Hoe deden zij dat? “Opvoeden is voorleven. Wat jij doet, doet je kind na”
Hoe deden zij dat? In deze rubriek gaan we in gesprek met ouders wiens kinderen alweer het huis uit zijn. Hoe verging het opvoeden hen? Wat zouden ze anders hebben gedaan met de kennis van nu? Wat vonden zij lastig en waar liepen ze tegenaan? Inzichten waar je als (jonge) ouder soms wat aan hebt. En soms ook niet.
Om deze rubriek af te trappen, speek ik met mijn eigen lieve ouders: Ab (63) en José (59). Zij hebben drie kinderen van 31, 28 en 25 die allemaal het huis uit zijn.
1. Wat vormde de basis van de opvoeding? Waar haalde je je info vandaan?
José: “Ik had toen ik in verwachting was een boek over bevallen en de periode van daarna. Daar haalde ik veel informatie uit. Ook kreeg ik een Blije Doos en daar zat allerlei informatie in over de beginperiode van je kinderen.
Daarnaast kan ik me herinneren dat we een tijdschrift over ouderschap thuisgestuurd kregen, maar daar waren we geen lid van. Die kreeg je gewoon. En je praat er natuurlijk met anderen over. Met je eigen ouders, vriendinnen en andere ouders.
Ab: “Ik heb me er nooit zo in verdiept. De meeste dingen die je in opvoeding tegenkomt kan je rationeel aanpakken. Dat vormde voor mij de basis.
Op gegeven moment is het opvoeden vooral het beantwoorden van de vragen en gedragen van je kinderen. Dat gaat soms over dingen die wel of niet mogen. Als een kind vaak om een snoepje vraagt, dan weet je dat snoepjes niet gezond zijn en dan is dit voor mij de basis om dit binnen redelijke grenzen toe te staan.”
3x de meest voorkomende valkuilen voor ouders op het gebied van opvoeden
2. Hoe zijn die grenzen voor jullie bepaald?
Ab: “Die grenzen worden bepaald door wat je zelf gewend bent of goed vindt. En je hebt het er met elkaar over en op zekere leeftijd ook met je kind. Je hoort wat je kind wilt en wat andere kinderen mogen en daar kan je je grenzen op baseren.”
3. Welke aspecten vonden jullie lastig?
Ab: “Het is lastig om je te verdedigen tegen de inbreng van derden. Dan bedoel ik dat je kind het bijvoorbeeld heeft over ‘hij of zij mag wel zo laat thuis komen, waarom ik niet?’
José: “Dat soort dingen zijn lastig, omdat je je kind ook leuke dingen wil laten doen maar je tegelijkertijd ook ergens een lijn moet trekken. Het maakt voor ons tot op zeker hoogte niet uit, omdat wij er niet meer of minder lol van hebben. Maar je moet je kind wel binnen jouw normen en waarden opvoeden.”
4. Bestond er toen ook een moedermaffia? Hoe ging je daarmee om?
José: “Niet op de manier hoe je die nu op social media tegenkomt, maar kritische reacties zijn van alle tijden. Meningen zijn er altijd, je krijgt ze nu alleen veel meer over je heen. Vroeger las je bijvoorbeeld een tijdschrift en zag je enkel een vraag en de maand erop las je de adviezen van andere ouders hierover. Dat was allemaal veel minder direct als nu.”
Ab: “Het belangrijkste van die reacties is dat het nu op social media wordt gedaan. Men ziet iets en de reactie is een halve minuut later geplaatst. Reageren op een tijdschrift duurt langer. Je moet je brief of mail schrijven en voor je ‘m verstuurd, heb je ‘m al drie keer herschreven. Zo komt er meer nuance in je verhaal. Je kan beter eerst even nadenken en dan reageren op een andere ouder, maar het gebeurt tegenwoordig te snel.
5. Wat vonden jullie belangrijk om mee te geven in de opvoeding van je kinderen?
José: “Het is belangrijk dat je goed opgroeit zodat je zelf prettig kan leven later. Het gaat dan om hele standaard dingen, zoals goed zijn voor anderen, je netjes gedragen, niet stelen, geen rommel op straat gooien. De basis-regels. Doe geen dingen waarvan je niet wilt dat anderen ze jou aandoen.”
Ook vond ik het belangrijk dat jullie zelfstandig werden. Dat je zelf dingen kan oplossen als er iets gebeurt. Daarom brachten we jullie bijvoorbeeld bijna nooit met de auto naar school maar moest je op de fiets. Je wordt er zelfstandig van om zelf onderweg te zijn. Daarnaast is bewegen goed voor je en is het goed voor het milieu.”
