Groeispurts bij pubers: hoe zit dat eigenlijk?
Een kind groeit vanaf de peutertijd zo’n 6 centimeter per jaar. In de puberteit loopt dat op tot 12 centimeter, soms in groeispurts. Ook tijdens de zomervakantie maken veel kinderen een groeispurt. Dat heftige groeien kan ongelijk gaan en pijnlijk zijn. Ook slaat flinke vermoeidheid toe.
Groeispurt bij pubers
Meisjes krijgen een groeispurt tussen het 10e en 11e jaar. Behalve in de lengte groeien zij ook in de breedte waardoor soms wat striae kan ontstaan. De groeispurt eindigt vaak met de eerste menstruatie, rond het 13e jaar. Daarna groeien meisjes gemiddeld nog zo’n 6 centimeter door in rustiger tempo.
Jongens krijgen pas later een groeispurt, meestal rond het 13e jaar. Door ongelijke groei worden ze soms slungelachtig en onhandig. De groeispurt eindigt meestal als jongens 16 jaar zijn. Daarna groeien jongens ook nauwelijks meer.
Wat is normaal?
Jeugd- en kinderartsen houden in de groeicurve rekening met grote afwijkingen naar boven en beneden. Weinig kinderen zitten op het gemiddelde. Alleen als een kind flink afwijkt van de eigen groeilijn, kan sprake zijn van een groeistoornis. Hou je dus niet teveel vast aan gemiddelden en cijfers, maar kijk vooral naar de groei van jouw eigen kind.
De eindlengte kan voorspeld worden met een formule. Bij de uitkomst van zowel jongens als meisjes hoort een bandbreedte van 9 centimeter, boven en onder de uitkomst:
Jongens: lengte vader + lengte moeder, delen door 2, plus 11
Meisjes: lengte vader + lengte moeder, delen door 2, min 2
Tips
- Laat regelmatig de schoenmaat checken, vooral na de zomervakantie. Omdat de voeten dan erg gegroeid kunnen zijn.
- Er is zelden sprake van een groeistoornis en veel vaker van overgewicht. Het gewicht van je kind in de gaten houden kan dus belangrijker zijn dan zijn of haar lengte.
- Ga naar de huisarts als je kind echt buiten de bandbreedte van de groeicurve zit, of als het flink afwijkt van de eigen groeilijn.
Lees ook:
Groeispurt bij je kind: zo herken je het bij je zoon of dochter