Het Grote Enge Gat
Per jaar halen zo’n 200.000 kinderen hun zwemdiploma A. Hiervoor moeten ze onder meer door een gat in een groot stuk plastic zwemmen, dat onder water hangt. Veel kinderen vinden dat eng – en hun ouders ook. Hoe kun je het best met die angst omgaan?
Op een regenachtige dag in het donker een tunnel inrijden.' Zo typeert juf Angela van de gelijknamige zwemschool uit Oosterhout het gevoel dat veel kinderen krijgen als ze door het gat moeten zwemmen. Een sprong in het diepe is het – letterlijk. Er komt veel kijken bij het halen van het zwem-ABC. Drijven, schoolslag, borstcrawl; het is een heel eisenpakket dat kinderen moeten afwerken. Ze bevestigt dat het gat het grootste obstakel is. 'Kinderen moeten erdoorheen, anders krijgen ze geen diploma. Dat moeten verhoogt de spanning.'
Wie tijdens een open les naar zijn zwemmende kroost kijkt, herkent het patroon. Op de kant staat een rij bibberende kinderen die één voor één in het diepe springen, onder water duiken en een stukje verderop weer bovenkomen. Wie voor deze proef slaagt, krijgt een applaus van de ouders aan de kant. Wie te vroeg naar adem hapt, kan rekenen op een teleurgesteld: 'Oh, wat jammer.'
Volgens kindercoach Thea Adema uit het Friese Noardburgum beïnvloeden ouders zo vaak onbedoeld alle kinderen op de zwemles. Vooral faalangstige kinderen voelen de prestatiedruk op meters afstand. 'Het gat is echt een gat,' zegt Adema, die in haar praktijk regelmatig met faalangstige kinderen heeft te maken. 'Het heeft voor iedereen een lading. Ook veel ouders zijn bang dat hun kind het diploma niet haalt, dat het daarom misschien wordt gepest, dat het niet goed meekomt met de anderen. Of dat hun kind op de camping te water raakt en zichzelf dan niet kan redden. Bovendien kost zwemles tijd en geld. Veel ouders willen er zo snel mogelijk vanaf. Kinderen zijn gevoelig voor die spanning. Ze horen hoe ouders een zucht van verlichting slaken als iemand goed en wel door dat gat zwemt. De druk neemt op zo'n moment enorm toe.'
Vooral kleinere kinderen zijn gevoelig voor die druk, bevestigt Francine Wong Loi Sing-Witz, kinder- en jeugdpsycholoog van Kidssupport in Amsterdam. Kinderen van 4, 5 jaar vertalen die spanning vaak in fantastische beelden. Ze hebben het over enge monsters, spoken of gevaarlijke mannen die aan het eind van het gat hun kans zullen grijpen. Amber (5) vermoedde zelfs dat het gat in brand stond en haar zou verzwelgen. 'Het wordt groter gemaakt dan het is,' vindt psychologe Wong Loi Sing, wier eigen dochter meerdere keren niet mocht afzwemmen omdat ze niet door het gat durfde. Dat ligt overigens niet alleen maar aan de ouders, weet ze. Kinderen beïnvloeden ook elkaar. 'Ze oefenen tijdens de zwemles veel samen: met baantjes trekken, van de kant afduiken… Bij het gat moeten ze opeens één voor één presteren. Kinderen praten er onderling ook over: wie het durft, schept erover op. Het is maar één onderdeel van het examen, maar het krijgt een veel grotere betekenis dan de andere onderdelen. Dat vergroot de angst.'
Het gat is verplicht sinds 1998, vertelt Marjolein van Tiggelen, woordvoerder van het Nationaal Platform Zwembaden|NRZ. In dat jaar werd het zwem-ABC ingevoerd, een officieel programma van diploma-eisen waaraan kinderen moeten voldoen. 'Door nieuwe manieren van zwemmen en recreëren voldeden de oude eisen niet meer,' legt Van Tiggelen uit. 'In de jaren tachtig kwamen de zwemparadijzen op met allerlei attracties, zoals golfslagen en stroomversnellingen. Die vereisten andere vaardigheden.'
Ook het feit dat er steeds meer woonwijken aan het water werden gebouwd, was een reden om de diploma-eisen aan te passen. 'Het doel is om kinderen zo zelfredzaam mogelijk te maken,' zegt Van Tiggelen. 'Dat betekent ook dat een kind zich moet kunnen en durven oriënteren onder water. Vanuit die gedachte is het gat ontstaan. Een kind moet leren om onder water zijn ogen open te doen en te kijken waar het heen moet. Het gat is dus niets meer dan een middel om te toetsen of ze dat kunnen.'