Ab: “En verstandig met geld omgaan. We vonden het belangrijk om jullie te leren sparen, niet te veel uit te geven en ervoor te zorgen dat er een inkomstenbron is.
Tegenwoordig wordt er makkelijk veel geld uitgegeven en een studieschuld is makkelijk gemaakt. Dat zorgt er soms voor dat je geld uitgeeft dat je niet hebt aan dingen die je soms niet écht nodig hebt. Ik vond het belangrijk om dat mee te geven.”
6. In hoeverre heb je je laten leiden door de opvoeding die je zelf hebt gehad?
José: “Dat gebeurt onbewust. De opvoeding die je van je eigen ouders krijgt, beïnvloedt je zonder dat je het doorhebt. Opvoeden is voorleven. Hoe jij leeft en wat jij doet, dat doet je kind na.
Wij namen wel heel bewust een kat in huis, omdat ik niet wilde dat jullie zo bang werden voor beesten als dat ik zelf was. Het eerste wat ik dacht als ik bij iemand thuis kwam, was: zou er een hond zijn? Ik wilde niet dat jullie die angst ook zouden hebben.”
Ab: “Mijn ouders waren ondernemers. Dat heeft er wel voor gezorgd dat ik hun kijk op geld heb overgenomen. Je weet dat je eerst moet sparen om vervolgens grote klappen op te kunnen vangen, maar ook dat je moet investeren voordat je iets op kunt bouwen.
Daarnaast gingen mijn zussen op jonge leeftijd al naar Zuid-Amerika. Zulke dingen speelden mee in besluiten over de opvoeding van je eigen kinderen. Je weet dat dat goed is gegaan en dat je zussen goed terecht zijn gekomen, dus sta je een verre reis misschien makkelijker toe.
Wat ook anders was, was de keuze voor middelbare school. Daarin werd ik geleid door de ouderlijke voorkeur, maar ik wilde jullie deze keuze zelf laten maken.”
10 tips van een gezinstherapeute om de relatie met je kind te versterken
7. Hoe gingen jullie om met meningsverschillen over het opvoeden?
José: “We hebben nooit enorme meningsverschillen gehad. We denken hetzelfde over veel dingen en liggen op één lijn qua normen en waarden. Wel of geen kleedgeld, dat soort dingen. Daar stonden we hetzelfde in.”
Ab: “We kwamen ook allebei uit een ondernemersfamilie met eenzelfde soort achtergrond, dus we lagen niet ver uit elkaar qua gedachtes. Dat maakt het makkelijk.”
José: “Als ik met vriendinnen sprak, speelden daar wel wat vaker problemen. Dat de één alles goed vindt en de ander niet. Dat kan natuurlijk ook meespelen in hoe je naar elkaar gaat kijken als stel.”
8. Hoe ging je om met de puberjaren waarin een kind zich vaak verzet tegen de ouders?
José: “Pubers gaan wel ’s tegen je in. De ene keer ga je mee in die discussie en de andere keer laat je het gaan. Pubers zijn ook wel ’s chagrijnig, maar dat heeft iedereen wel ‘s. Dat laat je dan maar gewoon van je afglijden. De ene keer makkelijker dan de andere keer, maar dat probeerde je wel.
Jij was vroeger bijvoorbeeld vaak te laat op school. Ik vond dat je moest opschieten, maar jij moest dan nog van alles doen. Je kan dan een paar keer je kind terechtwijzen, maar uiteindelijk kwam je zelf te laat en zat je zelf met de gevolgen.”
Ab: “Op basis van het gedrag van je puber pas je je toekomstige regels en opvoeding aan. Gaat iets fout, dan word je strenger. Gaat iets goed, dan mag je steeds meer.”
9. Welke tips zou je ouders van nu mee willen geven?
José: “Ik denk dat je op je gevoel moet vertrouwen. Tips aan andere ouders meegeven is zo lastig, want elk kind is anders. Met een lastig kind moet je toch anders omgaan dan met een kind bij wie alles vanzelf gaat.
Ab: “Gevoel is belangrijk, maar vergeet ook niet dat je problemen soms rationeel moet oplossen. Maar uiteindelijk moet je vooral kijken naar je eigen situatie, de plek waar je woont, je eigen perceptie van de wereld en daar je opvoeding op afstemmen.”
Iedere ouder maakt zich weleens schuldig aan deze 7 onverantwoorde opvoedtrucjes