Zo herken je faalangst bij kinderen (en dit kan je ermee doen)
De vrees om tekort te schieten, zo wordt faalangst omschreven door het woordenboek Van Dale. Bij kinderen kan je faalangst achterhalen door te letten op hoe ze omgaan met ‘falen’, als iets ze niet (meteen) lukt bijvoorbeeld.
Faalangst zorgt ervoor dat je kind veel spanning ervaart wanneer het iets moet kunnen en waardoor het dan juist niet lukt. En dit komt best vaak voor! Ongeveer 1 op de 10 kinderen heeft last van faalangst. Je kan faalangst op de volgende manier herkennen.
Faalangst bij jonge kinderen
De oorzaak van faalangst is niet altijd te achterhalen, sommige kinderen zijn er nou eenmaal gevoeliger voor dan anderen. Ook (negatieve) ervaringen kunnen meespelen met de ontwikkeling van faalangst bij je kind. Er zijn verschillende soorten faalangst, namelijk cognitieve faalangst waarbij je kind bang is om te falen bij bijvoorbeeld het maken van een toets. Dan heb je sociale faalangst, je kind is dan bang om niet gekozen te worden bij gym of om uitgelachen te worden tijdens een spreekbeurt. En ten slotte is er motorische faalangst wat tot uiting komt in bijvoorbeeld de gymles, je kind is dan bang om competitief mee te spelen (en iets niet goed te doen of te verliezen).
Faalangst is soms al heel vroeg te herkennen, bijvoorbeeld als je kind keer op keer gefrustreerd of boos raakt als iets niet lukt, gaat huilen of juist vaak om bevestiging vraagt. Oudere kinderen zullen sneller zeggen dat ze iets niet kunnen en bepaalde situaties gaan vermijden. Ook kunnen lichamelijke reacties optreden zoals zweten, een rood hoofd krijgen, buikpijn of hoofdpijn hebben en moeten overgeven. Soms is faalangst lastiger te herkennen, sommige kinderen gaan namelijk juist lachen als ze ergens tegenaan lopen, of overdreven of gek gedrag vertonen, andere kinderen trekken zich terug en blokkeren. Op een gegeven moment zullen kinderen met faalangst er ook alles aan doen om lastige situaties te vermijden.
Wat kan je doen als je kind faalangst heeft?
Ten eerste: geef je kind alle vertrouwen van de wereld. Luister naar hem en maak de faalangst bespreekbaar zodat je kind weet dat hij zich er niet voor hoeft te schamen. Help hem ook herinneren aan momenten dat iets wél lukte en wat daar toen voor nodig was.
Ondersteun bij het vinden van oplossingen, maar laat je kind wel zelf dingen oplossen, dit vergroot zijn zelfvertrouwen. Als hij zegt dat hij iets niet kan, kan je zeggen ‘je kan het nóg niet’, waarmee je hem je vertrouwen heeft dat hij het na oefening wel kan. En laat hem weten dat fouten maken erbij hoort en dat hij daar juist van leert.
Complimenteer niet over het resultaat van wat je kind behaald heeft, maar van de inzet: ‘wat heb jij goed je best gedaan’ (of hij nou een 9 of een 6,5 gehaald heeft). Complimenteren op resultaat werkt juist averechts, het verhoogt de druk om een volgende keer weer hetzelfde cijfer of hoger te halen. Waardeer je kind om wie hij is en niet om hoe hij presteert.
Geef het aan op school, bij de leerkracht van je kind. Ook daar kan je kind geholpen en ondersteunt worden waardoor het zich veilig en zelfverzekerd voelt, ook wanneer de druk hoger wordt.
Lees ook:
7 tips van een expert om een angstig kind te helpen