Het Nationaal Platform Zwembaden|NRZ erkent dat sommige kinderen last hebben van het gat. 'Ze vinden het vaak eng om hun ogen open te doen en water langs hun netvlies te voelen stromen.' Toch is dat geen reden om de eis aan te passen. Volgens Van Tiggelen is het vooral een kwestie van veel oefenen. 'Als iemand rijlessen neemt, gaat hij ook niet meteen de snelweg op. Blijft een kind bang, dan moeten ouders en zweminstructeurs zich serieus afvragen of het kind wel zelfredzaam genoeg is.'
Jacqueline Bourgonjen van zwemschool 123 Jump vindt het gat 'een goede eis' die terecht aan het A-diploma wordt gesteld. 'De diploma-eisen hebben allemaal te maken met reële situaties waarin kinderen terecht kunnen komen. Ze mogen bij het afzwemmen bijvoorbeeld geen zwembril dragen. Die hebben ze namelijk ook niet op als ze een ongeluk krijgen en in de sloot belanden.' Wel vindt ze dat kinderen beter begeleid kunnen worden. Zelf presenteert Bourgonjen het gat als een grote kijkdoos. Ze laat het kinderen al zien als ze net op zwemles komen, gewoon op de kant. Daarna oefent ze met de kleintjes in het ondiepe. 'Ik geef hen bijvoorbeeld een bal en vraag ze die door het gat te duwen. Of ik leg er wat speeltjes onder en laat hen door het gat kijken. Zo leren kinderen spelenderwijs dat het geen donkere tunnel is waar ze nooit meer uitkomen.'
Ook zwemjuf Angela probeert de les zo leuk mogelijk te maken. 'Als kinderen plezier hebben in zwemmen, zijn ze niet meer bang.'
Ontkennen dat het eng is, doen de zweminstructeurs niet. 'Dat is verstandig,' vinden zowel kindercoach Tadema als psycholoog Wong Loi Sing. 'Erkenning is het belangrijkste,' zegt de psycholoog. 'Ouders moeten nooit zeggen dat het kind zich aanstelt, want dan maken ze het alleen maar erger.' Daarnaast helpt het om te bevestigen wat je kind al wel kan. Fietsen bijvoorbeeld. Op die manier versterk je het zelfvertrouwen. 'Ouders hebben de neiging een kind te beschermen, maar soms is een duwtje in de rug nodig,' vindt Tadema. 'Alleen sussen doet het kind geen recht. Dus niet alleen maar zeggen “je kan het wel” of “het is niet erg”. Voor het kind is het wel erg, ontken dat dus niet.' Wat verder helpt, is om samen met het kind te onderzoeken wat het precies voelt en denkt als het door het gat moet zwemmen. 'Op die manier krijgt het kind sneller grip op zijn gedachten en kan het de monsters in zijn hoofd makkelijker de baas.'
Ten slotte zouden ouders wat meer geduld moeten opbrengen. Vrijwel elk kind haalt uiteindelijk zijn diploma, zij het dat de één wat sneller is dan de ander. Kindercoach Tadema vraagt zich echter af of kinderen niet te vroeg leren zwemmen. Zowel psychisch als motorisch zou het volgens haar beter zijn om kinderen pas vanaf een jaar of 6 op les te doen. 'Kinderen van 4, 5 jaar doen er soms meer dan een jaar over om het diploma te halen en staan twee keer per week huilend op de kant. Dat levert onnodige stress op.'
Ook de zweminstructeurs geven toe dat iets minder prestatiedruk van de ouders hun werk wat makkelijker zou maken. 'De trots van de ouders kan de prestaties van een kind in de weg staan,' zegt zweminstructeur Bourgonjen voorzichtig. 'Maar als je 25 bent, maakt het echt niet meer uit of je op je 4e of op je 7e je zwemdiploma hebt gehaald. Leren zwemmen is een kwestie van doorzettingsvermogen, concentratie, conditie en van de neurologische ontwikkeling. Geen kind is wat dat betreft hetzelfde. Willen ouders dat hun kind snel het diploma haalt, dan moeten ze vooral veel samen traplopen, trampolinespringen, wandelen en fietsen. Wie goede kracht in zijn benen heeft, zwemt sneller door het gat en is minder bang. Dat scheelt maanden les.'
Zo help je je kind
Op de kant:
- Erken de angst.
- Onderzoek samen met je kind wat het denkt als het door het gat moet.
- Maak een plaatje van de situatie of bedenk een metafoor.
- Bevestig wat je kind al wel kan, bijvoorbeeld fietsen.
- Oefen samen op het droge.
- Leg niet te veel druk op je kind. Wat het vandaag nog niet kan, leert het morgen.
In het water:
- Ga veel samen zwemmen, bij voorkeur in het zwembad waar je kind les heeft.
- Laat je kind door je benen zwemmen, oefen moeilijke situaties.
- Zorg voor fysieke training. Sterke benen zwemmen sneller.
- Maak samen plezier.