich generatie op generatie herhalen’